Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
6.2 biologie - Coggle Diagram
6.2 biologie
Hoe produceren boeren veel voedsel?
Plaag:
Als insecten of bacteriën zich vermenigvuldigen.
Gewasbeschermingsmiddelen:
Giftige stoffen die de plaagorganismen doden.
Krachtvoer:
Voer met extra veel eiwitten en mineralen er in.
Antibiotica:
Is aan veevoer toegevoegd om ziekteverwekkende bacteriën te doden.
Kunstmest:
Witte korrels met mineralen erin.
Fokken:
Om dieren voort te planten
Dierlijke mest:
Poep en plas van dieren.
Veredeling:
Het kruisen van rassen bij planten en dieren om betere eigenschappen te krijgen,
Intensieve veehouderij of bio-industrie:
Als ze dieren in een grote stal vast houden.
Genetische modificatie:
Als wetenschapper een dier of plant maken met gebruik van DNA
Monocultuur:
Als boeren op een akker maar een product produceren.
Productie van boeren
:
Veel van hetzelfde produceren
Opbrengst verhogen
Schade en ziekte voorkomen
Supergewassen en supervee
Waarom zijn er zoveel regels voor boeren?
Mestoverschot:
Als boeren te veel mest krijgen dan dat ze kunnen gebruiken.
Overbemesting:
Als je te veel mest over een weiland strooit.
Regels voor de mestproductie en besmetting:
Mestoverschot.
Overbemesting.
Vermesting:
Als overtollige mineralen in kwetsbare natuurgebieden en oppervlakte wateren terecht komen
Waterbloei:
Ontstaat door vermesting van oppervlaktewater zoals sloten, rivieren en meren.
Ammoniak:
Veroorzaakt verzuring.
Verzuring:
Stoffen die niet meer goed zijn.
Mestinjectie:
Een machine om de mest in de grond mee te spuiten.
Selectief:
Nodig in een middel om zoveel mogelijk plaagorganisme te doden.
Biologiesch afbreekbaar:
Nodig om bacteriën en schimmels af te breken
Gifophoping:
Hierdoor als organismen in de ophoping blijven, gaan ze dood.
Dierenwelzijn:
Is een regel voor onder andere dieren een minimale hoeveelheid ruimte te krijgen in een stal.