Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
artikelen wet boek van strafvordering (art 341 wet boek van strafvordering…
artikelen wet boek van strafvordering
art 153 wet boek van strafvordering
lid 1. Het pv word door hen opgemaakt op hun ambtseed of belofte voor zover zij die hebben afgelegd, door hen binnen tweemaal vier en twintig uren beëdigd voor een HOvJ die daarvan een verklaring op het pv stelt
lid 2. Het wordt door hen persoonlijk opgemaakt, gedagtekend en ondertekend; Daarbij moet tevens zoveel mogelijk uitdrukkelijk worden opgegeven de reden van wetenschap
art 338 wet boek van strafvordering
bewijsregel het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door den inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen
art 339 wet boek van strafvordering
lid 1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen herkend:1eigen waarneming;2. verklaring van den verdachte ;3.verklaringen van een getuige;4.verklaringen van een deskundige;5.schriftelijke bescheiden.
lid 2. feiten of omstandigheden van algemene bekendheid behoeven geen bewijs
art 341 wet boek van strafvordering
lid 1. Onder verklaring van den verdachte wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane opgave van feiten of omstandigheden, hem uit eigen wetenschap bekend.
lid 2. Zodanig opgave, elders dan ter terechtzitting gedaan, kan tot bewijs, dat de verdachte het ten laste gelegde feit begaan heeft, medewerken, indien daarvan uit enig wettig bewijsmiddel blijkt.
lid 3. Zijne opgaven kunnen alleen zijnen aanzien gelden
lid 4. Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de opgave van den verdachte
art 342 wet boek van strafvordering
lid 1. Onder verklaring van een getuige wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane mededelingen van het feiten of omstandigheden, welke hij zelf waargenomen of ondervonden heeft
lid 2. Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige
art 152 wet boek van strafvordering
lid 1. De opsporingsambtenaar belast met opsporing van belastbare feiten moet ten spoedigste een pv opmaken die door hen is opgespoord
lid 2. Het opmaken van pv kan onder verantwoordelijkheid van het OM achterwege worden gelaten