Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H8 Interventieonderzoek,
H10 Kwalitatief onderzoek,
H11 EBP gebruiken in…
H8 Interventieonderzoek,
H10 Kwalitatief onderzoek,
H11 EBP gebruiken in de dagelijkse praktijk.
H.8 Interventieonderzoek
- 8.1 Inleiding
- 8.2 Verpleegkundig interventieonderzoek
- 8.3 Een vraag formuleren
- 8.4 Zoeken naar interventieonderzoek
- 8.5 Beoordelen van interventieonderzoek
- 8.6 Gezamenlijk beslissen en toepassen
- 8.7 Evalueren
8.3 Een vraag formuleren
- EBP begint met het vertalen van een klinisch probleem in een beantwoordbare vraag.
- Een goed geformuleerde vraag beschrijft;
- Het probleem, de interventie en de uitkomsten.
- Vragen formuleren aan de hand v/d PICO
- P; Probleem
- I; Interventie
- C; Comparison/ vergelijking
- O; Outcome
8.1 Inleiding
- Wanneer cliënten een bepaalde handeling krijgen, moet de werking hiervan op voorhand bekend zijn. Cliënten zijn niet gebaat bij een onwerkzame interventie, en dan heb ik het nog niet over interventies die averechts effect hebben of schadelijke bijwerkingen.
- Daarom is het belangrijk om EBP toe te passen, om de kans van onwerkzame interventies te verkleinen.
8.2 Verpleegkundig interventieonderzoek
- Verpleegkundig interventies zijn; voor zoveel mogelijk gericht op het vergroten van het zelfmanagement van mensen.
Verpleegkundig interventieonderzoek; de werking van een interventie wordt bestudeerd.
- Onderzoeksmethode; Om te bepalen of een onderzoek goed is uitgevoerd en wat de resultaten betekenen, is het nodig onderscheid te maken naar verschillende soorten onderzoek.
Soorten interventieonderzoek en hun bewijskracht;
- Systematische review van gerandomiseerde onderzoek;
- Bewijskracht; Zeer groot.
- Randomized controlled trials (RCT) of observationeel onderzoek met zeer groot effect;
- Non-randomized controlled clinical trials (CCT), Cohortonderzoek en vervolgstudies;
- Niet experimentele studies (case-study, cliënt controle onderzoek of historisch gecontroleerde onderzoek);
- Logische gevolgtrekking op basis van de constructen waarop een interventie is gebaseerd;
8.4 Zoeken naar interventieonderzoek
- Bij gericht zoekgedrag is het belangrijk te bepalen welke informatiebronnen je gaat raadplegen;
- VB online databestanden: www.pubmed.nl en netherlands.cochrane.org
- Bepaal je zoekstrategie;
- Zoekvraag speelt een belangrijke rol, hierin wordt beschreven over welke interventie, aandoening en ziektebeeld bewijsmateriaal moet worden gezocht.
- Eenvoudig om trefwoorden te kiezen;
- VB; Als je de ene interventie wilt vergelijken met een andere typ je bv 'AND'.
- Vervolgens kan je de zoekopdrachten verfijnen naar materiaal
- Bijv. tijdschrift of tijdschriftartikel. Ook kan je zoeken naar onderzoeksmethode; bijv. RCT of CCT.
- Zoekresultaten beoordelen op relevantie.
8.5 Beoordelen naar interventieonderzoek
- Je hebt artikelen geselecteerd die de moeite waard zijn om het te lezen.
- Nu ga je de kwaliteit beoordelen van het onderzoek dat in de artikel wordt beschreven.
- Waar let je op tijdens het beoordelen; 3 kernvragen;
- Is het onderzoek deugdelijk uitgevoerd
- Wat zijn de resultaten?
- Hoe helpen deze resultaten mijn cliënten.
- :!: De 1e vraag gaat over de interne validiteit, 2e en 3e vraag gaan over externe validiteit het belang van respectievelijk de toepasbaarheid van de uitkomsten
Interne validiteit;
- Betekenis; Maat voor de samenhang tussen de onderzochte interventie en de gevonden effecten.
Belang van resultaten;
- Het beoordelen van het belang van de uitkomsten verloopt in 3 stappen;
- Je bepaalt op grond van de beschrijvende statistieken op welke maten de onderzochte groepen van elkaar verschillen.
- Vervolgens beoordeel je welke verschillen statistisch significant zijn.
- Tot slot bekijk of bereken je de effectgrootte om inzicht te krijgen in het praktische belang van het behandeleffect.
