Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Hoofdstuk 13 Zenuwstelsel, image, image, image - Coggle Diagram
Hoofdstuk
13
Zenuwstelsel
Paragraaf 2 Cellen in het zenuwstelsel
Myelineschede
isolerende laag om uitlopers van zenuwcellen.
Cellichaam
Een cel lichaam is een onderdeel van neuron. Het bestaat uit de celkern en een aantal uitlopers.
Cellen van Schawann
Cellen van Schawann zijn bepaalde gliacellen die isolerende myelineschede om lange zenuwuitlopers heen maken.
Elk neuron bestaat uit twee typen uitlopers
Axon
De afvoerende uitlopers van de neuronen heet een axon.
Dendrieten
Dendrieten zijn uitlopers die impulsen van zintuigcellen of andere neuronen naar het cel lichaam aanvoeren.
Gliacellen
Gliacellen zijn steuncellen met veel uitlopers, die een gesloten kring rondom de haarvaten vormen. Gliacellen zijn een onderdeel van de bloed-hersenbarrière die ervoor zorgt dat er een selectief stoffen worden doorgelaten. Gliacellen hebben belangrijke ondersteunende taken zoals het steunen van neuronen, bieden van bescherming en het opruimen van beschadigde cellen.
Neuronen
Neuronen zijn zenuwcellen van de hersenen en van het ruggenmerg. Het centrale zenuwstelsel is opgebouwd uit neuronen van de hersenen en van het ruggenmerg met hun ondersteunende cellen.
Synapsen
Iedere aftakking van het axon eindigt in meerdere synapsen. Synapsen zijn plaatsen waar het neuron zijn informatie overdraagt aan een ander neuron.
Neurotransmitter
Een speciale stof die wordt gebruikt voor het overdragen van informatie van de een naar de andere neuron.
Er zijn 5 typen gliacellen
Astrocyten
Stervormige cellen met lange, sterk vertakte uitlopers.
Regelen de uitwisseling van stoffen tussen neuronen en het bloed. Ze leveren steun aan de neuronen en helpen bij het herstel wanneer deze beschadigd zijn.
Oligodendrocyten
Oligodendrocyten zijn kleine cellen die verspreid in het centrale zenuwstelsel voorkomen.
Oligodendrocyten vormen Myelineschede om uitlopers van neuronen in het CZS
Myelineschede
De myelineschede isoleert de zenuwvezels en maakt een snellere geleiding van impulsen mogelijk
Insnoering van Ranvier
De myeline schede is regelmatig onderbroken. Dit niet-geïsoleerde stukje van de uitloper heet een insnoering van Ravier.
microgliacellen
Beschermen de neuronen tegen ziekteverwekkers
Veranderen in fagocyten bij weefselbeschadiging
Ependymcellen
Ependymcellen zijn endotheelcellen ( dekweefselcellen) die de hersenkamers en het centrale kanaal van het ruggenmerk bekleden
Ependymcellen produceren hersen- en ruggenmergsvocht.
Cellen van Schwann
Spelen een rol bij het herstellen van beschadigde neuronen
Bevinden zich in het perifere zenuwstelsel
Hebben een vergelijkbare rol als de oligodendrocyten
Vormen een myelineschede om de lange uitlopers van neuronen
Een zenuw : bestaat uit bundels uitlopers van gemyeliniseerde neuronen, met bindweefsel en bloedvaten. Het bindweefsel omgeeft en isoleer op verschillende manieren
Sensorisch
Sommige hersenzenuwen zijn uitsluitend sensorisch. Zij geven impulsen van zintuigen door aan de hersencentra.
Motorisch
Sommige zenuwcellen zijn uitsluitend motorisch. Zij sturen spieren aan.
Gemengde zenuwen
De meeste zenuwen zijn gemengde zenuwen. Zij bevatten dendrieten van sensorische neuronen en axonen van motorische neuronen
Er zijn 3 typen neuronen
Schakelneuronen
Schakel neuronen hebben niet allemaal een myelineschede. Ze schakelen de impulsen van sensorische neuronen en andere neuronen uit het CZS door.
Sensorische neuronen
Sensorische neuronen deze ontvangen impulsen van zintuigcellen en voeren die naar het CZS ( centraal zenuwstelsel).
Motorische neuronen
Motorische neuronen voeren de impulsen van het CZS naar spieren of via de grensstreng naar klieren.
Centrale zenuwstelsel
Thalamus
Hypothalamus
Betrokken bij homeostase, aansturen hypofyse. Thermostaat -> regelen biologische klok + temperatuur
hersenschors
Informatie wordt doorgegeven via hersenneuronen naar sensorische centra. In primair centra komen impulsen binnen en vind bewustwording plaats. Koppelen aan informatie -> secundaire centrum
Interpeteren
Kleine hersenen
Coördineren van bewegingen
Grote hersenen
Bestaan uit 2 helften, verbonden met hersenbalk
Hersenstam
Bestaat uit middenhersenen, spelen rol bij reflexen. Pons -> verbindt grote en kleine hersenen.
Verlengde merg is verbinding hersenen naar ruggenmerg. Uit de hersenen 12 zenuwen, allemaal in hoofd of hals behalve zwervende zenuw.
Ruggenmerg
Hersenen gaan over in ruggenmerg. Aan de rugzijde bevinden uitlopers-> sensorische neuronen
Verdikking met cellichamen: Spinaal ganglion. Buiten het ruggenmerg liggen grensstrengen met knopen: ganglia
Licht en donkere deel van de hersenen is te onderscheiden
1) Donkere kleur van Grijze stof -> afkomstig van cellichamen
2) Lichte kleur van Witte stof -> myeline (witgele stof)
Perifere zenuwstelsel
Reflexen
Reactie op een prikkel zonder dat bewustoptreding plaatsvindt. Ze beschermen je met snelle reacties.
Voorbeeld reflex: Kniepeesreflex Zintuigcellen -> sensorische cellen -> schakelneuronen -> Motorische neuronen -> Spier/ of kliercellen
Dit heet reflexboog
Aangeboren, de grote hersenen ontwikkelen motorprogramma's
Noor Tetteroo en Tess Wijkstra
5V2