Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Gedrag in de klas | Hoorcollege 11 (behandeling (psycho-educatie,…
Gedrag in de klas | Hoorcollege 11
autisme
ontwikkelingsstoornis
prikkelverwerkingsstoornis
pervasieve stoornis (op allerlei ontwikkelingsgebieden en situaties)
ASS in DSM5
blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie
beperkte zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten
geen onderscheid meer in labels
klassiek autisme
syndroom van asperger: geen achterstand in de taalontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling
PDD-NOS: vertonen in mindere mate autistische kenmerken of voldoen niet aan alle kenmerken
de stoornis van Rett (komt alleen bij meisjes voor)
desintegratieve stoornis
MCDD: problemen bij het reguleren van emoties en gedachten
sociale communicatiestoornis (geen autisme (meer): wel problemen in sociale communicatie en interactie, geen beperkte gedragspatronen en interesses
beperkingen in sociale communicatie en interactie
tekortkomingen in sociaal-emotionele wederkerigheid
op abnormale manier sociaal contact maken
niet in staat tot normale gespreksinteractie
verminderd delen van interesses, emoties, gevoelens
geen sociale interacties initiëren of beantwoorden
tekortkomingen in non-verbaal communicatief gedrag
verbaal en non-verbale communicatie niet geïntegreerd.
afwijkend in oogcontact of lichaamstaal
weinig of verkeerd gebruik gebaren
ontbreken gezichtsuitdrukkingen
tekortkomingen in aangaan en onderhouden van relaties
problemen met aanpassen van gedrag aan verschillende omstandigheden
moeite met deelnemen aan fantasiespel of vrienden maken
afwezigheid van belangstelling voor leeftijdsgenoten
taalgebruik en -begrip
vreemd taalgebruik (niet sociaal adequaat, monotoom)
coherent verhaal (met begin, midden en eind) is lastig
letterlijk nemen van gezegdes/woordgrappen
repetitief gedrag en beperkte interesses, 2 van de 4 criteria in DSM
herhaalde bewegingen, gebruik van voorwerpen of taal
rituelen, hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel, gehecht aan routines
fixaties, abnormaal intense interesses (helemaal opgaan in iets)
onder/over-gevoelig voor zintuiglijke prikkels
prevalentie
hoger dan vroeger (labelen)
70% comorbiditeit
3-4 x vaker bij jongens
oorzaken
geen eenduidige oorzaak! we weten nog weinig
64-91% erfelijkheidsfactoren
betrokkenheid van > 15 genen
defect in hersenfuncties (frontaalkwab), maar oorzaak nog onbekend
verklaringsmodellen
theory of mind (TOM): gevoelens, gedachten, ideeën
en intenties aan jezelf en aan anderen toeschrijven
executieve functies: werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit + opname en verwerking van nieuwe en complexe informatie + plannen en organiseren
centrale coherentie: kinderen met autisme kijken heel gedetailleerd
behandeling
psycho-educatie
educatieve en ontwikkelingsgerichte benadering (compenseren)
proactieve, structurerende houding (hulp nodig van behandelaar, ouder en leerkracht)
inventarisatie van specifieke mogelijkheden en beperkingen
toepassen in alledaagse situaties, moeite met generaliseren (oefenen!)
eerste (leefklimaat), tweede (kind en gezin trainingen, zoals SOVA, VIPP AUTI en ToM-training), derde (eigenheid uniek persoon) graadsstrategie (Van der Gaag en Van Berckelaer-Onnes)
kind- of gezinsgerichte interventies