Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Onderwijskunde 1 - Coggle Diagram
Onderwijskunde 1
Hoofdstuk 2. beginsituatie van het lerende kind
2.1 wat verstaan we onder beginsituatie?
2.1.2 een onderwijs à la carte
2.1.3 beginsituatie van de leerlingen
2.1.1 beginsituatie: een dynamisch begrip
2.2 de individuele leerling als factor van de beginsituatie
2.2.1 de persoonlijkheidsaspecten: wegwijzers bij het beginsituatieonderzoek
2.2.2 de persoonlijkheid is een eenheid. Daar moet ik rekening mee houden!
2.2.3 de leefwereld van de kinderen
2.2.3.1 geslachtsverschillen
2.2.3.2 sociale, economische en culturele verschillen
2.2.4 rekening houden met de beginsituatie van de leerling: wat betekent dat?
ontwikkelingspsychologie
inleiding
ontwikkelingsfactoren
nature
nurture
zelfbepaling
omgaan met de ontwikkeling
welbevinden
betrokkenheid
een chronologische ontwikkeling
ontwikkelingsfasen
een thematische ontwikkeling
ontwikkelingsgebieden
lichamelijke ontwikkeling
motorische ontwikkeling
tekenontwikkeling
perceptuele ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
taalontwikkeling
schoolse ontwikkeling
spelontwikkeling
seksuele ontwikkeling
sociaal-emotionele ontwikkeling
morele ontwikkeling
persoonlijkheidsontwikkeling
de baby
motorische ontwikkeling
Verschillende stadia van de motoriek van een baby.
kijkstadium
0-3 maand
grijpstadium
3-6 maand
zitstadium
6-9 maand
kruipstadium
9-12 maand
loopstadium
12-15 maand
Volgorde van de motoriek van een baby
van boven naar onder
van het hoofd => nek => armen => ...
van binnen naar buiten
romp => armen => handen => vingers
perceptuele ontwikkeling
horen
Gehoor volledig ontwikkeld in de prenatale fase
baby's kunnen stemmen onderscheiden
zien
De baby ziet wazig. Na een week kan de baby voorwerpen en personen herkennen op een afstand van 25 cm.
De baby heeft bepaalde voorkeuren in het zien
menselijke gedachten
bepaalde voorwerpen
contrasten licht-donker
perceptuele constantie
ruiken & proeven
voorkeur voor zoete geuren en smaken
baby's vinden de tepel bij het voeden door middel van geur
voelen
mond als tastorgaan (orale fase)
aanrakingen zijn gevoelig
socio-emotionele ontwikkeling
hechting en gehechtheidsgedrag
gehechtheidspatronen
persoonlijkheidsontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
ontwikkelingsmechanismen
lichamelijke ontwikkeling
De baby heeft een asynchrone groei
Niet alle lichaamsdelen groeien op hetzelfde tempo en in dezelfde volgorde.
tekenontwikkeling
Begint vanaf 12 maand
bewegingsspel
geen interpretatie => plezier aan krabbelen
belangrijk voor training fijne motoriek
krabbelstadium
seksuele ontwikkeling
taalontwikkeling
periodes in de taalontwikkeling
prelinguale periode
huilen
vocaliseren
brabbelen
vroeglinguale fase
eenwoordzinnen
spelontwikkeling
de peuter
ontwikkelingsgebieden
motorische ontwikkeling
tekenontwikkeling
perceptuele ontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
taalontwikkeling
sociaal-emotionele ontwikkeling
seksuele ontwikkeling
persoonlijkheidsontwikkeling
zelfbewustzijn
autonomie breekt door
voorwaarde: basisvertrouwen
Erikson: autonomie vs. schaamte/twijfel
genderidentiteit
sekse-stereotiep gedrag
rol van de opvoeders
morele ontwikkeling
vooral gericht op gevolgen van gedrag
2,5 jaar: weten wat niet mag, maar enkel als mama/papa in de buurt zijn
nadien: weten wat niet mag, maar kan zich er niet van weerhouden het toch te doen
schoolse ontwikkeling
spelontwikkeling
lichamelijke ontwikkeling
basisbehoeften
de kleuter
tekenontwikkeling
cognitieve ontwikkeling
Piaget
pre-operationeel stadium
verworven denkcapaciteiten
fastasie, sprookjes
geheugen
besef van tijd
egocentrisme => sociocentrisme
De kleuter begint minder magisch te denken en begint verbanden te zien.
