Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
MZ KJV les 4. (Formatieve stoornissen: DENTINE
2 erfelijke zeldzame…
MZ KJV les 4.
Formatieve stoornissen: DENTINE
2 erfelijke zeldzame aandoeningen waarbij dentine afwijkend is:Dentinedysplasie
- Type I: Radiculair
- Type II: Coronaal
Dentinogenesis imperfecta
Dentinedysplasie Type I: Radiculair
- Lichtbruine kronen met normale vorm
- Korte of afwezige wortels
- Mobiele elementen, neiging tot migratie
- Dentine is meer onregelmatig naar pulpa toe
- Obliteratie pulpaholtes
- Glazuur brokkelt NIET weg
Dentinogenesis imperfecta
3 subtypes
- Glazuur brokkelt af en dentine slijt zeer snel
Dentinedysplasie Type II: Coronaal
- Korte, bolle kronen
- Soms grijs of bruin verkleurd
Afwijkingen TUSSEN tandenbogen
Saggitale relatie:
- Angle klasse I
- Angle klasse II/1 & II/2
- Angle klasse III
Transversale relatie
- Mediaanlijnverschuiving
- Kruisbeet
Verticale relatie:
Sagittale relatie: Angle- classificatie
- = Classificatie voor orthodontische afwijkingen, gebaseerd op sagittale occlusie v/d tandenbogen
Klasse I
- = normale occlussie van beide tandenbogen
- = neutro-occlusie
Klasse II
- = ondertandenboog ligt te ver naar dorsaal in vgl met BK
- = Disto-occlusie
Klasse III
- = ondertandenboog staat te ver naar ventraal in vgl met BK
- = mesio-occlusie
Sagittale relatie: Angle-classificatie
Klasse II malocclusie: onderverdeeld in 2 divisies
- Klasse II/1: bovenfront heeft labiale inclinatie
- Klasse II/2: bovenfront heeft palatale inclinatie
Sagittale relatie: Angle-classificatie
Klasse III malocclusie
Sagittale relatie: Angle-classificatie
Klasse I
- = neutro-occlusie, normo- occlusie
- = ideale situatie (sagittaal)
- Klasse I occlusie (ideaal): MV knobbel M1 BK occludeert met V groeve M1 onder
Klasse I malocclusie
- klasse I malocclusie kan ook bestaan (= afwijkingen in transversale of verticale occlusie
Transversale relatie
Normale transversale relatie
- Middellijn onder- en bovenkaak staan recht onder elkaar
- Palatale knobbels boven(pre)molaren vallen in fossa onder(pre)molaren
Afwijkende transversale relatie
- Mediaanlijnverschuiving
- Kruisbeet
- Kuisbeet: lateraal & Anterieur
- Randbeet: "edge-to-edge"
- binnen- of buitenbeet
- Schaarbeet = totale binnen- of buitenbeet, situatie waarbij kiezen van het onder- en bovengebit niet op elkaar, maar langs elkaar bijten
Verticale relatie
Normale verticale relatie:
- +- 2mm overjet (OJ)
- +- 2mm overbite (OB)
- meting: parallel aan (OJ) of loodrecht op (OB) occlusievlak
Afwijkende verticale relatie
- Afwijkende overjet & overbite
- Omgekeerde overjet

- Diepe beet: grotere overbite (> 3mm)
- Palatumbeet: als tanden v/d onderkaak het palatum raken = ernstige diepe beet
- Open beet
Orthodontie (Inleiding)
= Preventie & behandeling van verkeerde tandstand of kaakstand
- Genetisch
- Verkeerde gewoontes of ongunstige spierinwerking
Dentofaciale orthopedie
- = Breder: ook maxilla & mandibula beïnvloeden
- Enkel bij groeiende individuen!
Gevolgen van verkeerde kaak en tandstand:
- Moeilijker te reinigen gebitselementen (cariës, parodontitis)
- Verminderde bijt- en kauwfunctie
- Kaakgewrichtsklachten
- Esthetische klachten (psychische & sociale problemen)
- Bovenelementen zijn meer vatbaar voor trauma
Gebitsontwikkeling & groei van de kaken = ingewikkeld proces
- Aanleg
- Doorbraak
- Occlusie
- Relatie van de kaken
Congenitale aandoeningen
Groei en ontwikkeling
- Viscerocranium groeit in verhouding meer dan neurocranium
Afbeelding uitgelegd:
- Neurocranium is hoofd regio
- Viscerocranium is kaak regio
-> Groei: alles wordt groter
-> ontwikkeling: verhouding tussen verschillende lichaamsdelen verandert.
Fases in de gebitsontwikkeling
- Predentale fase
- Melkgebit
- Eerste wisselfase
- Intertransitionele fase
- Tweede wisselfase
- Definitief gebit
OEFENINGEN !! 
welke fase? melkgebit 
welke fase? rustfase (intertransitionele fase) 
welke fase? ... 
welke fase? rustfase 
welk fase? 2e Wisselfase 
welke fase? 1e wisselfase
3. Eerste wisselfase
- Start bij doorbraak definitief M1 (eerst onder, dan boven) rond 6jaar
- Centrale en laterale onder- en bovenincisieven worden gewisseld
- Stopt als LST in occlusie staan. !!!!!!
Mesiale step in afsluitvlak
Recht afsluitvlak
4. Intertransitionele fase
- Op vlak van tandwisseling lijkt niet veel te veranderen
- Wel 'onzichtbare' veranderingen:
wortelresorptie melktanden
wortelvorming definitieve tanden
- "Ugly duckling"
Kronen van definitieve HT boven liggen op positie van wortels LST boven.
