Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H7: microsociologie van de persoonlijke interactie ( zonder 7.8 &7.9) …
H7: microsociologie van de persoonlijke interactie ( zonder 7.8 &7.9)
inleiding
Weber: sociaal gedrag omschrijft het gedrag dat zinvol betrokken is op anderen
het sociaal handelen wordt vooral gestuurd door interpretaties van sociaal gedrag
Het Stigma - Goffman
impression management
termen ontleent aan de dramaturgie
ettiketeringstheorie
frontstage en backstage
afwijkend gedrag= wat door anderen als afwijkend wordt beschouwd bv witteboordencriminaliteit
stigma : op basis van een ongewenst kenmerk een persoon beschouwen als persoon met lagere status
het hedendaags belang van empathie voor het sociaal handelen
empathie sluit aan bij role-taking : mogelijkheid om informatie over de andere te verzamelen
spiegelneuronen- imiteren
empathie niet gelijk aan medeleven
de fundamenten van het symbolisch interactionisme
mensen construeren sociale interpretaties adhv interpretaties
Thomas-theorema
sociale interactie beïnvloedt het gedrag dat mensen dagelijks stellen
interpretaties -> stereotypering-> vooroordelen->discriminatie ( kan ook positief)
self-fulfilling prophecy ( Rosenthal effect)
self-defeating prophecy //self-denying prophecy
bedrog en zelfbedrog in sociale interactie
bedrog = onderlinge beïnvloeding van mensen waarbij de info wordt gemanipuleerd in functie van het eigen voordeel
Trives
zelfbedrog = middel om ontmaskering van bedrog tegen te gaan. de persoon gelooft in zich eigen leugen
voordeel zelfbedrog: de non-verbale communicatie is overtuigender en niet meer tegenstrijdig
Festinger -cognitieve dissonantie : kennis nemen van info die strijdig is met eigen overtuiging
Rokeach : open en gesloten overtuigingssystemen
Mead als grondlegger van het symbolisch interactionisme
role-taking: in elkaars gedachten verplaatsen
ontwikkeling van zelfbewustzijn (SELF) koppelen aan de ontwikkelingsfasen van kinderen
significant others : vertrouwde personen uit de directe omgeving (persoonlijke zelf)
generalized other : groepzelf
generalized other overstijgt groepsniveau -> normen van de maatschappij
de BETEKENIS die wordt gegeven aan gesteld gedrag heeft aanleiding tot reactie vandaar symbolisch ( de gebaren die mensen stellen en hun interacties worden gekenmerkt door symbolen)
SELF = I (individu) en ME( object) // communicatie via inner-talk
tegenwicht voor Darwinistische en individualistische theorieën over mens en maatschappij