Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
theorie over cognitieve ontwikkeling (het lagere school kind (kan…
theorie over cognitieve ontwikkeling
def
ontwikkeling van het denken en het verstand
tot wereld komen met aangeboren drang wereld te verkennen en begrijpen
andere ontwikkelingsgebieden
hangt samen met motorische ontwikkeling bv. baby leren stappen
niet los te zien van andere ontwikkelingsgebieden
baby
4 maanden
verband zien tussen handelingen en mogelijke invloed op realiteit maar nog geen inzicht in handelen -> doelbewust handelen
8 maanden
doelbewust handelen is mogelijk
12 maanden
actief experimenteren, bewust worden van eigen lichaam -> ontstaan primitief zelfbeeld -> egocentrische visie
objectpermanentie
1 maand
handelingen die aangenaam zin herhalen vb. hoofd opheffen om meer te kunnen zien
geen verschil tussen ervaren, handelen of denken
peuter en kleuter
imiteert gedrag van mensen die aanwezig zijn want het kind werkt met mentale beelden -> symbolisch denken
ze gaan alsof doen vb. doktertje, mama en papa, spelen
nog heel veel denkfouten
denkfouten
statisch gericht denken
egocentrisch denken
niet reversibel kunnen denken
verwarren van deel en geheel
centratie-denken
verwarren van fantasie en werkelijkheid
objectpermanentie
9 maanden
zoeken maar niet verder zoeken
13 maanden
zoeken maar niet gericht door geen zoekstrategie, over doek kijken (perceptueel) of ze heeft voorwerp nog niet in haar hoofd geprint
21 maanden
objectpermanentie geheel ontwikkeld
8 maanden
niet zoeken naar verstopte voorwerp
def
het besef dat voorwerpen bestaan ook al ziet men ze niet
het lagere school kind
kan standpunt van de andere innemen
seriatie
complex denken of decentratie (rekening houden met meerdere kenmerken )
logische verbanden
beschikt over conservatie
klassen en subklassen
kan reversibel denken
magisch denken (verschil realiteit en werkelijkheid maar magisch denken grote rol)
de adolescent
abstract denken
nadenken over dingen die niet direct waarneembaar zijn of die hij niet zelf heeft meegemaakt vb. is er leven na de dood?
goede zelfreflectie
kan analyseren en redeneren
hypothetisch)deductief denken
conclusies trekken uit opeenvolging van hypotheses
deductie: mogelijkheden overlopen en dan testen
experimenteel denken vb. ruzie met vriendin die je wil oplossen -> verschillende situaties inbeelden en het beste testen
combinatorisch denken
denken organiseren
systematisch denken