taalontwikkeling
sociaal-emotionele ontwikkeling
kleuter leert meer mensen kennen
seksuele ontwikkeling
Freud
Fallisch stadium
geslachtsdelen
oedipuscomplex/elektracomplex
morele ontwikkeling
Kohlberg
pre-conventioneel stadium
strafvermijding
beloningen nastreven
schoolse ontwikkeling
motorische ontwikkeling
fundamentele bewegingsactiviteiten
springen
koprol
op 1 been staan
...
kwalitatieve verbeteringen
veel energie
moeilijke bewegingen met evenwicht leren
perceptuele ontwikkeling
het basisschoolkind
de cognitieve ontwikkeling
de taalontwikkeling
de sociaal-emotionele ontwikkeling
de persoonlijkheidsontwikkeling
de morele ontwikkeling
de schoolse ontwikkeling
de spelontwikkeling
de tekenontwikkeling
indien de ontwikkeling "anders" loopt
synthese
hoofdstuk 1. beginsituatie van de leerkracht
rollen van de leerkracht
de leerkracht als gastheer
de leerkracht als presentator
de leerkracht als didactitus
de leerkracht als pedagoog
de leerkracht als organisator
de leerkracht als afsluiter
de leerkracht als coach
beroepsprofiel van de leerkracht
Hoofdstuk 3. didactische aanpak van de leerkracht
3.2 Didactische principes
individualisatieprincipe
beperkingsprincipe
geleidelijkheidsprincipe
bellangstellingsprincipe/motivatieprincipe
aanschouwelijkheidsprincipe
activiteitsprincipe
herhalingsprincipe
integratieprincipe
efficiëntieprincipe
differentiatieprincipe
3.1 didactische werkvormen
3.1.1 algemeen
3.1.1.1 verschillende omschrijvingen
3.1.1.2 definitie
3.1.1.3 indeling
3.1.1.3.1 volgens interactiepatroon
3.1.1.3.2 volgens leerstijl
3.1.1.3.3 volgens leertype
3.1.1.4 bepaalde factoren
3.1.1.4.1 de beginsituatie
3.1.1.4.2 de doelstellingen
3.1.1.4.3 de leerprocessen
3.1.1.5 conclusie
3.1.2 inventarisatie en classificatie
3.1.2.1 werkvormen
3.1.2.2 beschrijving van een werkvorm
3.1.3 didactische werkvormen
3.1.3.1 voordrachtsvormen
verbaal aanbieden
algemeen
uitleggen: uitdieping
Wat is uitleggen?
Hoe bereid je een goede uitleg voor?
Waarop let je als je uitleg geeft?
vertellen en voorlezen: uitdieping
Wat is vertellen/voorlezen?
Vertellen is een didactische werkvorm waarbij je de leerkracht via verbale weg, concrete voorstellingen opwekt.
Kies je voor voorlezen of vertellen?
De bedoeling
2 more items...
Het verhaal zelf
De vaardigheid van de onderwijzer
Hoe bereid je een vertelles, vertelmoment voor?
middel om een doel te bereiken
Zoek een verhaal in functie van de doelen
bezin over de doelstellingen van de les
doelstellingen in verband met de beginsituatie van de les
Analyseer de kenmerken van de leerlingengroep.
Zijn er voldoende raakpunten met de ervaringen van de leerlingen? :green_cross:
Kunnen de leerlingen zich inleven in de personages en de geschetste situatie?
Is de inhoud aangepast aan de leeftijd van de leerlingen?
Hoe jonger de leerlingen, hoe minder personages.
Hoe jonger de leerlingen, hoe duidelijker de karakters van de personages.
heldere structuur in het verhaal
Geef een duidelijke omschrijving van de personages.
