Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Voornaamwoordelijke bijwoorden = adverbes pronominaux - Coggle Diagram
Voornaamwoordelijke bijwoorden = adverbes pronominaux
waar + ...
waaruit
Waaruit bestaat zijn werk? of Waar bestaat zijn werk uit? --> Keuze omdat het een voorzetsel is MAAR HET IS NIET een voornaamwoordelijke bijwoord!!
Waaruit is dat gemaakt?
waar ... in
waar ... vandaan
Waar komt hij vandaan? --> altijd zo!!
waar ... naartoe
Waar is hij naartoe gegaan? --> altijd zo!!
er + ...
ermee --> 2 vaste delen naast elkaar dus aan elkaar geschreven
Ze zijn er zeker van dat Ajax vandaag zal winnen. Ja, ik ben er bang voor --> vaste uitdrukkingen
ernaar (en naartoe en heen alleen het beweging!)
Nee, hij praat er bijna nooit over --> onderwerp + persoonsvorm + er (+ andere constituenten) + voorzetsel + werkwoordelijke eindgroep
geen accent, zwakbepalend element!
daar/hier + voorzetselbijwoord
daarmee
Je moet met deze trein vertrekken --> Je moet hiermee vertrekken.
accent!
Alleen voor zaken en niet voor personen, behalve in gesproken taal en informele taal
Het jongetje met wie je speelt / Het jongetje waarmee je speelt (alleen in gesproken taal)
Enige correcte formule : Daar spreekt u mee (au téléphone : lui-même)
Definitie : een voornaamwoordelijk bijwoord is een combinatie van een van de bijwoorden van plaats en een of meer voorzetselbijwoorden
Bijwoorden van plaats : er, hier, daar, waar, ergens, nergens, overal
Voorzetselbijwoorden : af, aan, achter, door, heen, in, mee, op, toe, uit, van, voor
Persoon : voorzetsel + wie
De dame, aan wie hij denkt, is al getrouwd.
Voorzetsel + (n)iets --> nergens + voorzetselbijwoord Voorzetsel + alles --> overal + voorzetselbijwoord
Tweede deel van de voornaamwoordelijke bijwoord voor het scheidbaar partikel maar na het inherente element!
PAS OP! tot-->toe, met-->mee en naar-->naartoe of heen