Toepasbaarheid;
- De toepasbaarheid van een interventie wordt mede bepaald door de haalbaarheid;
- Je bekijkt of de interventie haalbaar is voor de cliënt.
- Tot slot ga je de meningen van de cliënten meewegen;
- Bijv; Hoe denken zij over de mogelijke consequenties.
- Het antwoord op de meningen van de cliënten bepaalt in belangrijke mate de keuze voor de interventie en het succes v/d behandeling in de eigen situatie.
8.6 Gezamenlijk beslissen en toepassen
- Samen met de cliënt besluit je of de interventie wordt toegepast of dat jullie kiezen voor een alternatieve behandelmogelijkheid.
- Deze keuzes worden gemaakt aan de hand van;
- het beschikbare bewijsmateriaal,
- de voorkeuren en wensen v/d cliënt,
- je eigen kennis en ervaring met de behandelmethode.
8.7 Evalueren
- Hierbij bepaal je de waarde v/d interventie in jouw eigen situatie.
- DOEL: is tweeledig;
- Aan de ene kant probeer je een oordeel over de kwaliteit v/d interventie te geven (summatieve evaluatie)
- Anderzijds zoek je naar aanwijzingen hoe je het gebruik v/d interventie verder kunt verbeteren (formatieve evaluatie)
H. 10 Kwalitatief onderzoek
- 10.2 Kwalitatief onderzoek
- 10.3 Een vraag formuleren om bestaande evidence te ontsluiten
- 10.4 Zoeken naar kwalitatief onderzoek
- 10.5 Beoordelen van kwalitatief onderzoek
- 10.6 Gezamenlijke beslissen en toepassen
- 10.7 Evalueren
10.2 Kwalitatief onderzoek
- Is te beschouwen als een verzamelnaam voor verschillende stromingen en designs van onderzoek.
- DOEL; inzicht geven in de sociale wereld, in dit geval de gezondheidszorg.
Verschil kwalitatief en kwantitatief onderzoek;
- Kwantitatief onderzoek;
- richt zich met name op hoe vaak, hoeveel een fenomeen voorkomt en op het toetsen van hypothesen.
- Kwalitatief onderzoek;
- Onderzoekt wat de aard van een fenomeen is. (hoe het er aan toe gaat in een praktijk.)
- Richt zich op het exploreren van situaties en het beschrijven van verschijnselen.
- Men heeft bij kwalitatief onderzoek een voorkeur voor;
- Het zoveel mogelijk beschrijven en begrijpen van de sociale werkelijkheid als (complex) geheel (holisme).
- Inductief te werk gaan (van bijzonder naar algemeen),
- Het benutten van gegevens die ontleend zijn aan een natuurlijke context,
- Analyse d.m.v. ordening en synthese tot patronen en thema's,
- Onderbouwen v/d resultaten d.m.v. het gebruik van citaten en beelden uit de data.
Gegevens verzamelen;
- Er zijn veel verschillen tussen diverse stromingen binnen kwalitatief onderzoek. Ze hebben een punt gemeen;
- De onderzoeker verzamelt gegevens (data) door documenten te gebruiken, interviews te houden of te observeren.
- Bij het benutten van bronnen voor kwalitatief onderzoek om gegevens uit te drukken gaat het om, wat;
- Mensen schrijven (teksten)
- Mensen zeggen (interviews)
- Mensen doen (observaties).
Teksten;
- De onderzoeker stelt een vraag en tracht het antwoord daarop in de tekst te vinden. (bijv. patiëntrapportage, dossier.)
- Doel; van analyseren van dergelijke teksten is om het standpunt vanuit het perspectief van betrokkenen helder te krijgen.
Eisen aan schriftelijke bronnen;
- Een duidelijke verband tussen de onderzoeksvraag en het schriftelijke materiaal
(waarom is deze bron gekozen?);
- Traceerbaarheid v/d schriftelijke documenten, liefst met een verwijzing,
(waar is wat gevonden?);
- Toestemming om de schriftelijke bronnen te gebruiken en ernaar te verwijzen.
Interviews;
- Informatie verkrijgen d.m.v. interview als er niet voldoende documentatie over de onderzoeksvraag bestaat.
- Verschillende type interviews;
- Ongestructureerde (open),
- Semi- gestructureerde,
- Gestructureerde.
Eisen aan interviews;
- Een duidelijke verband tussen onderzoeksvraag, de geïnterviewde en de interviewthema's.
- traceerbaarheid van de informatie uit interviews (door ze vast te leggen op beeld- geluidsrecorder en uit te typen)
- Toestemming om de interviews te gebruiken en ernaar te verwijzen.