Situeer het gebeuren in tijd en ruimte.
Houd de spanning in het verhaal
Houdt het slot kort.
2 more items...
vertellen is schilderen met woorden
Geef personen en plaatsen een eigennaam.
Vertel in de tegenwoordige tijd.
Gebruik de directe rede.
Houd bij de woordkeuze rekening met de reeds verworven woordenschat van de leerlingen.
Gebruik geen schrijftaal, maar spreektaal.
Beschrijf details
1 more item...
Doe een beroep op stemkwaliteit
5 more items...
hulpmiddelen kunnen een verhaal ondersteunen
door middel van hulpmiddelen een beeld bij het verhaal bieden.
6 more items...
een zinvolle aansluitende activiteit
verhaal navertellen
dramatiseren van het verhaal
kringgesprek
steloefening
opstellen van een bordplan
chronologisch ordenen van prenten
verwoorden van gevoelens, plastisch voorstellen van het verhaal
objectieve leerinhoud achterhalen
weergeven van herkenningspunten
identificatiepunten
...
Het verhaal moet doorleefd gebracht worden.
De leerkracht moet door en door kennen. Pas wanneer hij/zij het verhaal voor zich ziet afspelen als een film, dan pas kan hij/zij het verhaal aan de kinderen aanbieden als een goed voorgeschilderd verhaal.
Waarop let je bij de uitvoering van het vertellen?
Zorg voor een rustige vertelsfeer.
Gezellig samenzitten
oogcontact met alle leerlingen onderhouden
passende mimiek & bewegingen
liefst geen onvriendelijke opmerkingen
De luisteractiviteit hoeft niet onderbroken te worden.
Respecteer de verhaallijn
Zorg dat de draad en vaart van het verhaal niet verloren gaat.
aanschouwelijk aanbieden (demonstreren)
Wat is demonstreren
Hoe bereid je een demonstratie voor?
Bezin je over de doelen die je wilt bereiken.
Schets globaal de stappen die je achtereenvolgens bij de demonstratie zal zetten.
Kies, maak het gepaste demonstratiemateriaal.
Oefen je vooraf in de uitvoering van de demonstratie.
Waarop let je bij de uitvoering van de demonstratie?
Zorg voor een motiverende, een leuke of verrassende instap.
Zorg voor een stimulerende situatie.
Is iedereen rustig en aandachtig?
Kunnen alle leerlingen de demonstratie zien?
Is mijn plaats de beste plaats ten opzichte van de leerlingen?
Richt de aandacht op de moeilijke deelhandelingen, op belangrijke controlepunten.
Vertrek van het concrete en ga langs het schematische naar het abstracte.
Geef voldoende tijd voor elke aanschouwelijkheidsfase
Geef voldoende tijd voor elke deelhandeling
Gebruik schema's en korte zinnen om elke deelhandeling te ondersteunen.
Werk gestructureerd.
Werk nauwgezet.
Geef zinvolle, beknopte commentaar. Verwoord duidelijk en precies.
Blijf de aandacht van de leerlingen controleren.
Betrek de leerlingen bij de demonstratie. (activiteitsprincipe)
Laat de leerlingen deelhandelingen herhalen.
Laat de leerlingen assisteren bij de demonstratie
Laat de leerlingen een gestructureerd invulblad.
Laat de leerlingen antwoorden op vragen van de leerkracht EN van de medeleerlingen.
Laat de leerlingen de opeenvolgende stappen opschrijven.
Denk eraan: de leerlingen nemen ook jou waar!
Het inoefenen van de handeling.
3.1.3.2 gespreksvormen
onderwijsleergesprek
Wat is een onderwijsleergesprek?
Hoe bereid je een OLG voor?
Waarop let je bij de uitvoering van een OLG?
klasgesprek
Wat is een klasgesprek?
Hoe bereid je een klasgesprek voor?
Waarop let je bij de uitvoering van een klasgesprek?
3.1.3.3 spelvormen
Wat is een spel?
Hoe bereid je een spel voor?
