Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Geheugen & ouderdom, Geheugen Informatieverwerkingsmodel = …

- - - - IESOS-Structuur
        elk zintuig heeft
        eigen opslag
        
        Sensorisch geheugen
        aanraking, tactiele stimulatie
        
        Olfactorische geheugen
        geuren, olfactorische stimulatie
        
        Echoïsch geheugen
        geluiden, auditieve stimulatie
        
        Smaaksensorische geheugen
        smaken, smaakstimulatie
        
        Iconisch geheugen
        opslag voor beelden = visuele stimulatie
    - - Structuur :red_flag:
        
        Fonologische lus: Opslaan auditieve klanken en woorden
        ook woorden dmv lezen worden akoestisch gecodeerd
        
        Schetsboek voor codering van visuele beelden en mentale representaties en voorwerpen in de ruimte
        
        Centrale bestuurder = het DBC voor info
        Richt aandacht op belangrijke input +
        coördineert welke info verwerkt moet worden
        
        Episodische buffer: verbinding div. stukjes info tot 1 coherente episode met fysiologische, ruimtelijke, fonologische en chronologische aspecten
        
        Semantische buffer = taalverwerkingsmodule; betekenis geven aan woorden door zien of horen
    - - Procedureel geheugen
        werkt buiten ons bewustzijn en gericht
        op hoe iets moet + aangeleerde
        motorische vaardigheden(wandeling)
      - Declaratief geheugen
        met bewuste mentale inspanning
        
        semantisch geheugen (Triviant)
        
        episodisch geheugen (autobiogratie)
        ook bij jonge kinderen omdat zij kunnen imiteren!
      - Consolideren = leren :red_flag:
        Ophalen van korte termijn herinneringen, verbinden en opnieuw opslaan = nieuwe lange termijn herinnering
        M.b.v. cues = stimuli om herinnering te activeren
        Beperkte opslag werkgeheugen omzeilen
        
        Chunking = info opdelen in kleine betekenisvolle stukjes
        
        Repeteren/herhalen: info grondig koppelen aan bekende info
        
        Mnemoniek = techniek om geheugen te verbeteren
        
        Herinneringen
        
        Schema = algemeen conceptueel raamwerk
        verwachtingen over gebeurtenissen,
        thema's, situaties :red_flag:
        
        Voordeel:
        nw. info snel te herkennen
        
        Nadeel:
        snel fouten in herinnering,
        misleidend op details door
        onbewuste wijziging i.o.m. verwachtingen
        
        Expliciete herinnering =
        met aandacht verwerkt en bewust teruggehaald
        
        Impliciete herinnering =
        onbewust opgeslagen
        
        De 7 zonden :red_flag:
        
        Foutieve attributie
        Herinnering koppelen aan verkeerde tijd, plaats of persoon
        
        Suggestibiliteit
        Verstoring na (on)opzettelijke suggestie
        
        Blokkering
        Vergeten a.g.v. niet kunnen terughalen uit geheugen
        
        Bias
        Vervorming door overtuiging, attitude, mening
        
        Verstrooidheid
        Vergeten a.g.v. gaten id aandacht
        
        Ongewenste persistentie
        Ongewenste herinnering blijft in hoofd (trauma)
        
        Vluchtigheid
        langetermijnherinneringen worden minder
        
        Amnesie
        
        Anterograde amnesie =
        onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen
        
        Retrograde amnesie =
        het onvermogen om herinneringen terug te halen
        
        Infantiele amnesie = geen herinneringen voor 3e jr :red_flag:
        
        kinderen hebben nog geen taalvaardigheid
        
        als referentiepunt is zelfbewustzijn nodig
        
        complexe schema's als geheugensteun ontbreken
        
        Dissociatieve/psychogene amnesie = :red_flag:
        plotseling ernstig geheugenverlies
        met normaal functioneren na trauma
        Duurt enkele uren of dagen. Stopt plotseling
        
        Selectieve amnesie - black out
        m.b.t. specifieke verontrustende periode
        wel bewust van eigen identiteit
        
        Gegeneraliseerde amnesie
        i.r.t. identiteit en verleden
        je vergeet wie je bent
        
        Onderscheid met neurocognitieve stoornissen
        
        2 more items...
        
