Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
7.6 Egypte - Coggle Diagram
7.6 Egypte
godsdienst en cultuur
meergodendom
godsdienst
geen geopenbaarde godsdienst
geen heilig boek
natuurgodsdienst
= heilige openbaart zich in de natuur
natuurfenomenen als uiting hogere machten
goden
fenomenologische
realiteiten
maken deel uit vd kosmos, aanwezig
vertegenwoordigen natuurfenomenen, hemellichamen, natuurlijke cycli: dag en nacht, Nijloverstroming, seizoenen
voorstelling vd goden
wandvoorstelling + cultusbeeld in tempels
metaforen
versch. gedaanten
mens (
antropomorf
)
dier (
zoömorf
)
mens met dierenkop
fetisj
tempel, woonhuis der goden
koning = schakel met de goden
hij = enige in staat om te communiceren met goden in hun tempels
cultustempel = woning ve god
farao tssbeide dr rituelen uit te voeren 'goedgezind' blijven (jaarlijkse overstroming de Nijl)
Egyptische volk werd niet toegelaten in tempel
de dodenverering
heropstanding: natuur-mythe
mummificatie
Egypte: een kunst in dienst v goden en doden
geloof in hiernamaals beïnvloedde sterk de kunst
graven rijkelijk versierd met beelden, teksten (
hiërogliefenschrift
), reliëfs, schilderingen
farao's begraven in piramides
oerheuvel
waarop h eerste zonlicht vd schepping viel
piramide = macht vd farao
Egypte, een geschenk vd Nijl
veilige ligging
natuurlijke beschermingsgordel tegen indringers
westen
Libische woestijn
oosten
Arabische woestijn
noorden
Middellandse zee
zuiden
6 Nijlcataracten (stroomversnellingen: moeilijk te bevaren)
'Egypte is een geschenk van de Nijl' (volgens
Herodotus
)
vruchtbaarheid dankzij rivier
vruchtbaar slib = natuurlijke meststof
geschikt vr landbouw
irrigatiekanalen, bekkens, sjadoufs (schepemmer)
beschikbaar water zo efficiënt mogelijk verdelen over gronden
samenwerking + goede organisatie (olv farao)
problemen
te veel water
te weinig water
bepaald leven Egyptenaren
politiek
lange tijd
2 koninkrijken
Opper-Egypte (Nijldal)
Neder-Egypte (Nijldelta)
3100 v.C.
1 land olv farao
opperbevelhebber leger
hoofd administratie en financiën
hogepriester van iedere tempel
opperrechter
sociaal
elitemaatschappij
sociale ladder
farao
bevoorrechte elite
hoge ambtenaren
slaven
rijkdom/macht werd verspreid over hoge ambtenaren (vb.
vizier
)
opbrengsten landbouwgewassen = hoog
voedseloverschotten
bevolking steeg
specialisatie
landbouwbevolking kan ingezet worden op andere plaatsen (vb. vr bouw piramides)