Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
GEVOELIGE PERIODEN IN DE ONTWIKKELING - Coggle Diagram
GEVOELIGE PERIODEN IN DE ONTWIKKELING
Invloed milieu is beperkt door grenzen die door erfelijke aanleg zijn bepaald + hoe vroeger in de ontwikkeling (rijping) hoe meer
invloed
de
omgeving
kan uitoefenen
perioden waarin men extra gevoelig is voor bepaalde milieu (omgeving)stimuli =
min. prikkels
noodzakelijk
om bepaald gedrag tot functionele rijpheid kan komen!
-aantal basisgedragspatronen (cognitieve en sociale) ontwikkelen obv gecombineerd proces rijping en actieve ervaring vb ontwikkeling hoogtevrees: ontwikkelt zich wanneer dit het meest functioneel is
kinderen leren heel snel uit eerste valervaringen =
transient adaptive behavior
- :warning:
VRAAG
:fire: "Wat : is GEEN voorbeeld van transient adaptive behavior"? objectpermanentie besef - hoogtevrees -
hechting
:
keert ook terug in ouderdom: moeilijk bewaren evenwicht - functioneel... emoties zorgen ervoor dat je geen risico's neemt
PSYCHOANALYTICI:
bestaan kritische perioden in de persoonlijkheidsontwikkeling - storingen (vooral eerste 5 levensjaren) kunnen blijvend de latere ontwikkelingsfasen nadelig beïnvloeden
t.o.v.
BEHAVIORISTEN
: meer optimistisch = milieubeïnvloeding op iedere leeftijd gedurende gehele levensloop
Inprenting/imprinting
bij mens en dier
Lorenz (1903-1989): hechting aan een bewegend voorwerp
= opslaan van informatie tijdens een bepaalde periode van de ontwikkeling
overnemen of aanleren communicatievormen!
sociaal vlak (hechting) + communicatie
imprentingsmechanisme: specifiek sterk biologisch gebaseerd leerproces
= in specifieke levensfase en afhankelijk van specifieke externe prikkels =
triggers
bepalend voor verdere levensloop: niet gepaste inprenting zorgen voor
afwijkende patronen voor socoaal groepsgedrag, oudergedrag en seksueel gedrag
biologische rijpingsprocessen hersenen + externe prikkels
wat geprogrammeerd zit in genetisch materiaal is het hechtings-en inprentingsmechanisme dat via een genetische tijdsklok in werking wordt gezet
inprenting dient op een door de natuur voorzien moment (gevoelige of kritische periode)te gebeuren wil het de juiste effectiviteit hebben
klanken en vocale uitingen! Op einde eerste levensjaar hersenen minder verwerkingsgevoelig voor klanken of vocalen die in de moedertaal niet worden gebruiikt
Hechting bij de mens
Affectieve verwaarlozing bij kinderen voor leeftijd van 2 jaar: emotionele en gedragsstoornissen ; moelijkheden met aangaan hechte vriendschapsbanden of intieme relaties
"
sterven door gebrek aan liefde
"
= hospitalisme en marasma!
wat kan leiden tot de dood
proces kan beperkt worden indien kind niet langer dan 6 maanden in inrichting verbleef en nadien in pleeggezin werd geplaast
BOWLBY (1907-1990): ontbreken vaste verzorgingsfiguur met voldoende
sociale uitwisseling
tussen 6 maanden en 3 jaar
0-3 maanden
: primitief hechtingsgedrag vrij ongericht (om het even welke persoon)
* 3-6 maanden
: voorkeur voor één of enkele vertrouwenspersonen
* 6-9 maanden
: ontwikkeling angst voor vreemden
einde eerste levensjaar: sterke actieve gerichtheid op de ouder + = periode ontluikende cognitieve vermogens (band met verzorger!)
Gevolgen van extreme deprivatie
=
het ontzeggen/ ontberen van één of meerdere lichamelijke of geestelijke factoren
sporadisch nog bij "kastkinderen" die lange periode door ouders worden opgesloten in kelder, zolder,....
vb. meisje Genie (vanaf 2 jaar op stoel vastgebonden)
wolvenkinderen
dynamische adaptatie
Motoriek en perceptie
Jonge kinderen tijdens periode van motorische rijping grote behoefte aan de pas verworven vaardigheden
vb. fijnmotorische vaardigheden zoals fietsen, schrijven, spelen muziekinstrument... alsook grofmotorische beïnvloed door manier waarop ouder jonge kind vasthoudt, opneemt, aanpakt
ingebed in culturele gewoonten
beperking van perceptuele perceptie: vertraging in ontwikkeling/blijvende handicap
(vb. aapjes 16 mnd in volledige duisternis)
kinderen die scheelzien (
strabismus
): operatief ingrijpen voor leeftijd van 4 jaar (zoniet slecht stereoscopisch dieptezicht)