        Dissociatieve fugue = vlucht :red_flag:
        vergeten wie je bent en vertrekken
        aannemenen nieuwe identiteit op nieuwe plek
        
        Dissociatieve identiteitsstoornis = DIS =:red_flag:
        meerdere deelpersoonlijkheden met elk eigen identiteit
        stemmen ih hoofd
        Vaak na mishandeling of seksueel misbruik =
        vorm van zelfbescherming
        
        1 more item...
        
        Depersonalisatiestoornis =
        loskoppeling van gevoelens en identiteitsbeleving
        Eigen lichaam en geest lijken onwerkelijk
        zichzelf bekijken als van een afstand
        Na hevige stress
        
        Therapie
        
        3 more items...
        
        Dissociatie/ontkoppeling =
        acties buiten het normale bewustzijn
        niet meer in hier en nu
        
        3 more items...
        
        Kapstokwoorden
        associëren met betekenisvolle woordpatronen
        
        Methode van Loci
        voorwerpen associëren met bepaalde plek id ruimte
- - - - Kenmerken
        
        afhankelijk van aangetast deel id hersenen
        
        taalproblemen bij temporale deel
        
        desoriëntatie bij pariëtele hersenkwab
    - - Effecten
        
        agressie, boosheid agv neurocognitieve stoornis en besef van aftakeling
        
        Achteruitgang cognitieve functies van taal, abstract denken en geheugen.
        
        Stadia
        geleidelijke overgangen :red_flag:
        
        Grotere persoonlijkheidsverandering, 2-3 jaar
        verwarring, desoriëntatie, taalstoornissen, hallicunaties
        depressief, agressief, apathisch
        
        Decorumverlies, houterige motoriek, hulpbehoevend, incontinent
        
        Vergeetachtigheid en lichte persoonlijkheidsverandering
        
        Overlap met depressie: :red_flag:
        
        1e symptomen lijken op elkaar
        
        kunnen allebei tegelijk voorkomen
        
        op hersenscans is onderscheid moeilijk zichtbaar
        
        besef van aftakeling is reden voor depressie
        
        Veranderingen in de hersenen: :red_flag:
        
        hersenschors verschrompelt
        
        amyloïde plaques = eiwitophopingen die contact tussen cellen verhinderen = extreem verouderingsproces
        
        neurofibrillen verstoren hersenfuncties
        
        De 4 A's
        
        Amnesie = geheugenverlies 1e!
        
        Agnosie = moeite met herkennen van voorwerpen
        
        Afasie = moeite met begrijpen en uiten van taal 1e!
        
        Apraxie = moeite met uitvoeren van handelingen
        procedurele geheugen gaat achteruitgang
        
        Onderscheid met 'gewoon' verouderen
        
        ernstige belemmeringen in dagelijks functioneren
        
        persoonlijkheidsverandering
        
        taalgebruik en abstract denken
        
        ernstige verstoring cognitieve functies
        
        Confabuleren = verzinsels om
        leemtes geheugen op te vullen
      - Andere opties
        
        Verschil met depressie:
        
        zichtbaar bij autoptie
        
        geen decorumverlies
        
        geen grote persoonlijkheidsverandering
        
        Ziekte van Pick vanaf 55e jaar
        
        frontotemporale hersenaantasting =
        aantasting voorste hersendelen
        
        geleidelijke persoons- en gedragsverandering
        
        1e achteruitgang in sociaal functioneren
        
        stoornissen in regulatie van gedrag
        
        cognitieve achteruitgang taal en geheugen
        
        Hersenaantasting met Lewylichaampjes:
        
        meestal >65 jaar
        
        sprongsgewijs verloop verlies cognitieve functies
        
        visuele hallicunaties
        
        motorische verschijnselen en trage bewegingen,
        houterig, lijkend op Parkinson
      - Oorzaken zijn combi van:
        biologisch, genetisch en van buitenaf
        
