Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Paragraaf 3 hoofdstuk 3 (Begrippen ((Lichte industrie, Fabrieken die…
Paragraaf 3 hoofdstuk 3
Meer geld, meer spullen
De industrie produceert goederen in fabrieken. Eerst de textielfabrieken, later de ijzer- en staalfabrieken. Door de ontwikkeling van de industrie werden centrumlanden steeds rijker. De vraag naar producten nam daardoor steeds verder toe: Schoenen, fietsen, meubels, auto´s, televisies enz.
Begrippen
-
-
Fabrieken waarin grote hoeveelheden (vaak zware) grondstoffen worden verwerkt. Meestal maken deze fabrieken halffabricaten: een soort tussenproducten.
-
-
-
-
-
Het verschijnsel dat steeds meer werkzaamheden worden uitgevoerd door robots in plaats van door mensen.
Waarom daar?
De redenen waarom een bedrijf voor een bepaalde plaats kiest, noem je vestigingsfactoren.
-
Het centrum uit
Toen de industrie in NL opkwam, werden fabrieken vaak aan de rand van een stad gebouwd. Maar de wereld verandert continu. Wat eerst een goede plek voor een fabriek was, is dat nu allang niet meer. Inmiddels is veel industrie verhuisd naar speciale industrietereinen buiten de stad. Omdat de lonen in rijke landen steeds hoger werden en transport juist goedkoper en sneller werd, verplaatsten veel bedrijven hun productie naar lagelonenlanden. Zo zijn de industriele multinationlas ontstaan. Sommige landen in de (semi) periferie maken vestiging in hun land extra aantrekkekelijk door Speciale Econnomische Zones. Zij hoeven daar dan minder belasting te betalen.
-