Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
hoofdstuk 4, boot foto in mm - Coggle Diagram
hoofdstuk 4
schrijven
zoekvragen formuleren
Over sommige woorden of woordparen bij je onderwerp wil je meer informatie verzamelen. Die kun je in allerlei bronnen zoeken. Als je een passend antwoord op je vraag wilt hebben, moet je de vraag goed formuleren. Zet daarbij in elk geval de volgende stappen.
-
-
-
-
-
-
schrijfplan
Voordat je een tekst schrijft, bedenk je de deelonderwerpen en zoekvragen, formuleer je de kernzinnen en bedenk je de toelichting en voorbeelden bij de kernzinnen.
Alle informatie die je hebt verzameld, verwerk je in een schrijfplan. Het schrijven van je tekst zal hieronder eenvoudiger zijn, want je neemt de kernzinnen over uit het schema en je schrijft de woorden voor de toelichting/voorbeeld(en) in goede zinnen achter elkaar uit.
verwijswoorden gebruiken
Een tekst waarin de schrijver elke keer dezelfde woorden gebruikt, is erg saai. Als je een levendige tekst wilt schrijven, gebruik je verwijswoorden. Het is belangrijk dat de lezer precies weet waarnaar de verwijswoorden verwijzen. Je moet de regels kennen om ze goed te kunnen gebruiken. Controleer altijd of je het goede verwijswoord hebt gebruikt.
fictie
Spanning in verhalen.
-
Een hoofdstuk eindigt met een cliffhanger. Dit is het afbreken van een verhaal op een heel spannend moment.
-
Je bent bijna bij de oplossing, maar eerst is er nog uitstel. De schrijver laat je wachten voordat je ontdekt hoe het zit.
-
realistisch of niet ?
Verhalen zijn altijd verzonnen. Toch is er veel verschil in de manier waarop schrijvers dingen verzinnen. Als een schrijver mensen en gebeurtenissen verzint die erg lijken op de werkelijkheid, noem je het verhaal realistisch. Als een schrijver een verhaal verzint met veel dingen die in werkelijkheid niet kunnen, dan is het verhaal niet-realistisch.
rijm
Een dichter kan op verschillende manieren woorden aan het eind van de regels in een gedicht laten rijmen. Als de regels in een bepaalde volgorde op elkaar rijmen, dan wordt dat een rijmschema genoemd:
-
-
bijzonder taalgebruik
Schrijvers maken hun teksten vaak mooier door iets op een bijzondere manier te zeggen. Bijzonder taalgebruik kun je tegenkomen in verhalen en gedichten, maar ook in non-fictie. Er zijn heel veel verschillende vormen van bijzonder taalgebruik, zoals:
Herhaling – woorden worden herhaald of hetzelfde wordt meerdere keren gezegd, maar telkens net iets anders.
-
over taal
Woordraadstrategie kijk naar de delen van het woord
het moeilijke woord zélf kan soms ook al een deel van de betekenis verraden. Kijk of het moeilijke woord misschien afgeleid is van of samengesteld is uit bekende woorden. Misschien herken je in het woord een (deel van een) ander woord dat je wel kent. Dat kan je helpen om de betekenis af te leiden.
je kunt van bestaande woorden nieuwe woorden afleiden door het begin of het eind van het woord te veranderen. Een andere manier om een nieuwe woordvorm te maken is door twee of meer bestaande woorden samen te voegen. Zo’n woord heet een samenstelling. Soms moet je de delen van een samenstelling verbuigen of letters toevoegen om een goed woord te vormen.
Verwijswoorden gebruik je om terug of vooruit te wijzen naar een woord, woordgroep of soms een hele zin. Welk verwijswoord je kiest, hangt af van het woord waarnaar je verwijst.
grammatica
Het lijdend voorwerp (lv) is het voorwerp dat of de persoon die nodig is om de handeling uit te voeren. Het lijdend voorwerp maakt de handeling mee zonder zelf iets te doen.
Wel of geen lijdend voorwerp?
Je hebt ontdekt dat een zinsdeel soms een lijdend voorwerp lijkt, maar het niet is. Bij het zoeken naar het lijdend voorwerp let je altijd op het bouwplan van de basiszin.
spelling
-
van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je met een achtervoegsel een verkleinwoord maken. Meestal schrijf je het verkleinwoord zoals het klinkt
lezen
Een goed opgebouwde alinea heeft altijd een kernzin: de zin waarin de belangrijkste mededeling van de alinea staat Soms is de kernzin van een alinea moeilijk te vinden, omdat de kern niet in één zin staat. Je combineert dan de informatie uit een paar zinnen en formuleert je eigen kernzin
.
In teksten staan woorden die verwijzen naar andere woorden in de tekst. Je noemt deze woorden verwijswoorden. Een schrijver gebruikt ze om te voorkomen dat hij dezelfde woorden herhaalt, waardoor een tekst saai wordt.
spreken, kijken en luisteren
in een informeel gesprek met vrienden, familie of goede bekenden praat je op een andere manier dan in een formeel gesprek met bijvoorbeeld de dokter of de schooldirecteur. Je bent dan beleefd, gebruikt nette woorden en spreekt de ander aan met u. Wat je zegt en op welke manier, hangt af van je publiek.
In een betoog gaat het erom dat je anderen kunt overtuigen van je mening. Als je iemand wilt overtuigen, zorg je er eerst voor dat je genoeg over het onderwerp weet. Daarna vorm je pas je mening: je bedenkt wat je ervan vindt en waarom je dat vindt. Want om anderen echt te kunnen overtuigen, moet je bewijzen dat je gelijk hebt. Daarvoor moet je goede redenen (argumenten) geven.
-