Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Homeostase - Coggle Diagram
Homeostase
5. Vochtregulatie
sensor
osmoreceptoren
controlecentrum
dorstcentrum in de hypothalamus
effector
dorstgevoel
ADH = antidiuretisch hormoon
5.1 bouw van de nier
zie tekening ppt p.9
5.2 rol van de nieren
osmoregulatie
= constant houden van de samenstelling van het bloed, lymfe en weefselvocht
osmotische waarde constant houden
zuiveringsstation: verwijderen afvalstoffen door de urine
5.3 werking ADH
= antidiuretisch hormoon (vervoerd door het bloed)
meer ADH
hogere doorlaatbaarheid voor water in de verzamelbuis
meer waterresorptie naar het bloed
minder waterverlies in de urine -> geconcentreerde urine
minder ADH
lagere doorlaatbaarheid voor water in de verzamelbuis
minder waterresorptie naar het bloed
meer water in de urine -> verdunde urine
negatieve terugkoppeling
minder ADH
nadorst en kater
alcohol
vochtafdrijvend -> remming ADH
hoofdpijn: te weinig vocht in de hersenen
misselijk: afbraak alchol
3. Homeostatische regelsystemen
sensor
registreert
doorsturen van de info naar het controlecentrum
controlecentrum
ontvangt en verwerkt info
doorgeven van info aan de effector
gebruikt setpoints (bv. 37°C)
effector
reageert op de info
aanpassen
bv. spieren gebruiken, vocht afscheiden...
terugkoppeling of feedback
voortdurende registratie van de sensoren
beoordeling van het controlecentrum
uitschakelen van de effector
4. Themoregulatie
4.1 stabiel houden van de kerntemperatuur
= temperatuur centraal in het lichaam
sensor
receptoren in de lederhuid
inwendige receptoren in weefsels
controlecentrum
hypothalamus
effector
bloedvaten
zweetklieren
spieren
4.2 ontwikkelen van koorts
= beschermingsmechanisme na infectie
pathogene organismen = ziekteverwekkende organismen
pyrogene stoffen doen de kerntemperatuur stijgen
1. Uitwendig en inwendig milieu van organismen
organisme
uitwisseling met de omgeving
2. Het begrip homeostase
= het min of meer in stand houden van het inwendig milieu