Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
bescherming en afweer tegen lichaamsvreemde stoffen - Coggle Diagram
bescherming en afweer tegen lichaamsvreemde stoffen
3. Specifieke afweer
3.4 Twee soorten immuniteit
3.4.1 Cellulaire immuniteit
T-lymfocyten schakelen pathogenen of geïnfecteerde cellen uit
CYTOTOXISCHE T-LYMFOCYTEN
antigenen koppelen aan pathogeen
celperforatie d.m.v. perforines
enzymen afgeven die pathogenen afbreken
deling -> nieuwe aanvallen
T-geheugenlymfocyten
T-HELPERFYMFOCYTEN
samenwerking tussen niet-specifieke en specifieke afweersysteem
fagocytose van een pathogeen door een macrofaag
antigeenpresentatie door de macrofaag
signaalstoffen afgeven door de macrofaag
activatie T-helperlymfocyten
signaalstoffen afgeven door T-helperlymfocyten
stimulatie aanmaak cytotoxische T-lymfocyten
stimulatie aanmaak B-lymfocyten
aanmaak T-geheugenlymfocyten
T-SUPPRESSORLYMFOCYTEN
onderdrukken van de afweerreacties na het overwinnen van de pathogenen = stoppen met witte bloedcellen aan te maken
3.4.2 Humorale immuniteit
B-lymfocyten maken antistoffen aan
verwijdering pathogenen door macrofagen
signaalstoffen van de T-helperlymfocyten activeren de B-lymfocyten
snelle vermenigvuldiging van de B-lymfocyten
B-lymfocyten worden plasmacellen
aanmaak antistoffen
antigeen-antistofcomplex
fagocytose door macrofagen
B-geheugenlymfocyten
4. Bloedgroepen
4.1 Bloedgroepen en antistoffen
bloed bepaald: aanwezige antigenen en antistoffen
genetisch bepaald
antigenen = proteïnen op het celmembraan van rode bloecellen
antistoffen = proteïnen in het bloedplasma
4.2 ABO-groepen
4.2.1 Antigenen en antistoffen van de ABO-groepen
bloedgroep - antigenen - antistoffen
A - A - anti-B
B - B - anti-A
AB - AB - geen
O - geen - anti-A en anti-B
4.2.2 Bloedtransfusies
agglutinatie
= het samenklonteren van bloed
antistoffen van de acceptor reageren met antigenen van de donor
iedereen kan bloed krijgen van dezelfde bloedgroep
bloedgroep O
universele donor
bloedgroep AB
universele acceptor