Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

pragmatiek 1 (gesprekken (gesprekken (opeenvolgend paar (twee uitingen die…

- - - - de aanname dat de bijdrage van de laatste spreker relevant is voor de voortgang van een gesprek
    - - zoveel informatie geven als vereist in de communicatieve situatie. niet meer, niet minder
    - - de spreker verschaft naar beste weten juiste informatie en niet opzettelijk onjuiste informatie
  - - - twee uitingen die elk door een andere spreker wordt voortgebracht, met een vaste volgorde (2 per spreker
    - - zinnen of woorden om een gesprek mee te beginnen
    - - regels waar om de beurt spreken wordt overgedragen
    - - zinnen of woorden om een gesprek mee te beëindigen
  - - - "kan ik wat geld van je lenen?" / "mijn portemonnee ligt in de keuken."
  - - - bepaalde gegevens weglaten (impliciet laten)en dat aan de hoorder overlaten om in te vullen
  - - - taal zoals gesproken in een zin
    - - kijk- en wijsgedragvan de spreker
  - - - de koekjes zijn muf, haal eens wat nieuwe
  - - - Parijs / de Franse hoofdstad / de lichtstad
- - - - performatieve werkwoorden
        
        kunnen de illocutie van een uiting aangeven
        
        beloven, meedelen, informeren, etc.
      - directe taalhandelingen
        
        iemand wil iets van iemand (performatief werkwoord in de uiting)
      - illocutie
        
        het taalhandelingskarakter (de achterliggende bedoeling)
      - indirecte taalhandelingen
        
        wanneer je de illocutie moet afleiden door eigen interpretatie van de taalhandeling
      - locutie
        
        de vorm waarin de taaluiting wordt gegeven
  - - - eisen die gesteld worden aan een taalhandeling om geslaagd te zij
        
        relatie (spreker en toegesprokene)
        
        omstandigheden (waarin de uiting verricht wordt)
        
        inhoud
    - - de informatieve kern van de zin
    - - stelling, bewering, vraag, verzoek, etc.
    - - relatie tussen spreker en toehorende (invloed op de manier van tutoyeren)
      - Jij / u?
      - formeel / informeel
      - enkelvoud / meervoud
      - leeftijd / rang / rol / relatie / status
    - - samenhang tussen zinsbouw en informatiewaarde
- - - - deelnemers beschouwen elkaar als gelijk
        
        wachtkamer / bushokje, etc.
    - - waar de een de ander benadert
        
        verzoek
        
        advies
        
        bevel
        
        aanbod
        
        vraag
        
        mededeling
      - complementaire rollen
        
        initiatiefnemer
        
        degene die de interactie start / initieert
        
        reagerende partner
        
        heeft het recht te reageren op de initiatiefnemer
        
        interactieregels
        
        indien beide partners deze volgen, volgt een interactie
  - - - verhouding van intimiteit die losser / vaster kan zijn
        
        persoonlijke relaties
        
        grote mate van vertrouwelijkheid (zeer goede vrienden en (sommige) familieleden)
        
        sociale relaties
        
        oppervlakkige en verplichte relaties (collega's, mensen in de straat)
        
        intieme relaties
        
        afstand het kleinst (partner)
        
        publieke relaties
        
        alle overige relaties (ober, arts, winkelier, etc.)
    - - hoe gesprekspartners met elkaar omgaan
      - in welke rollen de gesprekspartners zich verhouden in het gesprek
        
        dominantie
        
        afhankelijk
        
        dominant
        
        verstandhouding
        
        positief
        
        negatief
    - - afhankelijke zetten
        
        accepteren van de kennis en deskundigheid van de ander
        
        vragen om adviezen
        
        ingaan op suggesties
        
        instemmen met adviezen
      - dominante rol
        
        er is sprake van eigen initiatief
        
        dominantie door: deskundigheid of machtspositie
      - afhankelijke rol
        
        schikt zich naar de ander, past zich aan, reageert op de ander
      - dominante zetten
        
        doen van suggesties
        
        kritisch en zelfverzekerd reageren op voorstellen van anderen
        
        geven van advies
        
        poneren of etaleren van kennis
        
        claimen en demonstreren van deskundigheid
  - - - diagnose stellen
      - bruikbaar advies formuleren
      - verzoek tot oplossing
      - verzoek indienen
      - verkrijgen van informatie
  - - - misschien aangeboren, of gebaseerd op" ervanringen-tot-dan-toe
      - te karakteriseren met BN (regelend, coöperatief, bescheiden, bruusk)
      - interactie is een tamelijk vast kenmerk van hun persoonlijkheid
  - - - kinder-zijnswijze
        
        gehoorzaam/vroegwijs/stil/ietwat zeurderig
        
        aangepast kind, gedraagt zich volgens gedragsverwachting van ouder
        
        natuurlijke kind: spontaan/creatief/intuïtief/rebels
      - volwassen-zijnswijze
        
        in staat tot rationeel en zakelijk overleg
        
        problemen kunnen benaderd worden
        
        bereidheid om gedragsvoorschriften rationeel te onderbouwen
        
        normatief gedragspatroon waarop gezonde, gewone, sociale volwassenen met elkaar omgaan
      - ouder-zijnswijze
        
        belerend/kritisch
        
        voedend/verzorgend/zorgzaam
        
        gedragingen
        
        meningen/gevoelens
        
        verwijzen naar maatschappelijke en sociale normen