Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Biologie - Coggle Diagram

- - - - Bouwstoffen: worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (vooral bij groei, ontwikkeling en herstel van het lichaam.
      - Brandstoffen: leveren energie voor beweging, voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur en voor groei, ontwikkeling en herstel.
      - Reservestoffen: worden opgeslagen in bepaalde delen van het lichaam.
      - Beschermende stoffen: zorgen ervoor dat je gezond blijft.
    - - Functie: bevorderen van de darmperistaltiek
- - - - Functies: vooral bouwstoffen, ook brandstoffen
      - Eiwitten kunnen niet als reservestoffen dienen.
    - - Functies: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen
      - Voorbeeld: glucose, suiker, zetmeel
    - - Functies: vooral brandstoffen, ook bouwstoffen en reservestoffen.
      - Vetten kunnen o.a. onder de huid worden opgeslagen
    - - Functie: bouwstof.
      - Water is o.a. belangrijk bij het vervoer van stoffen in het lichaam
    - - Functies: bouwstoffen en beschermende stoffen.
      - Voorbeeld: kalkzouten voor de opbouw van beenderen.
    - - Functies: bouwstoffen en beschermende stoffen
      - Vitaminen worden aangegeven met een letter (bijv. A, B, C, D en K)
    - - Joodoplossing verandert van lichtbruin naar blauwzwart wanneer zetmeel aanwezig is.
    - - Het teststrookje verandert van kleur wanneer glucose aanwezig is.
    - - Biureet-reagens verandert van paars naar lichtblauw wanneer eiwitten aanwezig zijn
- - - - Door conserveren worden de omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt
    - - Bij deze temperatuur zijn bacteriën en schimmels onwerkbaar.
    - - Veel voedsel (bijv. groenten) wordt gesteriliseerd en daarna ingeblikt (luchtdicht verpakt)
    - - Gemalen koffie wordt vaak vacuum verpakt.
    - - Door bijvoorbeeld een hoog koolstofdioxide kunnen micro-organismen niet groeien.
      - Voedingsmiddelen behouden langer hun kleur.
    - - De straling remt de groei van micro-organismen.
    - - Aan jam wordt veel suiker toegevoegd.
      - Aan augurken wordt veel zuur toegevoegd.
      - Aan nieuwe haring wordt veel zout toegevoed.
- - - - Vak 1
        
        Groente en fruit
        
        Vitamine C en voedingsvezel
      - Vak 2
        
        Brood een aardappelen (of rijst, macaroni, spaghetti, peulvruchten, couscous)
        
        Zetmeel, plantaardige eiwitten, vitaminen, mineralen en voedingsvezel
      - Vak 3
        
        Melk, kaas (of andere melkproducten) en vlees, vleeswaren, kip, vis, ei of vleesvervangers.
        
        (dierlijke) eiwitten, vitaminen en mineralen (o.a. kalk)
      - Vak 4
        
        Margarine, halvarine of olie
        
        Vetten en vitaminen
      - Vak 5
        
        Dranken
        
        Water
    - - Een goed dagmenu bestaat uit drie maaltijden en niet meer dan drie of vier keer iets tussendoor.
      - Gebruik niet te veel vet, suiker en alcohol.
    - - Halvarine, vloeibaar vet en olie bevatten veel onverzadigd vet.
    - - Groente, fruit en brood bevatten weinig energierijke stoffen en veel voedingsstoffen.
    - - Voorkom voedselvergiftiging door goede voedselhygiëne.
- - - - Te veel voedsel;
      - te weinig beweging.
    - - Er wordt teveel vet als reservestof opgeslagen (overgewicht);
      - meer kans op het krijgen van ziekten (bijv. hart- en vaatziekten).
    - - De energiebehoeften is afhankelijk van geslacht, leeftijd, lichaamsgrootte en lichamelijke inspanning.
    - - Is je BMI te laag, dan heb je ondergewicht
      - Is je BMI te hoog, dan heb je overgewicht.