Waarop let je bij de uitvoering van een spel?
3.1.3.4 dramatische werkvormen
wat is een rollenspel (dramatische werkvorm)
Hoe bereid je een rollenspel voor?
Waarop let je bij de uitvoering van een rollenspel?
3.1.3.5 opdrachtsvormen
individuele opdracht
informatiefiche
Wat is een individuele opdracht?
Hoe bereid je een individuele opdracht voor?
groepswerk
informatiefiche
Wat is groepswerk?
Hoe bereid je een groepswerk voor?
3.1.3.6 complexe werkvormen
hoekenwerk
informatiefiche
Wat is hoekenwerk?
Hoe bereid je een hoekenwerk voor?
Waarop let je bij de uitvoering van een hoekenwerk?
contractwerk
informatiefiche
Wat is een contractwerk?
Hoe bereid je een contractwerk voor?
Waarop let je bij de uitvoering van een contractwerk?
3.1.3.7 specifieke werkvormen bij coöperatief leren
coöperatief leren
5 kenmerken van coöperatief leren
Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Alle groepsleden moeten samenwerken om de opdracht tot een goed einde te brengen.
individuele verantwoordelijkheid
De leerlingen voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen, maar ook de inzet van de groep.
directe interactie
De leerlingen verwerken de leerstof actief door daarover in interactie te treden.
samenwerkingsvaardigheden
De leerlingen leren samenwerken.
evaluatie van het groepsproces
De samenwerkingsvaardigheid, het proces en het product worden beoordeelt.
Er wordt van coöperatief leren gesproken, wanneer de leerlingen op een gestructureerde manier gaan samenwerken in groepjes om een gemeenschappelijk doel te bereiken.
De leerlingen leren van en met elkaar.
coöperatieve structuren
denken - delen - uitwisselen
uitleg
te gebruiken voor
Voorkennis activeren
zelfstandige verwerking of terugblik op of van iets
leerlingen te oriënteren op een opdracht
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
informatie uitwisselen
Flitsen
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking van leerstof
automatisering van leerstof
samenwerkingsvaardigheden
hulp geven/vragen
wachten op elkaar
Om-de-beurt
uitleg
te gebruiken voor
diverse lesfasen
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
evenredig deelnemen
Dobbelen
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking van tekstbegrip
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
op elkaar wachten
Duo's
uitleg
te gebruiken voor
begeleide inoefening
zelfstandige verwerking
samenwerkingsvaardigheden
overleggen
aanmoedigen
hulp geven/vragen
op elkaar wachten
Imiteer
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking
stimuleert de taal- en denkontwikkeling
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
aanwijzingen geven
Interviews
uitleg
te gebruiken voor
Oriëntatie
om voorkennis te activeren
zelfstandige verwerking
reflectieopdracht
samenwerkingsvaardigheden
vragen stellen
luisteren
samenvatten wat de ander heeft gezegd
Woordenweb
uitleg
te gebruiken voor
activeren van de voorkennis
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
overleggen
besluiten nemen
Brainstorm
uitleg
te gebruiken voor
oriëntatie
voorkennis te activeren
nodigt uit tot creatief denken
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
elkaar de kans geven om inbreng te hebben
Genummerde hoofden
uitleg
te gebruiken voor
diverse lesfasen
samenwerkingsvaardigheden
overleggen
overeenstemming bereiken
Legpuzzel
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking
samenwerkingsvaardigheden
overleggen
luisteren
uitleg geven
Placemat
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
overleggen
overeenstemming bereiken
Puzzels
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
hulp geven/vragen
Rotonde
uitleg
te gebruiken voor
verschillende lesfasen
open vragen met korte antwoorden
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
evenredig deelnemen
Binnencircel - buitencircel
uitleg
te gebruiken voor
begeleide inoefening
zelfstandige verwerking
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
evenredig deelnemen
Hoeken
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
samenvatten
Wandel - wissel uit
uitleg
te gebruiken voor
zelfstandige verwerking
begeleide inoefening
reflectieopdracht
samenwerkingsvaardigheden
luisteren
informatie uitwisselen