Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Gedrag in de klas | Hoorcollege 5 & 6 (het gezin (opvoedingsstijl (zie…
Gedrag in de klas | Hoorcollege 5 & 6
het gezin
opvoedingsstijl (zie van der Ploeg)
controleren (structuur)
permissief
autoritair
autoratief (autonomie), beste resultaten!
onverschillig
angstig
ondersteunen (responsiviteit)
overbeschermend
liefdeloos
gezinsfunctioneren
cohesie (positieve betrokkenh.)
kluwengezin
loszandgezin
aanpassingsvermogen
chaotisch gezin
rigide gezin
theorieën
ouderlijke stress
coërcief gedrag
transactionele theorie
diathesis-stress model
Gen-Omgevingsinteracties
differential-susceptibility model
vantage-sensitivity model
trauma
echtscheiding (van der Molen, Perreijn & van den Hout)
6 - 9 jaar
ouder tevreden stellen, aanpassing
parentificatie
slechte schoolprestaties door verstoring van het basale leerproces
9 - 12 jaar
compensatie buiten het gezin
kan wel begrijpen, (nog) niet verwerken
copingmechanismen ontwikkelen
voelt zich in de steek gelaten
4 - 6 jaar
schuld bij zichzelf
persoonlijke afwijzing
regressieverschijnselen
boosheid elders
fantasie en magisch denken
mishandeling
vaker internaliserende- en externaliserende problemen
posttraumatisch stresssyndroom (ptss)
agressief gedrag, depressie, gebrekkige sociale vaardigheden
Adverse Childhood Experiences-vragenlijst
vrije tijd
gemiddeld 6 uur vrije tijd per dag
invloed van media
positief
gamen is goed voor oog-handcoördinatie, ruimtelijk inzicht en reactievermogen
internet bevordert interpersoonlijke communicatie
negatief
gamen en agressie (zie van der Ploeg)
het spelen van agressieve videogames is schadelijk (Anderson en Bushman)
het spelen van agressieve videogames laat geen schadelijke effecten zien (Sherry & Ferguson)
het spelen van agressieve videogames laat onder bepaalde voorwaarden schadelijke effecten zien
cyberbullying
gamen zorgt voor minder prosociaal gedrag
SES
inkomen, opleiding, werk, behuizing, materiële bezittingen en woonbuurt
materiële problemen: sport en vrije tijd
gedragsproblemen: minder prosociaal, problemen met leeftijdsgenoten, geïnternaliseerde en geëxternaliseerde problemen