Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
wereld theorie bedreigde wereld? - Coggle Diagram
wereld theorie bedreigde wereld?
C1: klimaat en landschapszones
Klimaat en landschap
%20-%20Klimaatzones%20(leerdoelen%20college%201).pdf)
Kopen
C2 visies op relatie tussen mens-natuur
3 kernvisies:
mens is ondergeschikt aan de natuur
mens en natuur zijn nevengeschikt en beïnvloeden elkaar wederzijds
mens is boven geschikt aan natuur
Cultuur(landschaps)geografie: als reactie op fysisch-determinisme. het idee van de 'kneedbare natuur'.
landschapsgeografie, gericht op het zichtbare landschap
Otto Schlüter (1827-1959) als grondlegger
cultuurgeografie, gericht op niet zichtbare cultuurverschijnselen
Carl Sauer (1889-1975) als grondlegger, menselijke verstoring van het natuurlandschap door destructive explo
optimisten:
Draagkracht (carrying capacity) en voorraad hulpbronnen (resources) niet constant, maar dynamisch door technologische, politieke, economische en sociale ontwikkelingen, etc.: groene revolutie landbouw
Boserup 1910-1999: omvang bevolking bepaalt voedselproductie
Indeling Brits geograaf John Cole (1928) in regio’s op basis van relatie reële BRP en voorraad natuurlijke hulpbronnen: landareaal, productief land, zoetwatervoorraad, fossiele brandstoffen en mineralenrijkdom
ontkracht:
Geen lineaire relatie tussen BRP en voorraad. Welvaart is dynamisch. Europa, Japan en Noord-Amerika hebben het tekort aan grondstoffen gecompenseerd door handel en kolonies.
fysisch-determinisme: Mens afhankelijk of zelfs gedetermineerd door natuur
Friedrich Ratzel (1844-1904) als grondlegger: ruimtegebruikers strijden om Lebensraum
Vidal de la Blanche (1945-1918) als grondlegger: bestaanswijze (genre de vie) wordt bepaald door interactie met bestaansmogelijkheden (possibilité) die natuur biedt (voorraad natuurlijke hulpbronnen)
pessimisten
Draagkracht (carrying capacity) en voorraad hulpbronnen (resources) constant en leidt dus tot bevolkingsdruk: onder- en overbevolking
Malthuis: voedselproductie bepaalt omvang bevolking en leidt tot Malthusiaanse catastrofe
1766-1834
Ehrlich: I = P x A x T
Impact = Population x Welvaartsnuveau x Technoligy
Club van Rome 1972:
de wereld bevolking wordt te groot!
op de schaal van pessimistisch naar optimistisch
Diep ecologisch ecocentrisch
Mens misbruikt natuur
Pessimistisch: ondergang mens tenzij bevolking en economie krimpt tot bio-regionalisme
Communalistisch ecocentrisch
Grens exploitatie natuur bereikt
Nulgroei economie, handhaving biodiversiteit en grootschalige herverdeling welvaart
Accomoderend technocentrisch
Duurzame exploitatie natuur mogelijk
Duurzame economische groei, mogelijk door technologische ontwikkelingen (geo-engineering, gentechnologie, kernenergie, etc.)
Cornucopisch technocentrisch
Mens overheerst natuur door exploitatie
Optimistisch: maximale economische groei, mogelijk door technologische ontwikkelingen (geo-engineering, gentechnologie, kernenergie, etc.)
natuur als hulpbron
eigendomsrechten:
privébezit
tijdelijke privébezit door pachters of huurders
comunaal bezit van een gemeenschap
publiek of staatsbezit
open ruimte
vanaf 3 wordt de draagkracht vaak overschreden. open ruimte grootste probleem: tragedy of the commons
oorsprong landbouw en veeteelt grote impact op de natuur.
ook atmosfeer en hydrosfeer zijn beïnvloed door de mensen
milieudruk meten
uitgedrukt in mondiale hectare:
hectare met een gemiddelde (mondiale) biologische productiviteit (gbp)
agrarisch draagvlak
relatie tussen maximale voedselproductie per hectare en menselijke consumptiebehoefte (in Joules of calorieën): kan er voldoende voedsel worden geproduceerd voor de bevolking?
ecologisch draagvlak
meetinstrument dat weergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaalde bevolkingsgroep in een jaar gebruikt voor consumptie en afvalverwerking
Inzicht in duurzaamheid en verdelingsvraagstuk
gebaseerd op concept dat consumptie gebruik maakt van milieu kapitaal in 3 categorieën:
voedsel, kleding en hout voortgebracht door akkerland, grasland, bosgronden en visgronden
Ruimtebeslag voor wonen, economische activiteiten, transport en waterkracht
Energiegebruik uit fossiele brandstoffen en kernenergie, uitgedrukt in termen van hectare energieland: opnamecapaciteit CO2 door 1 hectare bos (die vrijkomt bij verbranding van 1450 liter benzine per jaar)
Totale biocapiciteit Aarde is 12 miljard gha.
