• Schoolkindfase; belangrijke gedaanteverandering: een Gestaltwandel. Na een strekkingsfase, waarin het kind vooral in de lengte groeit, volgt vaak een vullingsfase. Daarbij ontstaan rondingen; de lengte wordt opgevuld, zodat de lichaamsproporties weer beter verdeeld zijn.
• De kleutergestalte verdwijnt; uiterlijk met een vormeloos buikje, zonder taille, een relatief groot hoofd. Een schoolkind; een plattere buik met een lichte taille, relatief langere ledematen en een relatief kleiner hoofd.
• Bonenstaakachtige lichaamsverhouding krijgen als lengtegroei erg fors is en snel gaat.
De motoriek wordt dan soms minder vloeiend, omdat ze moeten wennen aan deze plotseling veel langere benen en armen.