Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Biologie H13 paragraag 1 & 2 Lara de Vries & Amber de Jonge -…
Biologie H13 paragraag 1 & 2
Lara de Vries & Amber de Jonge
Het centrale zenuwstelsel
grijze stof
Afkomstig van van de cel lichamen van miljarden neutronen.
Witte stof
Komt van myeline, een witgele vetachtige stof
Ruggenmerg: wit buiten, grijs binnen Grote hersenen: wit binnen, grijs buiten
bescherming hersenen
Bloed hersenbarrière
Ruimten tussen de cellen erg klein door verbinding: tight junctions
Astrocyten
Dit zijn gilacellen: cellen met veel uitlopers.
Bouw van cellen in het zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Neuronen
Neuronen zijn zenuwcellen
Maken informatieoverdracht open
Bestaat uit cellichaam met celkern en uitlopers
Elk neuron heeft 2 uitlopers: dendrieten en een axon.
Dendrieten: Ontvangt informatie en geeft door aan cellichaam
Axon: Regelt ademhaling, de werking van je hart en andere inwendige organen. Werkt buiten je eigen wil om.
Iedere aftakking van een axon eindigt in meerdere synapsen.
Synapsen: Ruimte tussen membranen van twee neuronen waar in impulsen via neurotransmitters kunnen overspringen of uitdoven.
Neurotransmitter: Een stof , opgeslagen in kleine blaasjes vlak bij de synaps waarmee neuronen andere cellen stimuleren of remmen.
gliacellen
Ondersteunende cellen in het zenuwstelsel
Voeden, steunen, beschermen en ruimen beschadigen stoffen op.
Cellen van Schwann
Maken een isolerende myelineschede om lange zenuwuitlopers heen
Functies neuronen
Neuronen
Sensorische neuronen
Neuronen die informatie van zintuigen naar het CZS brengt
Schakelneuronen
Neuronen in het CZS dat impulsen van sensorische neuronen en andere neuronen uit het CZS doorschakelt
Motorische neuronen
Neuronen de informatie van het CZS naar spieren of via grensstreng naar klieren brengt
Zenuwen
Een zenuw bestaat uit bundels uitlopers van gemyelinieerde neuronen, met bindweefsel en bloedvaten
Het bindweefsel omgeeft en isoleert op verschillende manieren: elke uitloper apart, bundels uitlopers en zenuw in zijn geheel
Gemengde zenuwen: een zenuw met bundels uitlopers van zowel sensorische als motorische neuronen
Dendrieten --> sensorische neuronen
Axonen --> motorische neuronen
Zenuwstelsel: meer dan neuronen
90% van de cellen in hersenen en ruggenmerg zijn gliacellen
Types gliacellen
Astrocyten
Vrijwel gesloten kring om de haarvaten.
Regelen de uitwisseling van stoffen tussen neuronen en het bloed
Spelen een rol bij herstel van neuronen na beschadiging
Oligodendrocyten
Kleine gliacellen die verspreid in het CZS voorkomen, vormen myelineschede
Myelineschede: een isolerende laag om de uitlopers van een neuron, gevormd door cellen van Schwann
Insoering van Ranvier: een onderbreking in de myelineschede waar de in en uitstroom van ionen kan plaats vinden
Microgliacellen
Gliacel die in fagocyten veranderen bij weefsel beschadiging
Beschermen neuronen tegen ziekte verwekkers
Ependymcellen
Endotheelcellen die in het CZS die hersenkamers en ruggenmergkanaal bekleden
Produceren hersen- en ruggenmergvocht
Cellen van Schwann
Cellen rondom een uitloper van een neuron waaruit myelineschede ontstaat.
Spelen rol in het herstellen van beschadigde neuronen
Indeling hersenen
Grote hersenen
Nemen het grootste deel in.
Bestaan uit 2 helften verbonden door de hersenbalk.
Neuronen geven informatie door in hersenschors
Hersenschors
Informatie uit je gehoor komt bij de sensorische centra.
Primaire gehoorcentrum komen de impulsen vanuit je gehoor binnen.
Er vind bewustwording plaats.
Geluid wordt gekoppeld aan de geheugen informatie in het secundaire gehoorcentrum.
Je kunt het interpreteren, je herkent het.
Primaire motorische schors: neuronen om een eigen groep spieren aan te sturen.
Secundaire motorische schors: Bevat informatie hoe de beweging gecoördineerd kan worden uitgevoerd.
Thalamus
Alle informatie behalve geur gaat hier via naar je hersenschors
Welk impuls van zintuigen waarheen gaat.
Hypothalamus
Homeostase
Stuurt hypofyse.
Stuurt hormoonklieren.
Thermostaat.
Regeling temperatuur.
Biologische klok.
Regelt dag-nacht ritme.
Kleine hersenen.
Coördineren van bewegingen.
Nauwe samenwerking met grote hersenen.
Hersenstam
Middenhersenen
Reflexen met behoren tot horen en zien.
Verlengde merg
Overgangsgebied hersenen en ruggenmerg.
De linker helft van je hersenen krijgt informatie over de rechterkant van je lichaam en andersom.
Pons
Verbindt evenwichtszintuig en kleine hersenen.
Ruggenmerg.
Uitlopers van sensorische neutronen.
Impulsen van zintuigen naar ruggenmerg.
Uitlopers motorische neutronen.
Impulsen van ruggen,erg naar spieren.
Alcohol
Vorming dopamine
Geeft boodschappen neuronen door.
Ontspannen gevoel
Reflex
Reactie zonder bewustwording
beschermt
Zintuigen
Sensorische neutronen
schakelneutronen
Motorische neutronen
Spier of kleircel.
Reflexboog
Aangeleerde
Gaan niet van zelf
Aangeboren.
Van af geboorte aanwezig.