Fair share is beschikbare gha per persoon: in 2020 1.6 gha per persoon.
Roofbouw: werkelijk gebruik is 2.2 gha en dus niet duurzaam en ook ongelijk verdeeld
C3 natuurlijke hulpbronnen
Alle in de natuur aanwezige stoffen die van economisch nut kunnen zijn of van levensbelang zijn voor de mens.
wereld voedsel voorziening
grote verschillen in voedsel voorziening over de hele wereld
in 2050 hebben we 10 miljard mensen! problemen:
irrigatie zorgt voor watertekorten
insecticieden vervuilen grond en oppervlakte water
kunstmest -> verzuring, lachgas, amonniak en vervuiling grond en oppervlakte water
toenemende welvaart betekend meer dierlijke producten -> toename CO2
voedselprijzen fluxueren
conflicten zorgen voor voedsel prijs stijging, vanaf 2008 stijgt de voedselprijs weer.
wordt vaak gemeten tov een indexatie.
vraag en aanbod
stijging door: groei wereldbevolking, biobrandstoffen, plagen en ziektes, conflicten, urbanisatie, toenemen prijs olie en aardgas (transportkosten van voedsel) ect.
daling: dalende prijs olie en aardgas, toenemende productiviteit door technologische ontwikkelingen, uitbreiding landbouw grond door ontbossing.
maatregelen om voedselvoorziening veilig te stellen in 2050:
stoppen subsidies biobrandstoffen, moeten niet concurreren met de voedselvoorziening
aanpak corruptie
verbetering van infrastructuur in ontwikkelingslanden
opheffen handels barrières
klimaatverandering tegen gaan
maatregelen
techno centrisch
(nieuwe groene revolutie)
verhogen van opbrengst door verbetering van rassen, genetische modificatie
efficiënter gebruik van kunstmest, pesticide, insecticiden en irrigatie water
alternatieven voor vlees ontwikkelen: plantaardig en kweekvlees
maatregelen
ecocentrisch
omschakeling van veeteelt naar akkerbouw
overstappen naar biologische landbouw
overstappen gewassen met lage opbrengst (graan) naar hoge opbrengst (noten, fruit, aardappel)
minder voedselverspilling
bewustzijn voor consumenten vlees consumtie
gevolgen stijgende voedselprijzen:(voedsel crisis)
vooral negatieve gevolgen voor landen met een eenzijdige economie, veel ongelijkheid en een corrupte overheid
water
samenstelling hydrosfeer
slecht 2% is zoet, rest zout of brak
69% van zoetwater opgeslagen in gletsjers en polen: niet vernieuwbaar
<1% van zoet water is beschikbaar en dus 0,26% van het totaal: wel vernieuwbaar
meren, rivieren, ondiepe ondergrond en de atmosfeer
soorten water
baluw: oppervlakte water en grondwater (verzadigd met water)
groen: bodemwater / hangwater (onverzadigd deel van de bodem boven grondwaterspiegel) niet winbaar voor de mens, wel voor planten
water aanbod
is kleiner dan het wateerverbruik en de kwaliteit van het water is niet overal het zelfde. ook zijn mensen en water niet gelijk verspreid over de wereld.
waterverbruik
is water wat niet geschikt voor hergebruik door verdamping, verwerking in producten of te vervuild.
watergebruik
afvalwater wat na zuivering weer geschikt is voor hergebruik
waterverbruik in NL
1446m3 per persoon per jaar waarvan 94% uit buitenlandse voedsel- en industrieproducten
virtueel water
virtueel water handelsbalans:
veel landen die een water tekort hebben zijn toch exporteurs van virtueel water. NL importeur door haven Rotterdam
water voetafdruk: gemiddelde mondiaal 1385 (onder het te besteden water) grote verschillen in verbruik, gebieden met hoge vleesconsumptie en veel droogte gebruiken meer water.
