Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Het sprookje, opbouw - Coggle Diagram
Het sprookje
Wat?
-
-
C: een verhaal dat de persoonlijke opvatting van de auteur weerspiegelt over de cultuur waarvan hij deel uitmaakt
-
-
ruimte
A: geen concrete plaatsaanduiding (chronotoop)
geijkte plaats formule (hier héél ver vandaan)
ruimte is vaak symbolisch
verschillende ruimten lopen in elkaar over
-
-
personages
uiterlijke kenmerken
A: simplistische karaktertekening met bijhorende uiterlijke kenmerken
archetypen (figuren steeds door dezelfde kenmerken voorstellen)
transformatie mogelijk
V: rechtlijnige karaktertekening (vlakke personages)
antropomorfisme dieren krijgen menselijke kenmerken/eigenschappen
-
innerlijke kenmerken
A: sprookjesfiguur is goed of doorslecht
karakters zijn niet psychologisch uitgediept
heel clichématig
karakters evolueren niet (vlakke karakters)
V: rechtlijnige karaktertekening (vlakke personages)
antropomorfisme dieren krijgen menselijke kenmerken/eigenschappen
-
-
andere kenmerken
-
Taalgebruik
-
V: eenvoudige stijl: eenvoudige zinsbouw + woordkeuze
directe rede
klanknabootsingen
gebruik van epitheton ornans (de grote boze wolf)
korte verzen
auctorieel vertelperspectief
C: geen eenvoudige taal
meer verheven taal
toon is vaak : moraliserend, satirisch, filosofisch
V: ongebreidelde fantasie opgevuld met kabouters, sprekende planten en dieren, ...
magische helpers met magische voorwerpen
Evolutie
V: oorspronkelijk naar volwassenen gericht nu meer voor kinderen
--> ontgruwelijken, deseksualiseren, fatsoeneren
-
-