Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Nederlands H4 Lani Lagrouw - Coggle Diagram
Nederlands H4 Lani Lagrouw
spelling
persoonsvorm in de verleden tijd (2) 4.7
klankveranderende werkworden
klankvaste werkworden
voorbeel: nieste/niesde
voltooid deelwoord 4.8
bakken/ gebakken
eten/gegeten
G, gg of ch
g-klank
liggen / kuchen
schrijven
taalverzorging 4.15
afspraken en regels schrijven
tekst dat je hebt geleerd
inleiding-middenstuk-slot
inleiding
je kunt hier de lezer vertellen wat het onderwerp van de tekst is
middenstuk
het bestaat meestal uit meer alinea's, in elke alinea vertel je iets over een deel onderwerp
Slot
sluit de tekst af op een duidelijke manier of een korte samenvatting schrijven
lezen
deelonderwerp 4.13
het onderwerp van een alinea heet een deelonderwerp
Grondig lezen 4.14
als je de tekst helemaal wilt begrijpen moet je hem grondig door lezen of terwijl, helemaal lezen soms wel vaker
over taal
kijk naar taal 4.12
stukjes van het woord
samenstelling
voor- of achtervoegsel
inburgering
in + burger
stappenplan moeilijke worden
figuurlijke taal 4.12
figuulijke taal
voorbeeld: ik sterf van de kou/ ik heb het heel erg koud
voorbeeld: ik moet altijd op eieren lopen/ ik moet opletten wat ik daar thuis zeg
gramatica
zinsontleding - zinsdelen 4.4
zinnen bouwen
werkworden
doe-woorden
leert of ligt
wie of wat leert of ligt
zinsontleding- onderwerp 4.5
onderwerp
in de zin word verteld wie of wat dat doet.
getalproef
onderwerp en de persoonsvoorm
voorbeeld: de jongen loopt = enkelvoud. de jongens lopen = meervoud.
wat?-wie?-wanneer?-waarheen?
fictie
moeilijke woorden 4.1
pottige(potig)=grof, stevig gebouwd en gespierd
stante pede= meteen
de colonne= de lange rij
spreken, kijken en luisteren
kijken en luisteren 4.17
spreekdoel, publiek taal en stem
spreekdoel
publiek
informeren= volwassen
taalgebruik
formeel=informeel
stemgebruik
noormaal/rustig
hoog/vrolijk
hard/enthousaist