toenemende vraag zorgt voor grotere watervoetafdruk. komt door groei bevolking en welvaartsgroei.
waterschaarste
falkenmark 1990 op basis van vernieuwbare voorraden waterschaarste (in m3 per persoon per jaar)
absolute waterschaarste <500
waterschaarste 500-1000
waterstress 1000-1700
voldoende 1700-10000
ruim voldoende >10000
kritiek
er wordt geen rekening gehouden met verschillen tussen ruimte en tijd
world water council rekent met waterschaarste op een fluviatiele manier: per stroomgebied en hoe veel % van het vernieuwbare water wordt gebruikt.
overexploitatie
gevolgen voor oppervlakte water en grondwater
sommige rivieren bereiken de zee niet meer! (kan je goed zien)
dalende grondwaterspiegel, dit zorgt voor verzilting (kan je niet zomaar zien en dus een kruipend probleem)
maatregelen tegen waterschaarste
maatregelen vergroten aanbod
techno centrisch
oppervlakte waterberging vergroten (stuwmeren en bekkens)
grondwaterberging vergroten, vertragen van de afvoer zodat infeltratie toeneemt (planten van bomen)
water afvoeren van elders, kanalen pijpleidingen
aanspreken van fossiele grondwatervoorkomens: aquifers (niet vernieuwbare bron)
ontzilting zeewater: kost veel energie en duur?
maatregelen verkleinen vraag
ecocentrisch
gebruik-efficiëntie: bijv druppel irrigratie
allocatie-efficiëntie (bestemming aanpassen): bijv verbouw van extensive gewassen ipv intensieve gewassen
water pricing: prijs van water realistischer maken
hergebruik van afvalwater
waterkringlopen
korte waterkringloop (verdamping zeewater, valt neer als neerslag)
lange water kringloop (water verdampt en valt op land, gaat terug naar zee via land)
verblijfstuur van water in reservoirs
totale hoeveelheid blijft constant
energiebronnen
vanaf de industriële revolutie energie gebruik op basis van fossiele brandstoffen enorm gestegen. voor die tijd alleen biobrandstoffen (turf)
fossiele energie
hoofdrolspelers (wie bepalen het aanbod van olie en gas en daardoor ook indirect de prijs?)
OPEC belangrijkste
toekomstige energie voorziening: de vraag zal met 50% stijgen door toename welvaart in BRIC-laden. aanbod is nu nog woldoende maar...
voorraden:
steenkool (VS Rusland, China, Australië)
aardolie (Canada, Venezuela, Saudi Arabië, Rusland, Iran, Irak, Koeweit)
aardgas (Rusland)
schaliegas (China, VS, Canada, Argentinië, Mexico, niet EU omdat de EU er op tegen is) :
problemen van gebruik fossiele energie:
door innovatie toename naar winbare reserves gestegen maar de vraag ook!
goedkope conventionele aardgas- en aardolievelden zijn grotendeels geëxploiteerd.
door import onafhankelijkheid van beperkte hoeveelheid landen:
geopolitiek bepaalt de energie veiligheid
bijv. EU is afhankelijk van Noorwegen, Rusland en Algerije dus politieke relatie is anders.
vervuiling bodem en grondwater door productie en bewerking
helpt sterk mee aan het versterkt broeikas effect.
peak oil theory
Hubbert
je bereikt een piek in de productie van olie waarna de productie daalt. deze kwam wel maar de productie nam weer toe na innovatie.
prijs van olie fluxed sterk door conflicten en crisissen
vernieuwbare energie
vormen
Zonne energie: direct (straling: licht en warmte) en indirect (biomassa door fotosynthese, luchtstromen, zeestromen en waterkrijngloop)
getijden energie (eb en vloed door maan)
aardwarmte
water
waterkracht centrales (fokt met natuurlijke stroom van rivier)
getijden energie
blauwe energie (osmose) Opwekking energie door verschil zoet en zout water
biobrandstoffen
eerste generatie (ook voor consumtie) sojaolie, koolzaadolie, palmolie en ethanol
tweede generatie (bos- en landbouwafval) hout, stro, methaan uit organisch afval
-derde generatie algen en zeewier
voordelen: ook energie drager: wordt opgeslagen, in gas vloeibaar of vaste form
nadelen:
landgrabbing
, concurrentie met landbouw, ecologische problemen!!
