Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Water - Coggle Diagram

- - - - Frontal/Stratiform = Lange periode met lage prespiration intensiteit
      - Convective = Korte periode met hoge prespiration intensiteit
        vaak kleine wolken
    - - Raingauge = vangt op en deelt door opp
      - Weather radar = Radiogolven
    - - sensible heat flux = Landopp en luch
      - lantent heat flux = evaporation
      - Soil heat flux = onder de aardopp
      - Albedo = Factie zonlicht wordt gereflecteerd
        
        Sneeuw is hoogste fractie
    - - Interception = van bladeren, stam en taken (wordt niet opgenomen)
      - Transpiration = via grond naar planten (zweten)
  - - - Vegatatie bevorderd
      - Grove deeltjes = verticale stroom
      - fijne deeltjes = langzamer, daardoor horizontaler
    - - Infiltration = meer valt dan verwerkt wordt
      - saturated = grond zit vol
  - - - v = m/s
        (Mean flow velocity)
      - A = m2
        Cross-sectional area
    - - ΔS = mm
        Specific storage
      - Δh = mm
        Groundwater niveau
      - μ < 1
        Storage coefficient
    - - c = (√m)/s
        Chezy constant
      - So = fractie
        Slope
      - Rh = m
        natte omtrek = A/omtrek
  - - - Recession = in een droge periode
- - - - Anisotrophic = er is weerstand
      - isotrophic = hetzelfde in alle richtingen (altijde 90 graden)
    - - ne = is de effective porosity - fractie
    - - 250 is zeer laag
      - 750 is gemiddeld hoog
      - 2000 extreem hoog
    - - C = D/
        .......k
  - - - Pressure head - h
      - Elevation - z
        hoogte van water met bv zeeniveau
      - Water beweegt naar de laagste druk
    - - ASG = 0,83 x AHG + 0,19 x ALG + 5,4
  - - - < infiltration
      - <> seepage, pas na de infiltration
- - - - Litteral, ondiep en planten
      - Pelagic = wateropp in het midden
      - Benthic = sediment in het diepe
    - - Diatoms = Groeit in de lente
      - Green algae = daarna
      - Cyanobacteria = laatste in de bloe
    - - Biofilm
        
        Epipython als het op planten zit
    - - FLAB = als ze gas bellen vangen en gaan drijven
    - - Protzoa = eencellig
      - zooplankton = leven op bacterien , phytoplankton en zooplankton
      - Shredders = vermalen grof materiaal
      - Collectors = consumeren fijne organische stukjes
        
        Filters
        
        Gatherers
      - Scrapers/grazers = herebivore, grazen alles
      - Predators = canivoren
  - - - Polysaphobic = veel pollution en organische materiaal weinig O2
      - messosaprobic = simpele organische materiaal en veel O2
      - Oligosaprobic = Perfecte situatie
  - - - Scramble = Effiecenter met voedingstoffen
      - inference = being more aggresive
  - - - Upper reach (1 to 3)
        
        Weinig fotosynthese
        
        P/R < 1
        
        CPOM
      - Middle reach (4 to 6)
        
        Hoge biomass production
        
        P/R = 1
        
        Weing shredders
        
        Veel grazers en collectors
        
        FPOM
      - Lower reach (> 6)
        
        FPOM
        
        Deep turbid water
        
        P/R < 1