2. Melkgebit
- Volledig rond 2,5- 3 jaar
- Onder- en boven melkelementen komen bij doorbraak in bepaalde positie tegen elkaar staan
kegel-trechtermechanisme (voornamelijk verplaatsing i/d bovenkaak)
OCCLUSIE = statische contact tussen boven- en onderelementen bij dichtbijten
- Melktanden staan +- loodrecht op occlusievlak
- Normaal: diastemen in front (zelden crowding)
- Bij normale situatie: mesiale step in afsluitvlak of recht afsluitvlak distaal van de tweede melkmolaren
- Distale step in afsluitvlak zorgt voor tandstandafwijking in definitief gebit.
5. Tweede wisselfase
- HT & PM worden tijdens deze fase gewisseld + M2 komt erbij
- Grotere variatie in doorbraakvolgorde dan bij de wisseling van de snijtanden
OK: eerst HT, dan PM1, dan PM2
BK: eerst PM1, dan PM2, dan HT
- Eindigt als M2 in occlusie staat
1. Predentale fase
Prenataal:
- Crowding = gebrek aan ruimte om tanden naast elkaar te plaatsen
Tussen geboorte & doorbraak 1e melkelementen:
- Tanden groeien niet mee: kronen worden aangelegd volgens uiteindelijke dimensies: "te grote tanden" in nog groeiende kaken
- Relatief snelle calcificatie melkelementen
- Sterke groei van de kaken (voornamelijk onderkaak) tot 6 a 8 maanden, nadien meer richting normale sagittale relatie.
6. Definitief gebit
- Positie tandwortels wordt bepaald door de morfologie & ruimtelijke verhoudingen binnen de beide kaken
- Positie kronen & inclinatie van de tanden wordt voornamelijk bepaald door de orale musculatuur (tong, lippen, wangen)
Afwijkingen BINNEN tandenbogen
Individueel
- Eversie = labioversie = protrusie
- Inversie = linguoversie = retrusie
- Kipping
- Rotatie
- Intrusie = infrapositie
- Extrusie = suprapositie
- Ectosteem = vestibulopositie
- Endosteem = linguo-/ palatopositie
op groepsniveau
OEFENING !!



Individueel
- Eversie = labio-/buccoversie = protrusie: element staat naar buiten gekipt
- Inversie = linguo-/palatoversie = retrusie: element staat naar binnen gekipt
- Kipping: element is naar mesiaal of distaal gekanteld = mesio-/distoversie
- Rotatie = draaiing rond axiale as
- Intrusie = infrapositie
- Extrusie = suprapositie
- Ectosteem = vestibulopositie
- Endosteem = linguo-/ palatopositie
Groepsniveau
- Crowding = ruimtegebrek
- Spacing = ruimteoverschot
Formatieve stoornissen: CEMENT
Gebitsafwijkingen
Botafwijkingen
- Cemento-osseuze dysplasieën
- Periapicale cementeuze dysplasie
Gebitsafwijkingen (Hypercementosen)
Levenslang cementafzettingSoms zeer verdikt
- Door algemene oorzaken
Acromegalie
Ziekte van Paget
- Door lokale factoren
Onsteking
Overbelasting
Extractie antagonist
Formatieve stoornissen
- Oorzaak proberen te achterhalen
- Preventie = onmogelijk (tenzij door artsen)
- Kleinere stoornissen goed behandelbaar (restauratief/ bleken)
- Multidisciplinaire aanpak voor gegeneraliseerde erfelijke stoornissen
Gebitsontwikkeling & poetsgedrag
Advies HGR (2009):
- 6 maanden - 3 jaar
1x per dag poetsen met tandpasta (1 erwt, <500ppm fluoride
- 3 - 6 jaar
2x per dag poetsen met tandpasta (1 erwt, 500ppm fluoride (tot 1000 indien kind goed kan uitspuwen
- Vanaf 6 jaar
2x per dag poetsen met tandpasta 1000-1500ppm fluoride
Aanvullend mondspoeling gedurende de dag
OUDERS POETSEN ('S avonds na tot +-10 jaar !!!
Malocclusie vs. afwijkingen in kaakrelatie
Relatie v/d kaken t.o.v schedelbasis: "gnathie"
- Orthognathie = normale relatie
- Retrognathie = kaak ligt meer naar dorsaal
- Prognathie = kaak ligt meer naar ventraal
- Laterognathie = kaak ligt meer naar links of rechts
Onderlinge verhouding tussen boven- en onderkaak: "relatie"
- In sagittale richting:
Neutrorelatie: normale occlusie
Distorelatie: onderkaak ligt in verhouding tot bovenkaak meer naar dorsaal
Mesiorelatie: onderkaak ligt in verhouding tot bovenkaak meer naar ventraal
- In transversale richting:
Laterorelatie
Referentievlakken
Op elkaar staande kaken kan je vanuit 3 manieren bekijken
- In zijaanzicht = sagittale relatie
- In vooraanzicht = transversale relatie
- In de hoogte = verticale relatie
Positie van tanden wordt bekeken tegenover:
- Mediaanvlak = sagittale vlak
- Tubervlak = transversale vlak
Referentievlak voor sagittale beoordeling v/d positie v/d kaken
- Occlusievlak = horizontale vlak
= referentievlek voor de beoordeling v/d verticale relatie v/d tanden
Afwijkingen tussen tandenbogen
- premature occlusie als gevolg van foutieve tand- of kaakstand kan zorgen voor een dwangbeet = een verschuiving in de positie van de onderkaak naar een foutive habituele occlusie als gevolg van premature contacten.
Skeletale vs. occlusale relatie
- Eerst was er een angle-classificatie voor occlusie, nadien ook voor de kaakrelatie
Gelaatsmorfologie
- Recht profiel
- Convex profiel
- Concaaf profiel