Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Hoofdstuk 16: Betrouwbaarheid (Buitenbeentje: interbeoordelaarsbetrouwbaar…
Hoofdstuk 16: Betrouwbaarheid
Wat is betrouwbaarheid?
= herhaalbaarheid van meetresultaten onder gelijkblijvende condities
Psychologische metingen zijn complexer, dus verschil tussen metingen zal groter zijn. -> risico op toevalsfouten
Toevalsfouten =
toegeschreven aan toevallige factoren.
niet eigen aan de meting.
gerelateerd aan problemen standaardisatie
-> kern van betrouwbaarheidsprobleem
geen systematische meetfout
Klassieke testtheorie
Ware score
= deel dat bij testafnames NIET verandert
(gem. van groot aantal herhalingen)
Foutencomponent
= toevallig deel dat bij testafnames op onvoorspelbare wijze varieert.
Over herhalingen heen heffen foutencomponenten elkaar op.
Het achterhalen van ware score door groot aantal herhalingen is niet altijd mogelijk bij psychologische test door kans op leereffect.
Betrouwbaarheid in realiteit
er is hypothetische herhaling nodig = zoeken naar realistische benadering van het ideaal van onafhankelijke replicatie van de testprocedures.
Hoeveel metingen?
herhaald
paralleltest
parallelvorm methode
(2 inwisselbare test worden afgenomen bij groep)
dezelfde test
test-hertest methode
(test wordt met tussentijd 2x aan zelfde groep voorgelegd)
éénmalig
2 helften
splitsingsmethode
(test wordt in 2 helften met evenveel items gesplitst die zoveel mogelijk parallel zijn)
items
interne-consistentiemethode
(test wordt één keer afgenomen, elk item wordt gezien als een herhaling van anderen items)
Buitenbeentje: interbeoordelaarsbetrouwbaarheid
1 afname
geen herhaling in metingen, maar herhaling in score
overeenkomst tussen beoordelaars van zelfde antwoord
foutenbron: scoring & interpretatie
Je laat meerdere mensen beoordelen en kijkt naar gelijkenissen in resultaten.
Betrouwbaarheid van individuele scores
we moeten ervan uitgaan dat de geobserveerde score slechts een schatting is van de ware score.
bij interpretatie niet uitgaan van één schatting, maar interval afbakenen >> betrouwbaarheidsinterval (BI)
BI= interval rond de geobserveerde waarvan het waarschijnlijk is dat de ware score erin ligt.