Hoofdstuk 19: Normscores

Antwoorden test

Ruwe scores

Absolute standaard

Normtabel

Normscore(s)

Antwoorden test

Verschillende vormen/voorbeelden/soorten antwoorden om te interpreteren.

Ruwe scores

Punten toekennen aan gegeven antwoorden

Hierbij kan je bv, de omscoren spiegelen aan de andere kant van de schaal.

Deze scores hebben nog geen betekenis, maar krijgen deze door te vergelijken met absolute standaard of normtabel.

Absolute standaard

Score wordt hier vergeleken met een bepaalde standaard of criterium.

Prestaties/ scores van anderen worden buiten beschouwing gelaten.

= criteriumgericht referentiekader

= absoluut meten met vooropgestelde criteria

Normtabel

Ruwe score van proefpersoon wordt vergeleken met ruwe score van relevante anderen = normgroep.

Norm = referentiekader dat is gebaseerd op kenmerken van de verdeling van de ruwe score in een populatie, deze kenmerken worden geschat op basis van representatieve steekproef.

= normgericht referentiekader

= relatief meten

Normscore(s)

Normscore(s)

  1. Vergelijking en normen gebaseerd op gemiddelde en spreiding = Standaardscores* (vergelijken met gemiddelde van de normgroep)*

A. Niet genormaliseerd

B. Genormaliseerd

ruwe score -> standaardscores via lineaire transformatie (Z-score)

Zx = (X- gem.) : Sx

Positief gemiddelde = verdeling schuift naar links

Negatief gemiddelde = verdeling schuift naar rechts.

Sx groter dan 1 = verdeling wordt smaller.

Sx kleiner dan 1 = verdeling wordt breder

Z-scores zijn niet automatisch normaal verdeeld.

Nadeel Z-scores: negatieve scores - kommagetallen - klein bereik => T-scores = lineaire transformatie van Z-scores

T = 50 + 10 x Z

T-scores en Z-scores kunnen met elkaar vergeleken worden, betekenis is hetzelfde!

Standaarddeviatie bepaald hoe breed een curve gaat zijn en waar het gaat afbuigen.

Kleine standaarddeviatie = lange, smalle curve met scherpe verdeling

Grote standaarddeviatie = brede curve

Normaliseren = niet-lineaire transformatie, vorm veranderd.

Verdeling is volgens eigenschappen van normaalverdelingen

Betekenis scores wordt gekoppeld aan de afstand tot het gemiddelde en uitgedrukt in standaarddeviatie.

Niet genormaliseerde z-scores en T-scores MAAR ze zijn niet gekoppeld aan % onder normaal verdeling.

Gemiddelde en standaarddeviatie zijn afhankelijk van gekozen schaal !!!

Stanines: een schaal met 9 schaalpunten en het gemiddelde is het midden van stanine 5. (= normaal verdeeld en ze zijn gekoppeld aan vaste percentages).

Schalen zijn onderling vergelijkbaar.

Standaardscore op verschillende schalen uitdrukken.

Normscore(s)

  1. Vergelijking en normen gebaseerd op een rangorde = Percentielen (vergelijken met bepaalde rangorde)

Percentiele normen -> Px, percentielscore

Percentiel = punt op een schaal waaronder bepaald % van proefpersonen gelijk of lager dan een score ligt.

Percentiel = punt op de schaal waaronder bepaalde % van de verdeling gelegen is.

bv, P1 = 1% van de proefpersonen met een gelijke of lagere score.

Mediaan = punt in de verdeling waar 50% gelijk aan is of onder ligt.

Frequentieverdeling is hier rechthoekig, want elk percentiel is 1%

-> ordinaal niveau = je gebruikt hier geen gemiddelde of standaarddeviatie, alleen rangcorrelaties met andere variabelen.

Cumulatief percentage afronden of handboek

Ruwe scores zijn normaal verdeeld en genormaliseerd => vaste relatie tussen percentielen en normaalscores.

Ruwe score wordt omgezet naar genormaliseerde T-score -> T-scores worden omgezet naar percentielen.

Percentielen waar ruwe scores niet normaal verdeeld zijn en niet zijn genormaliseerd