Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Persoonlijkheidsontwikkeling (0-6 jaar (door te experimenteren met…
Persoonlijkheidsontwikkeling
0-6 jaar
door te experimenteren met autonomie leert een kind langzamerhand te verplaatsen in een ander. Dit heeft ook veel te maken met de hechting van het kind.
Bowlby onderscheidt:
een beginnende gehechtheid (2-6 maanden)
= een toenemende oriëntatie op bekende volwassenen
feitelijke gehechtheid (6-8 maanden)
= kind ontwikkelt tijdens deze fase, gerichtheid op één of paar personen uit zijn omgeving.
Hechting
Veilige gehechtheid: het kind zoekt contact met de hechtingspersoon, voelt zich veilig en ontdekt de omgeving actief vanuit deze veiligheid.
Vermijdende gehechtheid: het kind zoekt weinig contact met de verzorger, maar is wel actief en ondernemend.
Angstige gehechtheid: als baby intensief contact zoekt met de verzorger, zich niet veilig voelt en erg passief kan zijn.
Gedesoriënteerde gehechtheid: als de baby wegkijkt als hij door de verzorgers wordt geknuffeld en een 'glazige blik' in zijn ogen kan hebben.
Rond 2,5 jaar; meeste ontdekken dat ze geleefd worden door anderen en dat ze een eigen willetje hebben. > ze zeggen 'nee' (=koppigheidsfase)
:star:
Voorbeeld koppigheidsfase:
op de opleiding onderwijsassistent heb ik stage gelopen in groep 1. Daarbij heb ik opdrachten met kinderen moeten uitvoeren. Toen was er een kind die niet mee wilde doen en zei telkens 'nee, ik wil niet'. Vervolgens ging hij verder met spelen. :star:
Temparement:
Drie temparement clusters (baby's/ kinderen)
moeilijk: weinig regelmaat in eet-en slaapgedrag, gesteld op routine, huilerig, snel van slag, schrikachtig, onregelmatig, past zich niet gemakkelijk aan, trekt terug bij nieuwe prikkels.
makkelijk: regelmaat, opgewekt, positief gestemd, geïnteresseerd in nieuwe prikkels
langzame starter: regelmatig leefritme, milde negatieve reacties op nieuwe situaties, past zich niet snel aan, angstig, verlegen
Adolescentie 12-21 jaar
14 jaar: opvoeders bekritiseren als gevolg van hun toegenomen cognitieve mogelijkheden
17-18 jaar: zelf ruimte en mogelijkheden ervaren voor hun eigen gedachten en daaruit voortvloeiende normen en waarden
Vastleggen identiteit (foreclosure)
voortijdige afsluiting doordat de adolescenten zicht te vroeg hebben geconformeerd aan de verwachtingen van de omgeving. Eigen ontplooiingsmogelijkheden en eigen verlangens worden hierdoor vroegtijdig afgekapt
Identity confusion (identiteitsverwarring)
onzekerheid over de eigen capaciteiten en wensen, stuurloosheid. Met alle winden meewaaien.
Identity achievement:
na een periode van experimenteren, kiezen en beslissen, tot het aangaan van verplichtingen zijn gekomen. Ze staan open op een flexibele manier voor ideeën en nieuwe ervaringen en hebben een innerlijke maatstaf ontwikkelt om deze te beoordelen.
Oudere volwassene 60+
Zelfstandigheid en autonomie kan in gevaar komen doordat het lichaam zo veel belemmeringen gaat vertonen dat ouderen er voortdurend aan herinnerd worden
Allerlei aanpassingen; traplift, verlaagd aanrecht, afstandsbediening voor de deur, die maken dat zij nog steeds zelfstandig kunnen leven
Jongvolwassene 22-40 jaar
Twee manieren om met kennis om te gaan (gerelateerd aan typen mensen):
mensen die de wereld niet naar hun hand willen zetten, maar zich conformeren
(adaptors)
mensen die proberen grip te krijgen op hun wereld door zelf dingen te veranderen en oplossingen voor ervaren problemen te bedenken
(innovators)
Van formeel-logisch denken naar postformeel denken
Mix van formeel, intuïtief en subjectief denken; gestalt
Formele denker: logische analyses, causale verbanden en hypothetische adolescentie. Kennis absoluut en onveranderbaar.
Post-formele denker: variabelen kunnen elkaar beïnvloeden, concrete gebeurtenissen in de realiteit staan centraal. Kennis is niet absoluut en afhankelijk van de omgeving
Gestalt: het denken bij jongvolwassenen wordt meer intuïtief en subjectief.
In combinatie met het formeel denken wordt deze mix gezien als een Gestalt. Het geheel is meer dan de som der delen. Mix van denkvormen leidt tot completere denkvorm.
Denken wordt minder uniform en mensen ontwikkelen zich naar verschillende richtingen
Autonomie: jongvolwassene bevrijden van ouderlijke macht, zowel van de economische invloed als van de psychische bevoogding, gezag van oudere generatie niet meer onvoorwaardelijk erkend. Zelf handelen, eigen normen
Identiteit: krijgt meer definitief karakter. Identiteit is het in evenwicht zijn met zichzelf.
Voorwaarde: zelfkennis in de vorm van reëel zelfbeeld
Zelfbeeld: hoe iemand over zichzelf denkt en hoe hij zichzelf beleeft. Interne beeld van je identiteit
6-12 jaar
Id (onbewuste): streeft naar vervullen van verlangens
EGO: Rede, gezond verstand. Probeert eisen van Id en realiteit op elkaar af te stemmen
SUPER EGO: moraal, geweten. Zadelt ons op met schuldgevoelens, maar doet ons ook glimmen van trots.
Latentiefase: waarin het kind niet zozeer met zijn seksualiteit bezig is. Hoewel de onderlinge interesse tussen jongens en meisjes niet erg groot is in deze fase, komt deze aan het einde van de basisschool voorzichtig terug als deze fase overgaat in de genitale fase.
Rijpere volwassene 40-60 jaar
persoonlijke groei
midlifecrisis = turbulente periode, waarbij een verandering in zelfbeeld of levensstijl kan ontstaan.
mensen creëren hun eigen levensloop
Generativiteit:
(Erikson)
Ouderlijke generativiteit: opvoeden en verzorgen van kinderen
Biologische generativiteit: verwekken en baren van kinderen
Generativiteit op het werk: Verspreiden van kennis en het begeleiden van jonge collega's
Culturele en maatschappelijke generativiteit: organiseren van culturele activiteiten en het lidmaatschap van maatschappelijke organisaties
Middle adulthood:
(Levinson)
Het individu leert positief te aanvaarden dat het lichamelijk ouder wordt
Het individu zoekt naar wegen om andermans leed te verzachten en het welzijn van anderen te bevorderen
Het individu zoekt een balans tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid; hierdoor worden vrouwen soms autonomer, assertiever en dominanter en mannen; zorgzamer, gevoeliger en empathischer
Het individu zoekt een evenwicht tussen buitenwereld en de binnenwereld