‘Zoals in het boerenbedrijf de grond goed moet zijn, de planter deskundig en het zaad kiemkrachtig, zo kun je de aanleg van de leerling vergelijken met de grond, de opvoeder met de boer en de lessen met het zaad.’
‘De grond kan nog zo’n goede structuur hebben, toch verwildert ze als verzorging uitblijft, en hoe vruchtbaarder de grond is, des te meer onkruid groeit erop als ze verwaarloosd en niet bewerkt wordt. Maar een lap grond die hard is en ruwer dan normaal, die levert toch, als hij goed wordt bewerkt, een goede oogst op.’