Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H2: functie van groepen en groepsontwikkeling (2.4 (Fasen in de…
H2: functie van groepen en groepsontwikkeling
2.1 Waarom leven mensen in groepen
evolutionaire verklaring
Grotere kans op overleven in groep
Survival of the fittest:
Mensen die neiging hebben om in groep te leven zullen beter overleven in bedreigende omstandigheden
natuurlijke selectie zorgt voor biologische verankering in menselijke soort
psychologische verklaring
Behoefte om ergens bij te horen
‘the need to belong’ + gevoelig voor sociale uitsluiting
Behoefte aan informatie
FOMO (vooral pubers)
Emoties delen (exp. Schachter)
Info krijgen of eigen emotionele R terecht is
Sociale steun ontvangen en eigen emoties beter verwerken
Vermindering stress en stijging welbevinden
cognitieve verklaring
Groep nodig om collectief doel te bereiken
Cognitieve overweging: blijven of niet?
Aantrekkelijk doel?
Goede sfeer?
Leuke activiteiten?
....
Psychologische verklaring
Behoefte aan sociale steun en sociale identiteit
Sociale steun (Emotionele ondersteuning+ Advies en hulp + Positieve feedback) = buffer voor negatieve gevolgen van stressvolle situatie
Sociale identiteit: voorkeur voor groep die positief zelfbeeld bevordert en hoge status geeft
2.2
Met wie vromen we een groep?
sociaal-emotioneel:
fysieke aantrekkelijkheid
aantrekkelijke status
vriendelijkheid (beginsel van wederkerigheid)
gelijkenis
Met wie vormen we een groep?
taakgericht:
groepsactiviteiten en gemeenschappelijke doel
eneigen doelen (VB: meedoen aan temptation om bekend te worden)
kosten en baten
beschikbare alternatieven
2.4
Fasen in de groepsontwikkeling:
niet altijd even scherp afgelijnd
bril om te kijken
lineair model
meest van toepassing in afgebakende taakgroepen (cursusgroepen, ...)
FASE 1: ORIËNTATIEFASE
Leden kennen elkaar nog niet (Onwennig, angst, onzekerheid)
Behoedzaam, kat uit de boom kijken
Formele groepen: leider aanstellen (Veel aandacht naar begeleider)
Informele groepen: richten op elkaar, geen uitgesproken gedrag
FASE 2: CONFLICTFASE
Meer openheid (mogelijke verschillen in opvattingen/wensen => mogelijk conflict)
Meestal eerst op taakgerichte aspecten
VB groepsdoelen, werkwijze,...
Oplossingen door goede afspraken
Risico op conflict escalatie
Conflictvermijding kan leiden tot stagnatie
rollen worden duidelijk
grenzen uittesten
FASE 5: BEËINDIGINGSFASE
Afsluiting : taak
Afscheid : sociaal-emotioneel
Evt gemis na goede samenwerking - reünie
belang van symbolisch einde + terugblikken
FASE 4: PRESTATIEFASE
Grote inzet naar doelen/taak (Bales 60/40)
Soepele samenwerking is belangrijke voorwaarde voor goede prestaties
bewustzijn van sterktes en zwaktes
bij conflict: positieve benadering
FASE 3:STABILISATIEFASE
Oplossen van conflicten door gissen en missen
Wet van het effect
Effectieve interventie => positieve R => herhalen
Stabilisering samenwerking en herkenbaar patroon
Structurele kenmerken en identiteit van groep worden zichtbaar (groepsbinding)
duidelijke regels en afspraken
ontwikkeling van eigen ID
2.5
Kenmerken van het ontwikkelingsproces:
lineair (fase per fase)
cyclisch (dooreenlopend)
Bales --> evenwichtsproces:
de balans vinden tussen taakgericht en relatiegericht
2.6
Groepen als sociale constructie of institutie:
leden bepalen zelf structurele kenmerken (doelen, relaties, rollen,...)
normen maken groep tot institutie men eigen karakter (individu met zich voegen naar handelingspatronen)