Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Grammatica 2 en formuleren - Coggle Diagram
Grammatica 2 en formuleren
formuleren
zinnen correct begrenzen
Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. In een samengestelde zin worden de zinnen van elkaar gescheiden door middel van: een komma, een puntkomma of een dubbele punt.
Je kunt zinnen ook samenvoegen, maar dan moet je een voegwoord gebruiken.
Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan:
Een bijzin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin geschreven.
en
twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte samengevoegd.
samentrekking controleren
Je mag alleen een samentrekking maken als die aan de drie voorwaarden voldoet: de weggelaten woorden hebben dezelfde
functie
, dezelfde
betekenis
en hetzelfde
getal
(enkelvoud/meervoud)
stappenplan samentrekking controleren:
1.
Noteer de woorden die in het tweede deel van de zin weggelaten zijn.
2.
Bepaal de functie,betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het eerste deel van de zin.
3.
Bepaal de functie,betekenis en het getal van de samengetrokken woorden in het tweede deel van de zin.
4.
Als alles hetzelfde is dan is het een goede samentrekking.
Als er sprake is van een
foutieve samentrekking
, plaatsje de ten onrechte weggelaten woorden alsnog in het tweede deel van de zin.
Beknopte bijzin controleren
Een
beknopte bijzin
heeft geen persoonsvorm en geen onderwerp. Een beknopte bijzin is alleen correct als het denkbeeldig onderwerp hetzelfde is als het onderwerp in de hoofdzin.
Er zijn twee manieren om een foutieve beknopte bijzin te verbeteren.
Manier 1:
Verander de foutieve beknopte bijzin in een 'gewone' bijzin met een persoonsvorm en een onderwerp.
Manier 2:
Verander de hoofdzin en vul daarbij het denkbeeldig onderwerp van de foutieve beknopte bijzin in.
Incongruentie
congruentie:
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudig persoonsvorm en bij meervoud ook.
inconguentie:
Als het
getal
(meervoud of enkelvoud) van onderwerp en persoonsvorm ongelijk is.
Het onderwerp is meervoud, maar wordt voor enkelvoud aangezien.
Het onderwerp lijk meervoud, maar is enkelvoud, omdat de kern enkelvoud is.
De persoonsvorm en het onderwerp staan ver uit elkaar en daartussen staan andere zinsdelen met een ander getal dan het onderwerp.
Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien.
grammatica
hoofd- en bijzinnen
Een zin met 1 pv heet een enkelvoudige zin, een zin met meer dan 1 pv heet een samengestelde zin.
Hoofdzin:
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar, er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen.
De persoonsvorm staat op de eerste of tweede plaats van de zin.
Bijzin:
Tussen onderwerp en persoonsvorm kunnen wel andere zinsdelen staan. De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.
samentrekking
Als in een samengestelde zin dezelfde woorden of zinsdelen twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal een van beide keren weglaten. Dat heet een
samentrekking
.
voorwaartse samentrekking:
het gezamenlijke deel wordt genoemd in het eerste deel en verderop weggelaten
achterwaartse samentrekking:
het gemeenschappelijke deel wordt genoemd in het laatste deel van de samentrekking en daarvoor weggelaten.
woordniveau:
op de plaats van het samengetrokken woorddeel wordt een streepje geschreven:
keukenstoel en -tafel
woordgroepsniveau:
binnen een
woordgroep
worden een of meer hele woorden weggelaten:
dure ringen en armbanden
zinsniveau:
een of meerdere zinsdelen (ow,lv,mv etc.) die twee keer voorkomen, worden weggelaten:
Iris volleybalt op zaterdag en Peter op zondag.
verwijzen
Met een
verwijswoord
wijs je terug naar een of meer woorden die eerder genoemd zijn, het
antecedent
. Vaak is dit antecedent de
kern van een zinsdeel
.
enkelvoud, mannelijk:
hij,hem,zijn en deze,die
enkelvoud, vrouwelijk:
zij,ze,haar en deze,die
enkelvoud,onzijdig:
het,zijn en dit, dat
in het meervoud:
zij,ze,hen,hun en deze,die
onzijdig:
het-woorden,landen,provincies, steden, clubs en verkleinwoorden.
vrouwelijk:
-heid, -nis, -ing, -schap, -st, -e, -de, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit, -tuur
beknopte bijzin
van een bijzin kun je een
beknopte bijzin
maken
het
denkbeeldig onderwerp
van een beknopte bijzin kun je meestal afleiden uit de hoofdzin.
hoe herken je een beknopte bijzin?
In plaats van de persoonsvorm bevat de beknopte bijzin een voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord of 'te+infinitief'.
ambiguiteit
Er zijn zinnen die je op meerdere manieren kunt uitleggen, ambigu. Sommige mensen werken opzettelijk met
ambiguiteit
.
ambiguiteit kan verschillende oorzaken hebben:
woord met meerdere betekenissen, een woordgroep met meerdere betekenissen, op twee manieren ontleden