M&O les 1 Hoofdstuk 1 kenmerken van een onderzoek
De 5 stappen in evidence-based practice
- 1.Een klinisch probleem vertalen in een beantwoordbare vraag (HIER)
- 2.Het efficiënt zoeken naar het beste bewijsmateriaal.
- 3.Het wegen van het gevonden bewijsmateriaal op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid in de eigen praktijk.
- 4.Het nemen van een behandelbeslissing.
- 5.De evaluatie van deze beslissing.
Vb. Waarom heeft mijn kind al last van kaasmolaren? (PICO-methode)
P- populatie (kinderen)
I - interventie (ontwikkelen van kaasmolaren)
C - controle (geen kaasmolaren)
O - outcome (risicofactoren)
DUS: Wat zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van kaasmolaren bij kinderen?
De 5 stappen in evidence- based practice
- 1.Een klinisch probleem vertalen in een beantwoordbare vraag.
- 2.Het efficiënt zoek naar het beste bewijsmateriaal (HIER)
- 3.Het wegen van het gevonden bewijsmateriaal op methodologische kwaliteit en toepasbaarheid in de eigen praktijk.
- 4.Het nemen van een behandelbeslissing
- 5.De evaluatie van deze beslissing.
TRIP database (geeft je level of evidence) vb. Dental implants bone loss.
zoek met behulp van pico-termen
P = children
I = Hypomineralised first molars
C = No hypomineralised first molars
O = Risk factors ![pubmed: limo
Van klinisch pobleem naar onderzoek
- EBP is niet mogelijk zonder medisch wetenschappelijk onderzoek
- Bewijsmateriaal komt voor uit wetenschappelijk onderzoek.
Wat is onderzoek?
- Het verzamelen van (nieuwe ) informatie
om - Kennis te vergroten
en - Antwoord te geven op vragen
Doelen van onderzoek
Fundamenteel onderzoek
ontwikkelen en toetsen van theorieeën voor kennisproblemen
Genereren van nieuwe kennis
Geen directe toepassing
Praktijkgericht onderzoek
ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van oplossingen voor praktijkproblemen.
Kenmerken van onderzoek
- Systematisch = stappenplan volgen
- Controleerbaar = storende factoren minimaliseren
- Generaliseerbaar = maat voor de kwaliteit
Stappen van een onderzoekscyclus
- Waarneming klinisch probleem
- Literatuuronderzoek
- Onderzoeksvraag
- Hypothese
- Onderzoeksopzet.
- operationaliseren
- Onderzoek doen = data verzamelen
- Analyse& interpretatie van de data
- Conclusies trekken& aanbevelingen doen.
- Presenteren van de resultaten
Controleerbaar
- Gerandomiseerd
- = het op willekeurige wijze, bijvoorbeeld door loting, samenstellen van onderzoeksgroepen, die vervolgens aan verschillende behandelingen of proefomstandigheden worden blootgesteld.
- Gecontroleerd
- = bij een interventie wordt een de onderzoeksgroep (op aselecte wijze) verdeeld in een controlegroep en een interventiegroep.
- Placebo-gecontroleerd
- = Vergelijkend onderzoek waarbij één van de twee behandelingen zonder effect is.
- Dubbel blind
- = noch de proefpersoon noch de onderzoeker heeft gedurende het experiment kennis over wie tot de experimentele groep behoort en wie tot de controlegroep.
- Objectief te meten outcomes.
Generaliseerbaar
- Het gevonden resultaat moet iets kunnen zeggen voor de volledige populatie waarin je je onderzoek hebt uitgevoerd?
- hoe?
Hiërachie
- Hiërarchie bij onderzoek naar effectiviteit van behandelingen:
In vitro en proefdierenonderzoek:
- Laagste treden van de bewijshiërarchie
- Extrapolatie naar de mensen is vaak moeilijk (vb. softenon : thalidomide)
- Toch noodzakelijk (relatief korte tijd en relatief lage kosten)
Mening van experts, ideeën en theorieeën:
- Derde trede van onderen
- Meningen (subjectief en niet intrinsiek verifieerbaar, Experts hebben het regelmatig bij het verkeerde einde
Casus beschrijvingen
- Case reports = beschrijving van een individuele casus, brengen nieuwe zeldzame aandoeningen of bijwerkingen aan het licht. ! kunnen op zich geen causale oorzaak of effectiviteit van een behandeling aantonen.