windenergie
indelingen
Hernieuwbaar en niet-hernieuwbaar
Bewezen en onbewezen reserves
Commercieel winbare en niet-winbare reserves
Technisch winbare en niet-winbare reserves
klimaat
klimaatkwestie:
ontkenners (er is niets aan de hand) en alarmisten (overdrijven van de kwestie)
kooltofkringloop
klimaatverandering
meten
Broeikasgassen
CO2-concentratie sinds 1750 met 35% toegenomen
CH4-concentratie verdubbeld in 20e eeuw
Temperatuur
Gemiddelde mondiale temperatuur is 0.6-0.9°C gestegen in 20e eeuw
Vooral gebieden op hogere breedten hogere temperatuurstijging
2000-2014 klimaat-hiaat: geen opwarming atmosfeer door sterke opname warmte oceanen
Neerslag
Gemiddelde mondiale neerslag is met 2.5% toegenomen in 20e eeuw
Op het noordelijk halfrond droge gebieden droger en op zuidelijk halfrond natter
Koelgematigde gebieden worden natter
Neerslagintensiteit neemt toe en neerslagregiem wordt onregelmatiger
Zeespiegel
Sinds ijstijd 60 cm gestegen maar huidige toename ±10 cm per eeuw
voorspellen
temperatuur
zeespiegel
Niet overal gelijk door stromingen en door aantrekkingskracht van aardoppervlak op zeewater (bijv. gebergtes als Himalaya)
oorzaken
tijdschaal 100-1.000 jaren (millennia)
variatie in concentratie broeikasgassen als CO2 en HC4 door antropogene invloed
variatie in zonneactiviteit
el niño effect
vulkanische erupties en meteorietinslagen leiden tot toename aerosol en in atmosfeer
tijdschaal 10.000- 100.000 jaren (astronomisch)
milancovich cycli: wisseling van stand van de aarde in de baan op de zon
tijdschaal 1-10 milj jaar (tektonisch)
uitstoot CO2 door vulkanisme (vooral seafloor spreading)
opname CO2 door verwering bij gebergtevorming
variatie in mondiale lucht- en oceaancirculatie
breedtegraad van continenten bepalend voor klimaat en vorming ijskappen (meer of minder albedo)
nieuwe oorzaak: aanwezigheid mensen versterkt broeikas effect
gevolgen
zekerheden
:
verhoging van de zeespiegel: kwetsbare gebieden langs kust en rivieren.
toename regenval: kans op overstromingen
toename droogte: verwoestijning
toename stormen en orkanen
smelten permafrost: positief feedbackmechanisme: vrijkomen CH4
smelten ijskappen: vooral gletsjers, noordelijke ijszee en groenlnd
onzekerheden
:
spreiding van de effecten in ruimte en tijd: waar en wanneer zijn er risico's?
CO2 opname door de oceanen: afbraak koraalriffen door verzuring
effect op de thermale circulatie?
invloed op de moesson?
negatief feedback mechanisme: toename albedo door meer sneeuwval? Of positief feedbackmechanisme door afname albedo door smelten van zeeijs en verstedelijking?
El Niño?
El Niño
mogelijke gevolgen:
ondergang arctische gevolgen?
waterschaarste --> smelten van zoetwaterbronnen? maar ook meer neerslag
verschuiven landschapszones?
openen van het noordpool gebied (vaarroutes)
oplossingen
mitigatie
, Oorzaken van klimaatveranderingen tegengaan door uitstoot van broeikasgassen verminderen en geo-engineering (grootschalige ingrepen in Systeem Aarde):
Technocentrisch: bijv. injectie van aerosolen zoals SO2 om wolkvorming te stimuleren, spiegels in woestijn om zonlicht te weerkaatsen, CO2-afvang en -opslag (CCS), verspreiden van mineraal olivijn om verwering te stimuleren
Ecocentrisch: bijv. herbebossing door grootschalige koolstof boerderijen in woestijnen
adaptatie
, Gevolgen voor lief nemen en dan maar aanpassen aan nieuwe omstandigheden:
Reactieve adaptatie: door overheid georganiseerde of geplande reactie na ramp, bijv. verplaatsen van huizen of dijken na overstroming
Anticiperende adaptatie: door overheid georganiseerde of geplande actie die rekening houdt met mogelijke verslechtering of rampen in de toekomst (bijv. verbouwen van meer droogteresistente gewassen)
Ongeplande adaptatie: geen georganiseerde of geplande reactie, bijv. mensen die vertrekken na herhaalde overstromingen
klimaaatbeleid