Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
VISUELE BEPERKING: visuele functies (licht- en donkeradaptatie (kegeltjes,…
VISUELE BEPERKING: visuele functies
gezichtscherpte
maat voor detailwaarneming
iets goed willen waarnemen
ogen richten zodat beeld op macula of gele vlek valt
op deze plaatst grootste onderscheidingsvermogen
100% scherp zien met deze vlek
hoe verder van macula het beeld op netvlies wordt gevormd, hoe kleiner de gezichtsscherpte
bepaling gezichtsscherpte voor VER
adhv gestandaardiseerde tests en na optimale correctie met optische middelen
10/10 of 6/6 => normale gezichtsscherpte
bv. 0,2 of 2/10 => slechtziende
wat voor gewoon ziende op 10m afstand scherp is, is voor slechtziende pas op afstand van 2m scherp waarneembaar
bepaling gezichtsscherpte voor DICHTBIJ
adhv 2 criteria
welke lettergrootte kan slechtziende nog onderscheiden
op welke afstand kan hij dit onderscheid maken
gewoon ziende persoon: test op 33cm afstand
slechtziende persoon: afstand vrij
bij verkleinen van leesafstand vergroot het beeld op netvlies
daardoor kunnen slechtzienden vaak op afstand van 5 à 10 cm gewone druk lezen, lijkt dichtbij maar is niet schadelijk, vergt permanente inspanning van de oogspieren
gezichtsveld
geheel van overzien, naast voorwerp ook omgeving
gewoon gezichtsveld = iets minder dan 180°
spieren aan buitenkant van oogbal doen ogen draaien om blik te richten
blik richten = beeld op gele vlek terecht laten komen
= centraal gezichtsveld (ca. 10°)
rest van gezichtsveld --> onscherp
= perifeer gezichtsveld
toch belangrijk voor oriëntatie
kleurenzin
3 soorten lichtgevoelige cellen, één voor elke primaire kleur
blauw
groen
rood
licht prikkelt drie soorten kegeltjes in verschillende mate, afhankelijk van golflengte van het licht
resultaat = mengkleur
menselijk oog kan 160 mengkleuren waarnemen
maar één soort kegeltje geprikkeld
zie je maar één kleur
kleur wit zien
wanneer alle receptoren geprikkeld worden
kleurenstoornis
bij afwezige, verminderde of gewijzigde gevoeligheid bij één van de drie soorten kegeltjes
licht- en donkeradaptatie
licht komt oog binnen met snelheid van bijna 300.000 km/s
netvlies wordt onafgebroken gebombardeerd door invallende lichtstralen
beschadiging voorkomen: verdedigingsmechanismen
zorgen dat licht in juiste hoeveelheden op netvlies terechtkomt
oog is in normale omstandigheden in staat zich aan te passen aan wisselende hoeveelheid licht
kegeltjes
veel licht nodig om geprikkeld te worden
reageren snel op licht en onderdrukken de staafjes
gedetailleerde waarneming in kleur
bij weinig licht reageren ze niet meer
staafjes
niet geprikkeld bij veel licht
meer werken naarmate hoeveelheid licht afneemt
laten toe om te zien in het donker
waarneming minder gedetailleerd en zonder kleur
gestoorde licht-of donkeradaptatie
wanneer er iets mis is met staafjes of kegeltjes