- CASE series = Beschrijving van een aantal gelijksoortige casussen
- Case control studies = richt zich op het herkennen van factoren die kunnen bijdragen aan het ontstaan van een duidelijk beschreven aandoening.
Beschrijving van enkele of meerdere cases is onvoldoende om een verband aan te tonen.
vergelijking met (controle)groep die zoveel mogelijk lijken op de patiënt(n) maar de aandoening niet hebben.voorbeeld uit artikel: Cases matched with controls for age, sex and religion.
Cross-sectioneel
- Cross-sectioneel = transversaal
- De data worden op één moment in de tijd verzameld. verschillende groepen die representatief worden geacht voor verschillende kenmerken (leeftijd, ziektebeeld, tijdsperiode,..) worden op één moment onderzocht.
- snel en makkelijk uitvoerbaar
- schatting van het voorkomen van een bepaalde aandoening
- geen info over een mogelijk causaal verband tussen gevonden correlaties.
voorbeeld uit artikel: no significant association - Longitudinaal studies are..
Cohortstudie
- Longitudinale = meerdere tijdstippen gemeten.
- Prospectief: data worden actief verkregen in de tijd/personen worden opgevolgd in de tijd
OF
Retrospectief: Na het vaststellen van een uitkomst of aandoening word teruggegaan in de tijd om data te verzamelen die in het verleden verkregen zijn (onafhankelijk van het huidige onderzoek)voorbeeld uit artikel: Retrospective cohort study of 4,591 dental implants: Analysis of risk indicators for bone loss and prevalence of peri-implant mucositis and peri-implantitis.
RCT
= Randomised controled trial
- Gerandomiseerd: proefpersonen worden rand of aselect verdeeld over de groepen.
- Gecontroleerd: controlegroep en interventiegroep
- Controlegroep: behandeling met placebo of ander middel
- Idealiter dubbelblind.
Voorbeeld uit artikel: Randomly assigned - intervention - advice-only controle - Calibrated external examiners, blinded to the child's study group.
Cross-over design
- Longitudinaal onderzoek
- Proefpersonen afwisselend in de experimentele en controlegroep zitten met ertussen een 'was-out' periode
- Gerandomiseerd
- Gecontroleerd
Voorbeeld uit artikel: Two groups - Both saliva substitutes for seven weeks each.
Systematic review-Metanalysis
- Systematic review = uitgebreid overzicht van kwalitatief hoogwaardige onderzoeken (vb. Cochrane reviews, Cambell reviews.
- Meta-analyse = statistische procedure die data uit verschillende studies combineert.
- Soms meta-analyse niet wenselijk
(kwalitatieve data en studies verschillen teveel)
Beperkingen van onderzoek
- Controle = moeilijk
- Tijd
- Geld
- Ethische limieten
1. Waarneming klinisch probleem.
- Onderwerp voor onderzoek komt niet zomaar uit de lucht gevallen => aanleiding of motief
- Praktijkvoorbeelden of patiëntenzorg OF Resultaten uit vorig onderzoek geven aanleiding tot verder onderzoek.
2. Literatuuronderzoek
Wat is er gekend over het onderwerp? Belangrijk hierbij:
- Goede zoekstrategie
- Beschikbare literatuur kritisch lezen
- Beoordelen of bruikbaar is.
op basis van de bescikbare kennis uit literatuur en ervaring wordt vervolgens een theorie opgesteld. Theorieën zijn onderhevig aan veranderingen en kunnen worden bijgesteld op baiss van nieuwe onderzoek.
INDUCTIE = theorie ontwikkelen en bijstellen op basis van waarnemingen (bottem-up)
3. Onderzoeksvraag.
- PICO
- SMART
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden.
