Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
LIJDEND VOORWERP / DIRECT OBJECT (:!!: (De werkwoorden die een WWG vormen,…
LIJDEND VOORWERP / DIRECT OBJECT
Omschrijving
Het lijdend voorwerp is het zinsdeel dat de handeling van het WWG ondergaat. Het lv kan dus uit één of meerdere woorden bestaat Het LV kun je altijd vervangen door 'iets' of 'iemand'. Let op: het is niet dat je de vraag kunt stellen om het lv te kunnen vinden, dat je daarom ook het LV hebt gevonden! Er moet een handeling aanwezig zijn in de zin om het lijdend voorwerp te kunnen vinden. Daarom vind je het lv alleen bij een WWG en niet bij een NWG!
Iets of iemand: de verbaasde agent ontdekt: de verstekeling, een nieuw talent, de misdaad, een onbekend eiland, ... In de zin kan je het lv altijd vervangen door iets of iemand.
Voorbeeldzinnen zie cursus
:!!:
Een LV begint bijna nooit met een voorzetsel (ze draagt van die lelijke kleedjes).
De werkwoorden die een WWG vormen, worden in drie klassen onderverdeeld naargelang van hun verbindbaarheid/valentie met het lijdend voorwerp.
1) transitieve werkwoorden: deze werkwoorden komen voor met een lv.
2) intransitieve werkwoorden: deze werkwoorden kunnen niet- of slechts onder bijzondere omstandigheden met een lijdend voorwerp optreden.
3) pseudo-transitieve werkwoorden: werkwoorden waarbij lv kan voorkomen, maar de lv is in deze zin geen vereiste: ik eet ...
Een lv vind je alleen bij een WWG, nooit bij een NWG
PPT les 3.
Er is een onderscheid tussen het lv en het maatobject. Een laatobject geeft antwoorden op vragen als: hoeveel? hoe lang? hoe groot? hoe zwaar? En komt dus voor bij ww als: kosten, waard zijn, meten, wegen, hoe duur iets is...
Dat kost drieduizend euro. Dat kostte hem zijn huwelijk. Die plankjes meten 30 cm.Ik zal de tafel eens meten ,...
Drie manieren om het lv te vinden
Nominalisering = zie cursus.
3. Bevraging: je stelt de vraag wie/wat.
Stap 1= zoek de pv, het onderwerp en het WWG.
Stap 2= het lijdend voorwerp = WIE/WAT + WWG + O
Controle: vervang het LV door 'iets' of 'iemand' in de zin. Lukt dit? dan heb je het LV gevonden...
1.Passiefvorming: zie cursus
Soorten lijdend voorwerp (zie cursus voor voorbeelden).
2. Voorlopig lijdend voorwerp:
het woord ‘
het’
dat vooruitwijst naar het lv. Het lv heeft dan de vorm van een bijzin.
3.Herhaald lijdend voorwerp: altijd eerst het echte en nadien een herhaald (korte woordjes)
1. Loos lijdend voorwerp
: het loos lijdend voorwerp komt zelden voor. We hebben het dan over het woordje ‘
het’
. ‘
Het’
heeft bij een loos lijdend voorwerp geen eigen betekenis en verwijst ook nergens naar.