Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Economie H4 VMBO-T 2 (Noordhoff) - Coggle Diagram
Economie H4 VMBO-T 2 (Noordhoff)
4.1
Produceren; Het maken van goederen en leveren van diensten.
Bedrijfskolom; Alle bedrijven die meewerken aan een product.
Toegevoegde waarde; Hoeveel een product telkens meer waard wordt doordat een bedrijf het product bewerkt.
Productiekosten; Alle kosten die je maakt bij het produceren.
Kostprijs per product; De kosten die je gemiddeld hebt voor het maken van één product.
Productiesectoren; Agrarische bedrijven, Industriële bedrijven en Dienstverlenende bedrijven.
4.2
Ondernemer; Iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.
Productiefactoren; Alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren: natuur, arbeid en kapitaal.
Investeren; Het kopen van kapitaalgoederen, zoals een machine of bedrijfswagen.
Concurrenten; Bedrijven die dezelfde soort producten verkopen.
Winst; Het bedrag dat je overhoudt nadat alle kosten van de opbrengst zijn afgehaald.
Verlies; De kosten zijn hoger dan de opbrengsten.
4.3
Technologische ontwikkelingen; Nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen.
Mechanisatie; Machines nemen het zware werk van mensen over.
Automatisering; Computers en computerprogramma's sturen de productie aan.
Arbeidsproductiviteit; De hoeveelheid producten die een werknemer in een bepaalde tijd kan maken.
Afschrijving; De jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed.
4.4
Milieuschade; Alle negatieve gevolgen van ons gedrag voor het milieu als gevolg voor vervuiling, energieverbruik, grondstoffenverbruik en afval
Duurzaam produceren; Produceren zonder schade voor mensen en milieu.
Recycling; Het maken van nieuwe materialen uit afval.
Maatschappelijke kosten; De samenleving betaalt mee aan de kosten van milieuschade.