        Exogene (van buitenaf) of biologische factoren:
        
        virussen
        
        aluminium
        
        Beschadiging van cellen die
        acetylcholine produceren
        (speelt rol bij geheugen en concentratie)
        
        Tekort aan:
        
        serotonine
        
        noradrenaline
        
        Genetisch:
        
        komt 2x vaker voor bij familieleden
        
        Down-chromosoon produceert amyloïde plaques
      - Behandeling:
        
        geen effectieve, vooral symptoombestrijding
        
        antipsychotica bij wanen
        
        antidepressieva bij depressieve gevoelens
        
        cholinesteraseremmers voor minder afbraak acethylcholine voor positief effect geheugen en concentratie
        
        realiteitsoriëntatietraining, geheugentraining en validatie voor structuur, vermindering onrust en spanning
  - - - Oorzaken
        
        Lichamelijke oorzaken
        
        hersenaandoeningen Alzheimer, tumor
        
        hart- en vaatziekten
        
        hormonale aandoeningen, diabetes
        
        infectieziekten, longontsteking
        
        onthoudingsdelier door ander medicijngebruik
        
        intoxicaties
        
        delirium tremens door abrupt stoppen met alcohol
        
        stoppen met drugs
      - Ouderen zijn risicogroep: :red_flag:
        veel medicijnen, i.c.m. neurologische stoornis en lichamelijke aandoeningen
        
        Behandeling bij oorzaak: :red_flag:
        
        lichamelijk: behandeling aandoening
        
        medicijnen: aanpassing dosering of middel
        
        onrust, hallicunaties: antipsychotisch middel
        
        angst: benzodiazepinen
        
        zware delier: opname noodzakelijk
        
        lichte delier; vertrouwde omgeving nodig
        
        altijd arts inschakelen
        nader lichamelijk, laboratorium en neurologisch onderzoek nodig
- - - - Primaire waan:
        ontstaat plotseling met sterke overtuiging
      - Secundaire waan door:
        psychotische toestand of stemmingstoornis
      - thema's
        
        gericht op buitenwerend; achtervolgingswaan
        
        gericht op lichaam: infectie of ziekte
        
        op zichzelf; grootheidswaan
  - - - door andere psychotische stoornissen
      - door schizofrenie
    - - Springen naar conclusies:
        o.b.v. beperkte info conclusies trekken
      - Bronmonitoringstendens:
        Eigen gedachten door bron buitenaf
      - Co-variatietendens
        toeval bestaat niet
      - Confirmatietendens
        zie-je-wel-redeneren
  - - - Positieve, dat wat er niet moet zijn:
        wanen, hallicunaties, incoherentie, neologisme
      - Negatieve, ontbreken van wat er moet zijn:
        minder emotionele expressie, apathie, sociaal isolement
        vertraagd denken, moeite met abstract denken
  - - - antipsychotica grijpen aan op dopamine
        
        amfetamine verhogen dopamine
      - veel patiënten komen uit lagere sociale klasse
  - - - weinig probleembesef, geen inzicht in eigen functioneren
        zijn overtuigd van de wanen en hallicunaties
      - moeilijke mensen om mee om te gaan: meegaan of niet ?!
- - - - Soorten
        
        Erotische betrekkingswaan
        overtuiging dat iemand verliefd op je is
        
        Grootheidswaan
        geloof in bijzondertalent of gave
        
        Somatische waan
        overtuiging op ziekte
        
        Paranoïde of achtervolgingswaan
        overtuiging op bespionering of dwarsgezeten worden
        
        Jalouzie of ontrouwwaan
        overtuiging op ontrouw door de partner