Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Taalvariatie en identiteit (Beeld van persoon vormen tijdens 1e ontmoeting…
Taalvariatie en identiteit
Beeld van persoon vormen tijdens 1e ontmoeting
In het echt
Via telefoon
Kan afleiden of het een man of vrouw is, Vlaming, Hollander, Limburger, ... is, jong of oud, ...
Uiterlijke kenmerken: Geslacht, kleding, huidskleur, haardracht en taalgebruik
1e indruk ≠ juist ==> Vooroordelen
Niet iedereen = hetzelfde
Mensen hebben verschillende identiteiten en maken zich hoorbaar door hun taalgebruik
Waar je ben heeft invloed op je taal
Iedereen heeft complexe persoonlijkheden en verschillende kanten
BV: Je collega ziet je elke dag op het werk in een pak. In het weekend draag jij graag de hele dag je pyjama. ==> Collega kent deze kant van jou helemaal niet.
Taalgebruik verschilt met wie je praat en over wat je praat
BV:
Beste vriend(in) ==> Dialect of tussentaal (wel over huisdieren)
Informeel taalgebruik
Baas ==> Algemeen Nederlands + professioneel (niet over huisdieren maar over het werk)
Formeel taalgebruik
Taal laat zien bij wie je hoort
BV:
"Ebde gij da ier al geproefd? Kunde ne keer zeggen wa ta taar in zit?"
= Typisch voorbeeld van tussentaal. Tussentaal = Combinatie van dialect en standaardtaal. "H" (begin) en "T" (einde) vallen weg, jij wordt ge
"Kizzig, bloeling!"
= "Bah, bloedworst" = waarschijnlijk een man uit West-Vlaanderen. Mannen praten meer dialect dan vrouwen, behalve bij jongeren.
"Zeg wollah hetta, je gaat nog niet weg!"
= waarschijnlijk een Hollander met Marokkaanse achtergrond. "Wollah hetta" = Ik zweer het. Turkse Hollanders en jongeren gebruiken dit om stoer te doen.