Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
immuunstelsel (bacteriën (soort (staafvormig, bolvormig, bolvormig in…
immuunstelsel
bacteriën
darmen
grote hoeveelheid bacteriën, geen probleem, nuttig in spijsvertering
lage weerstand, balans verstoord, klachten als diarree
ziekmakend vermogen
-
schade aangericht, gevolg, vormen en afscheiden giftige stoffen
zelfstandig leven, voeden met stoffen uit cellen en maken giftige (om ziek te worden) aan
bouw
inwendige bestaat uit cytoplasma, daarin zit DNA
-
kunnen celwand nog kapsel, slijmlaag, celenvelop hebben
-
virulentie
aanvalskracht, sterkte ziekmakend vermogen
veroorzaken
-
-
-
kunnen ontstekingen veroorzaken, roodheid en zwelling, warm en pijn
-
-
DNA in celkern, los in cytoplasma
antibioticum werkt enkel tegen bacterie, anti-tegen, biotica-leven
gunstige omstandigheden, elke 20min delen
als bacterie gedeeld heeft, kan celwand niet hechten, delingsproces stopt en sterft af
-
-
leven overal, meestal onschuldig
-
-
-
virus
-
bestrijden gebeurt door leukocyten, vallen het aan
-
infectie met virus, leukocyten buiten bloedvat om virus op te eten
zijn eenvoudig, maken DNA met eiwit jasje
-
-
leukocyten maken antistoffen aan, hechten aan antigenen van indringers om opgegeten te worden door andere leukocyten
nieuwe virussen gemaakt om te verspreiden, kunnen infecteren
virusinfectie is onschuldig en klachten gaan vanzelf over, idem voor ontstekingen
-
-
-
gerichte behandeling is moeilijk, specifieke medicijnen voor sommige virussen ontwikkeld
-
-
bouw
afhankelijk type virus, geen standaard structuur
afweersysteem
macrofagen vernietigen lichaamsvreemde mo'nen, stromen af op indringer en vernietigen onmiddelijk
beschikken over cellulaire verdedigers indringers aan vallen en vernietigen (immuunsysteem), belangrijkste componenten zijn macrofagen en witte bloedcellen
leukocyten werken specifieker, beschermen 1 mo, werkt uitsluitend daarvoor
immuunsysteem heeft geheugen, 1 blootstelling kan voor bescherming zorgen (korte tijd) en versterkt bij volgende blootstelling, bij 2de blootstelling is lichaam beter voorbereid
ondanks fysieke belemmeringen, slagen mo'nen toch lichaam binnen te dringen
afweermechanismen in actie in darmen, beschadigde darmwand & immuunreactie & gezonde situatie vs chronische darmontsteking
2de lijnsafweer
-
-
antistoffen via vaccinaties, langdurige bescherming
leukocyten worden in beenmerg aangemaakt en ontwikkeld tot b-&t-lymfocyten, verschillen van elkaar door verdedigingsmanier
1ste lijnsafweer
-
slijmlagen darmen, luchtwegen
-
-
-
-
-
t-lymfocyten
-
t-killercellen spelen rol bij opruiming lichaamseigen cel, geïnfecteerd door virus
-
-
aangeboren immuuncellen
hebben geheugen, termijn bescherming vijanden
-
microbiologie
symbiose, nauw contact samenleven 2 verschillende organismen (mens en micro-organisme)
medische houdt bezig met opsporen, diagnosticeren en behandelen aandoening veroorzaakt mo'nen
ziekteverwekkers, bacteriën, virussen, schimmels, parasieten, gisten
-
-
-
-
-
-
schimmels en gisten
groeien organische bodem, snel groeien en hele oppervlakte bedekken
mycose
-
veroorzaakt schimmel op/in mens leeft, vaak verminderde weerstand van mens
dringen langs lagen huid-slijmvliezen, week en vochtige plaatsen
-
-
-
voortplantig
eencellige schimmel (gist) plant voort d.m.v. deling, maakt kopie en groeit tot nieuwe schimmel
meercellige schimmel plant voort d.m.v. sporen, lijken op dunne draden
afweersysteem
antigenen
-
-
bacteriën, virussen, parasieten, schimmels
-
-
-
continue actief, tijdens ziekte en gezonde toestand
-
-
beschermingsmechanismen
-
cilia
trilhaartjes in ademhalings-spijsverteringsstelsel brengen opgevangen vuil naar keel, doorgeslikt, via spijsvertering en excretie verwijdert
-
zoutzuur gaster
zuur vernietigd binnengekomen bacteriën, goede vecht tegen slechte
beschermen tegen bacterie, virus
-
-
ontsteking
afweermechanisme
-
vloeistof bloedvaten treedt in bedreigd weefsel, toename vocht
toename vocht, zenuwuiteinden komen onder druk
-
-
acute
niet te veel pus, ruimt lichaam zelf op door bloedstroom af te voeren
wel te veel pus, etter moet uit lichaam worden gevoerd, abces
-
ontstekingssymptomen
-
-
-
-
functio laese, functieverlies
protozoa
eencellige, dierlijke organismen, werken zelf voedsel naar binnen
-
-
-
-
epidemiologie
-
-
-
endemie
continue voorkomen besmettelijke ziekte, bepaald deel bevolking
-
-
-
infectie
vermenigvuldigen, ontstekingsreactie veroorzaken
-
-
-
auto-immuunziekten
-
-
afweersysteem functioneert niet goed, lichaamseigen weefsel wordt aangevallen
-
inentingen
serum
krijg antistoffen toegediend, eigen antistoffen helpen
-
vaccinatie
-
lichaam leert ziekte herkennen bij serieuze infectie, direct kunnen reageren
-
organen immuunstelsel
milt
-
filter bacteriën, oude en geïnfecteerde bloedcellen ui bloed
-
-
thymus
zwezerik bovenin borstkas, onderste gedeelte hals, ontwikkeld in kindertijd en verdwijnt
-
besmettingsbron
buitenwereld (modder, stof)
likjes hond, gevaarlijk voor de mens
-
besmetingsweg
locatie
enteraal, spijsverteringskanaal
-
-
-
-
-
-
-
-