Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Les 4: H47.1 - Coggle Diagram

- - - - Door evolutie
      - Mechanismen waardoor gastheren zoals de mens zich kunnen beschermen tegen pathogenen.
      - Immuunsysteem
        
        Onderscheidt lichaamseigen moleculen van lichaamsvreemde moleculen.
        
        Cellen van het immuunsysteem produceren receptormoleculen die specifiek binden aan moleculen van lichaamsvreemde cellen. Hierdoor wordt er een verdedigingsrespons geactiveerd. Het binden van immuun receptoren aan lichaamsvreemde moleculen wordt moleculaire herkenning genoemd.
        
        2 typen moleculaire herkenning
        
        Aangeboren (innate) immuniteit
        
        Zorgt ervoor dat pathogenen het lichaam niet in kunnen gaan. Toch gebeurt dit, omdat wij moeten ademen, voortplanten en eten. Dus de gaten gaan gewoon open.
        
        3 more items...
        
        Eerste verdedigingslinie
        
        Hele snelle responsen die veroorzaakt worden door moleculaire herkenning.
        
        Moleculaire herkenning vertrouwt op een kleine groep receptor eiwitten die aan moleculen binden dat afkomstig is van een groot aantal lichaamsvreemde stoffen.
        
        Aangepaste immuniteit
        
        Langzamere responses die veroorzaakt worden door moleculair herkenning.
        
        Moleculaire herkenning maakt gebruik van een groot aantal receptoren. Elk receptor herkent een kenmerk dat specifiek op een bepaalde plek van een bepaald molecuul of ziekteverwekker zit. Hierdoor is herkenning en respons in aangepaste immuniteit specifiek.
        
        Tweede verdedigingslinie
        
        1 more item...
        
        De aangepaste immuniteit leert van de vorige besmettingen en onthoud dus ook de receptoren. Bij een eventuele tweede besmetting wordt je weinig tot niet ziek.
      - Ongewervelden
        
        Aangeboren immuniteit
        
        Exoskelet
        
        Eerste verdedigingslinie
        
        Zorgt dat pathogenen niet binnen komen.
        
        Chitine
        
        Chitine zit ook in de ingewanden van een insect, zodat pathogen hier niet in kunnen komen.
        
        Lyzozyme
        
        Enzym dat de wand van een bacterie aanvalt en kapot maakt. Als een ongewervelde dier een bacterie inslikt, dan reageert de wanr van de maag hierop door lyzozyme uit te scheiden.
        
        Als een pathogeen een cel van een ongewervelde dier binnendringt, dan krijgt deze te maken met bescherming door het immuunsysteem. Immuun cellen van een insect (ongewervelde) produceren eiwitten die binden aan een molecuul dat een groot aantal pathogenen herkent. Veel van deze moleculen zijn gemaakt van bacteriële celwanden. Deze moleculen zijn lichaamsvreemd en dienen als "identiteitsvlaggen'' voor pathogeenherkenning. Als een pathogeen molecuul bindt aan een herkenningseiwit ontstaat er een immuun respons.
        
        Hemocytes
        
        Immuun cellen in insecten die fagocytose uitvoeren. Dit is te vergelijken met witte bloedcellen in mensen.
        
        Virussen
        
        Meestal hebben virussen een enkele DNA streng die zij inplanteren in een insect. Wanneer dit virus zich gaat delen in de cel van de insect, dient de RNA strand als een template voor de aanmaak van een dubbelstreng. Omdat dieren geen dubbelstrengs RNA produceren zal het lichaam weten dat er iets niet goed is. Hierdoor wordt er een immuun respons aangewakkerd.
- - - - Slijmvliezen (bevatten lyzozymen)
        
        Slijmvliezen zitten in de verteringsstelsel, ademhalingsstelsel (haartjes duwen slijm en pathogenen opwaarts, zodat je dit ophoest), urinewegen en geslachtsdelen.
        
        Produceren slijm dat pathogenen vangt.
        
        Lichaamsafscheidingen
        
        Bevatten lyzozymen die de wanden van bacteriële cellen kapot maken.
        
        Slijmvliezen zitten op plekken die open zijn. Deze open plekken bevatten dus slijmvliezen met lyzozymen en andere stoffen die pathogenen onschadelijk maakt.
      - Huid
        
        Lage pH
        
        Hierdoor gaan pathogen doodt, voordat ze verder in het lichaam kunnen komen.
        
        Maagzuur
        
        Menselijk huid
      - Blokkeren de ingang voor pathogenen
    - - Toll-like-receptors (TLR)
        
        Een herkenningseiwit die toegewijd is aan het detecteren, verslinden en kapotmaken van pathogenen.
        
        Wanneer deze TLR receptoren pathogenen herkennen produceren TLR receptoren een signaal dat is afgestemd op het binnendringende pathogeen.
        
        Elk TLR eiwit bindt zich aan fragmenten van moleculen die kenmerken zijn van een reeks pathogenen.
      - Fagocytische cellen (ziekteverwekker omarmen en doden)
        
        Neutrofielen
        
        Circuleren in bloed
        
        Neutrofielen worden aangetrokken door signalen die worden uitgezonden door weefsel waar de ziekteverwekker inzit. Hierdoor vindt er fagocytose plaats en wordt de ziekteverwekker onschadelijk gemaakt.
        
        Macrofagen (grote eters)
        
        Zijn grotere fagocyterende cellen.
        
        Sommige dwalen door het hele lichaam rong
        
        Sommige blijven in organen.
        
        Zitten vaak in lymfeknopen
        
        Dendritische cellen
        
        Zijn meestal aanwezig in cellen en weefsel die direct te maken hebben met het milieu zoals de huid.
        
        Stimuleren aangepaste immuniteit tegen pathogenen die ze dan omarmen en kapotmaken.
        
        Als een dendritische cel in aanraking komt met een pathogeen, dan gaan de dendritische cellen naar lymfeknopen toe. Samen met andere immuuncellen gaan dendritische cellen samenwerken en zorgen zij voor aangepaste immuniteit.
        
        Eosinofielen
        
        Worden meestal gevonden in weefsel waaronder een epitheel laag zit.
        
        Scheiden schadelijke enzymen uit zodat pathogenen dood gaan.
        
        Natural killer cells
        
        Virus of kanker
        
        Circuleert door het hele lichaam
        
        Detecteren de abnormale reeks oppervlakte-eiwitten die kenmerkend zijn voor sommige met virus geïnfecteerde cellen en kankercellen.
        
        Vermoorden lichaamsvreemde cellen niet door fagoyctose, maar door giftige chemicaliën uit te scheiden die dan lijden tot celdood. Hierbij remt de natural killer cel de verdere verspreiding van kankercellen en viruscellen.