4. Vormen van een hypothese
- Onderzoekshypothese = voorlopige en verwachte antwoord op de onderzoeksvraag.
- NULHYPOTHESE = geen verschil of effect vb. er is geen negatieve relatie tussen roken en mondgezondheid bij volwassen patienten met lage SES in vlaanderen.
- ALTERNATIEVE HYPOTHESE = WEL verschil/ effect.
- DEDUCTIE = Het afleiden van een hypothese uit de theorie (top-down)
- EMPIRISCHE ONDERZOEKEN = toetsen van hypothesen d.m.v een experiment of waarnemingen in de praktijk.
DEDUCTIE VERSUS INDUCTIE
- INDUCTIEF ONDERZOEK = doe je meestal als je onderzoek over de toekomst gaat en/ of als er weinig literatuur te vinden is over jouw onderwerp.
- DEDUCTIEF ONDERZOEK = doe je als je onderzoek over het heden of verleden gaat en als er veel bestaande theorieën zijn die je met jouw onderzoek kunt testen.
INDUCTIEF redeneren:
- Observatie -> dataverzameling/ patroon ontdekken -> mogelijke hypothese -> Generalisatie theorie.
DEDUCTIEF redeneren:
- Generalisatie/theorie -> Hypothese -> Observatie/analyse -> Bevestigen of ontkrachten
5. Onderzoeksopzet
- KWALITATIEVE (subjectief) versus KWANTITATIEVE (objectief, getallen)
- VARIABELE = elk meetbaar gegeven. (een kenmerk van een persoon, omgeving of situatie die kan variëren of andere waarden kan aannemen vb. lengte, bloeddruk, lichaamstemperatuur, pijn, haarkleur, angst, bloedgroep, ras, geslacht, religie)
ONAFHANKELIJKE VARIABELE (OV) -> Veroorzaakt verandering
AFHANKELIJKE VARIABELE (AV) -> Verandert onder invloed van de onafhankelijke variabele.
Relatie tussen variabelen : Voorbeeld: Is er een correlatie tussen roken en halitose? (OV) = roken (AV) = halitose
INTERMEDIËRENDE VARIABELE -> Bevindt zich tussen de onafhankelijke en de afhankelijke variabele en heeft effect op de afhankelijke variabele OV= overgewicht IM = diabetes mellitus AV = hart en vaatziekten
INTERVENIËRENDE VARIABELE -> een variabele die het verband tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele ook beïnvloedt, maar die niet wordt gemeten. Voorbeeld. een patient komt op controle en je merkt slechte adem (halitose). Tijdens anamnese vertelt dat patiënt dat hij erg vaak naar het toilet moet gaan? is er een relatie tussen vaak naar toilet gaan en halitose?
6. Operationaliseren
- Meetbaar maken van variabelen
hoe worden de variabelen gemeten
welke meetinstrumenten
- Onderzoekspopulatie
INCLUSIECRITERIA = voorwaarden waaraan voldaan moet worden om deel te mogen nemen aan het onderzoek
EXCLUSIECRITERA = de omstandigheden waaronder een potentiële proefpersoon wordt afgewezen
- Onderzoeksplan = blauwdruk
onderzoeksopzet
Meetmethoden
In- en exclusiecriteria
Werven van de proefpersoon
Tijdschema
- Informed consent en ethische commisie
INFORMED CONSENT = de deelnemer op de hoogte stellen van de risico's, de blasting en de werkwijze van het onderzoek. De deelnemer moet hiermee instemmen.
7. Toetsingsfase en resultaten
- toetsingsfase = uitvoeren van het onderzoek
- Analyse resultaten (=> statistiek tenzij kwalitatief onderzoek.
Evaluatiefase
- Alternatieve hypothese/ onderzoekshypothese wordt aangenomen of verworpen
- Empirische cyclus
- Empirische spiraal
afbeelding uitgelegd: doorlopen van empirische cyclus theorie naar kennis.
Rapportage
- Onderzoeksrapport