Observaties;
- Tijdens observaties kan je gebruik maken van je zintuigen -> voornamelijk je ogen.
- Doel; om zo goed mogelijk vast te leggen wat mensen zeggen en doen, en een beschrijving te geven van de situaties waarin ze dit zeggen en doen.
- Biedt de mogelijkheid om na te gaan of dat mensen zeggen, overeenkomen met wat ze doen.
Eisen aan observaties;
- Een duidelijke verband tussen de onderzoeksvraag, de observatiesetting en het geobserveerde (waarom heb je deze setting en situatie gekozen).
- Traceerbaarheid van de informatie uit observaties (uitgebreid beschrijven of op beeld vastleggen),
- Toestemming om de observaties te gebruiken en ernaar te wijzen.
Stromingen binnen kwalitatief onderzoek
- Er zijn verschillende stromingen binnen kwalitatief onderzoek, elk met hun eigen focus en kracht.
- Geen strikte grenzen tussen de stromingen en ze zijn niet zuiver af te bakenen.
- Ze gaan verschillend om met hoe ze de aanpak in het onderzoek en de kwaliteit ervan inzichtelijk maken.
Criteria voor kwalitatieve onderzoek
- Vanwege diverse stromingen is de criteria moeilijk aan te geven voor kwalitatief onderzoek.
- Wat wel van belang is, is de trustworthiness; de kern ervan is of de bevindingen kunnen worden vertrouwd.
- 4 criteria om trustworthiness te beoordelen;
- Geloofwaardigheid
- Verplaatsbaarheid
- Plausubiliteit
- Verifieerbaarheid
Geloofwaardigheid;
- Geven de onderzoeksresultaten een realistisch beeld van het verschijnsel dat bestudeerd wordt.
Verplaatsbaarheid;
- Kunnen de resultaten worden gezien als overdraagbaar naar andere settingen.
Plausibiliteit;
- Hoe consistent zijn de gegevens en de bevindingen.
Verifieerbaarheid;
- De mate waarin de resultaten gebaseerd zijn op de bijdragen van de ondervraagden en niet op de standpunten v/d onderzoeker.
10.3 Een vraag formuleren om bestaande evidence te ontsluiten
10.4 Zoeken naar kwalitatief onderzoek
- Digitale zoekmachines en literatuurbestanden zijn een handig hulpmiddel voor het zoeken naar publicaties over kwalitatief onderzoek.
- Voorbeelden van zoeksystemen i/d gezondheidszorg;
- PubMed;
- MEDLINE;
- Psychinfo
- CINAHL
10.5 Beoordelen van kwalitatief onderzoek
- Een manier om kwaliteit van kwalitatief onderzoek te beoordelen, is na te gaan of de stappen van paragraaf 10.2 zijn gebruikt.
- Er zijn 3 hoofdvragen te onderscheiden;
- Zijn de resultaten valide?
- Wat is het belang van de resultaten?
- Hoe helpen de resultaten mijn cliënten?
10.6 Gezamenlijk beslissen en toepassen
- Bevindingen van goede kwalitatief onderzoek kunnen bijdrage leveren aan de uitoefening van de beroepspraktijk. Dit hangt af van het doel en de inzet van het onderzoek.
Verschillende soorten doelen;
- Het direct iets toevoegen aan de praktijk. Of na ervaringen van patiënten de uitoefening aanpassen.
- Sommige onderzoeken sluiten af met aanbevelingen voor de praktijk;
- Kwalitatief onderzoek kan stof tot nadenken opleveren en als het ware een spiegel vormen voor het gangbare beroepsmatig handelen;
- Kwalitatief onderzoek kan worden ingezet om bij de ontwikkeling en implementatie van zorgvernieuwing inzicht te krijgen in het perspectief van toekomstige gebruikers en doelgroepen.
10.7 Evalueren
- Evalueren, door wetenschap, praktijk en cliënt van de toepasbaarheid, geschiktheid, betekenisvol zijn en effectiviteit van onderzoeksresultaten.
H.11 EBP gebruiken in de dagelijkse praktijk
- 11.2 Hoe kan EBP vergemakkelijkt worden?
- 11.3 Kenmerken van de verandering
- 11.4 Algemene behulpzame strategieën bij het toepassen van EBP.
- 11.5 Strategieën op individueel niveau om het toepassen van EBP te vergemakkelijken.
- 11.6 Strategieën op contextueel niveau bij het toepassen van EBP.