Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
indeling geschiedenis op basis van samenleving - Coggle Diagram
indeling geschiedenis op basis van samenleving
jagen en verzamelaars
350.000vot - 10.000 vot
landbouwsameleving
10.000 vot - 1800
industrielesameleving
1800 -.....
de IR begint met stijgende landbouwopbrengsten
E -> vooral LB
lage opbrengste
9/10 mensen werkte in de LB
grond ligt braak om te laten herstellen
verhoogde opbrensten
door landbouwtechnische vernieuwingen
drieslagstelsel
vanaf 1650
opbrengsten steigen
in engeland
in nederlanden
telen tapen en klaven
voeding voor dieren
mestproductie
stikstof toevoegen aan grond
vruchtbaarheid v/d grond
rest vE. blijft achter
voedselproductie en bevolkingaantal beinvloeden mekaar
meer prodictie
meer bevolking
meer mensen om aan landbouw te doen
ook invloed op het bevolkingsaantal
aardappel
vitamine C
hoge caloriewaarde
betere hygiëne
minder oorlogen
evolutie id geneeskunde
mensen gaan langer leven
geboorte cijfer stijgt
landbouwsoverschat
tijd vrij voor andere zaken
vraag naar textiel stijgt
nijverheid
boerderijen
koopman ondernemer
pikte wol/katoen op
1 more item...
niet echt grote bedrijven
werkplaatsen waa soms enkele honderden mensen actief waren
meeste energiebronnen
mensen
dieren
watermolens/ windmolens
er was tewijning energie voor de productie
nood aan nieuwen energie bronen
mensen heben geld over
kopen textiel, huisraad
post-industrielen sameleving
De industriele revolutie begint in de britse vertielsector
vraag naar kledij blijft stijgen in 18eE
prijs v/d wol
goedkope indische stoffen
goedkoper produceren dan de indische werk man
nood aan machines
textielsector
spinen
wan wol draad maken
weven
draad in textiel
weven ging sneler dan spinnen
1764
spinning jenny
hardreaves
8 draaden gelijk
spierkracht
1768
water frame
arkwright
spininden met waterktacht
1774
spinning mule
crompton
combinatie van beide
steeds grotere en snellere machines
nood aan weefmachines
mijnbouw+metaalindustrie
schachten onder water
stoompompen (18eE) water uit mijn pompen
1712
newcomen
op en neer beweging
1782
Stoommachine
james watt
draaiende beweging
stoommachines word gebruikd in textielsector
nood aan ijzer
ijzererts+houtstool smelten in hoogoven
1700
houskool word duur
steenkool zuiveren tot cokes
duur proces
pas vanaf 1770
noodzakelijk voorijerproductie
transport
kustvaart
goed koper dan transport op land
rivier en kanaalvaart
1770
rage om kanalen te graven
landarpart duur en minder efficet
uitvinding spoorwegen
houten rails paard en kar
gietijzeren rails ijzer weg
begin 19eE
100km spoorweg
1813
stoomlocotomotief
stephenson
1825 opening 1e spoorlijn
De iR doet de eco blijvedn groeien
1760
engeland
begin 19eE
onze gewesten
aanlig van spoorwegen
metaalindustrie/mijnbouw
rest
van E blijft voorlopig achter
massale verplaatsingen
mensen,goederen,grondstoffen
1846
versnelling v/d eco groi
ijzer en steenkool vervangen textiel als belangerijkste element v/d iR
jaarlijkse eco groei tussen 5%ben 10% in B,E,D,F
groei gaat doen tot vandaag
WO I
WO II
beurscrash'29
corona
De 2e iR creëert een consumptiemaatschapij
sterftecijfer blijft dalen
betere voeding
minder oorlog
inenting tegen poken
betere hygiëne
de bevolking stijgt
E landbouw kan de vraag niet meer aan
importeert graan amerikaans
veel goedkoper
landbouwcrisis
1880 misoo
industrie zit in het slop
toenemende
concurentie
verzadinging v/d markt
economishe groei vertraagt
migreren
1870
2e golf aan technologishe
7 more items...
Belgie wort een Middelgrote industriele staat
3 groeipolen
bergen chaleroi
steenkoolmijnen
gent
textiel
luik verviens
steenkool
spoorwegmateriaal
textiel-metaal
vlaams huisnijverheid verzet zich tegen mechanisatie
spoorwegen
doorbraak iR
waalse zink en glasproductie is belangerijk
vlaanderen
linnenindustrie
1/3 vlanming is arm
misoogst 1846/7 landbouwcrisis 1870
arm vlaanderen
loopt acher op wallonië
eind 19eE keerpunt
haven van antwerpen
steenkoolmijnen limburg
belgische bedrijven
solvag
chemie
empain
elektricteit
gevaent
foto
voor WO I belgië
5e exportland ter wereld
Sociale problemen
Het culturele leven in de 19 E
het dorpsleven
woningen
materiaal ter plaatsen gevonde / maken
vb
hout
riet/stro
leem
centraale stookplaats
gat in dak voor rook af voeren
loop 19 E
schoorsteenen
voor betere veiligheid
maar verlies van warmte
vloor
anngestampte aarden
inrichting
tafl+stoelen/banken
kast of kisten
bed
knechten
sl
pen in stal bij dieren
versiering
versiering: religieuze prenten + heiligen beelden
water
waterpomp/waterput
elektriciteit
nog niet verspreid
pas einde 20 E overal in VL
verlichting : petroleumlampen / kaarsen
rijke mensen
pastoor/notaris/advocaat/dokter
bastenen woning + pannendak
grote hoeven , kastelen
tot einde 19 E
holwoningen + helderputten
geloof, ontspaning,bijgeloof
min 1x per week naar kerk
regelmatig biechtein
vasten
vieren van kerkelijke feesten
geen wetenschappelijke kennis -> geloof word niet in twijfel getroken
kerk
houdt massa op rechte pad
welke politici stemen
welke krantenlezen
ontspanning en verenigingsleden
fanfarens , jeugdvereinigen
toneelverengingen
geloof bij mensen thuis
voor het eten -> bidden
pastoor kwam regelmatig langs
kinderen die goed presteeren mochten naar de stad gaan studeren
vaak als priester
kerk doordringt het leven v/d mensen met geloof
dopen-trouwen-begraven
kerkklokken bepalen het interne v/h leven
misstap begaan
begraven in niet gewijde grond
feestdagen
kerkelijhe patroonheiligen
kermis
bedevaarten
bijgeloof
spoken, werwolven, kabouters, dwaalleikjes ....
heksen en tovenaars
isolement
geen verharde wegen
beperkte mobiliteit
veldwegen en voetwegen
einde 18E
eerste grote wegen
meer handel
voeding
wat er geteeld wordt+wat natuur oplevrd
eigen productie
zeer tijdsrovind
werk op het land
dierens slachten
brood bakken
kaas en zuivel producten
in de stad
leven van wat men kon kopen
wat men vond + liefde
aaedappelen en brood hoofdbestandelen
de wetenschap
beperkte wetenschappelijke kennis bij grote publiek
18E geloof in de rede was toegenomen
dank zij de verlichting
evolutie in het wetenschappelijk denken
sammenleving komt in een stroom versnelling
19E
wetenschappelijke verniewing leidt tot maatchappelijke voortgang
niet bij geworde mensen
1914
leerplicht tussen 6-12jaar
beperkte leerstof(taal rekenen, godsdienst
zeker geen wetenschap
wentenschap vindt moeilijk zijn weg bij grote publiek
theorieein zijn moeilijk te begrijpen
met meteen bruikbaar
lijkt een verzinsel