Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
02 - Possession (Examples: (Peter heeft een fiets, Die fiets is van hem,…
02 - Possession
Examples:
Peter
heeft
een fiets
Die fiets is van hem
Dat is zijn fiets
Dat is Peters fiets
Dat is Peter z'n fiets
Die fiets is de zijne
Het is zijn eigen fiets
3 ways to indicate possession
Verbs:
hebben
,
bezitten
Ik bezit een huis
Ik bezit een diplome
Van
+ personal pronoun as an object / noun / proper name. With
zijn
or directly after the property
De cursus
van de docent
staat online
Die fiets
van hem
staat daar
Possessive
adjectives
unstressed versions
in spoken language
m'n
(mijn)
z'n
(zijn)
d'r
(haar)
Dat is zijn fiets
Je kijkt naar mijn les
Waar is m'n boek?
Z'n fiets staat daar