Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Conjugaison NL - Coggle Diagram
Conjugaison NL
Présent
Radical = Infinitif - en
!! v -> f (leven -> leef)
z -> s (lezen -> lees)
voyelle doublée (wonen -> woon)
Ik -> radical
Je -> radical + t
Hij/Ze -> radical
!! Inversion "Je"
Radical + je (sans t)
Pluriel = Infinitif
Futur
Zal
Zullen
Infinitif à la fin
Conditionnel
Zou
Zouden
Infinitif à la fin
Imparfait
Radical + de ou te
Radical + den ou ten
te(n) si f k p s t ch
!! leefde (car vient de leven)
landen -> wij landden
wachten -> wij wachtten
!! Exceptions TP
Passé composé
hebben/zijn
'+ participe passé à la fin de la phrase
HEBBEN
verbes action
verbes mouvement si ni origine ni destination ni déplacement explicite
verbes réfléchis "zich": zich vergissen, zich wassen
verbes impersonnels "het: regenen, sneeuwen,
ZIJN
verbes mouvement avec origine ou destination ou déplacement explicite (uit/in, binnen,/buiten, terug/weg)
verbes passage d'un état à un autre: beginnen, opstaan, vallen, veranderen, verdwijnen
verbes "être": blijven, gebeuren, worden, zijn, blijken
verbes réussite/échec: lukken-mislukken, slagen-zakken
Participe passé = (particule séparable) + ge + radical + d ou t
!! t ou d pas doublé: gewacht, geland
t si f k p s t ch
!! geleefd (car vient de leven)
Pas de "ge" si commence par ge, be, ver, her, er, ont
ontmoeten -> ontmoet
!! Exceptions TP
Plus que parfait