Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
De kandidaten kunnen Kants kritiek op Humes opvatting over het bestaan van…
- De kandidaten kunnen Kants kritiek op Humes opvatting over het bestaan van het zelf weergeven en vergelijkbare kritiek formuleren op het brein reductionisme.
-
neem deze voorbeeld:
-
Volgens Hume volgt een aantal ervaringen zich in rap tempo op: De ervaring van iets wat wit is, een paardachtige vorm heeft, een hinnikend geluid maakt,
-
-
-
Kant suggestie is dat er ‘iets’ moet zijn wat deze losse ervaringen als het ware bij elkaar brengt en betekenis geeft
Er moet volgens kant dus iets zijn, een soort ankerpunt, war deze losse percepties tot een eeenheid smeedt.
-
Dit ‘iets’ is volgen kant het zelf. → Kant noemt dit zelf een transcendentaal zelf, omdat het niet iets is wat in de ervaring gevonden kan worden, maar iets wat die ervaringen mogelijk maakt.
Hoewel het argument van Kant gericht is aan het adres van Hume, is het ook van toepassing op de hedendaagse brein reductionisten.
-
Er moet namelijk 'iets' zijn wat ons in staat stelt om hersenactiviteiten op een zinvolle manier te interpreteren en dat maakt dat we een bepaalde betekenis kunnen toekennen aan een hersenscan.
We komen het zelf inderdaad niet tegen in de hersenen, en we kunnen het bestaan ervan niet bewijzen op basis van een hersenscan.
-