De internationale goederen-, kapitaal en informatiestromen verlopen tussen drie economische kerngebieden: Noord-Amerika, EU en Oost-Azië. Deze drie gebieden heten de triade. Zij vormen het hart van de fast world. Daartegenover staat de slow world, waar 80% van de wereldbevoling woont. Achterblijvende gebieden tref je steeds vaker ook aan in centrumlanden. Ook binnen een economische sector kunnen de verschillen groot zijn. Een gebied met moderne, grootschalige landbouw staat dan tegenover een gebied met traditionele, kleinschalige landbouw. Dat noem je fragmentarische modernisering. Bij regionale ongelijkheid zie je ook dat de beter ontwikkelde (centrum)gebieden de armere regio's (periferie) op een aantal terreinen afromen. Denk daarbij aan de onttrekking van arbeid, kapitaal en grondstoffen. Daardoor komt de periferie in een neerwaartse spiraal terecht. Deze negatieve gevolgen voor de periferie noem je backwash-effecten. Je begrijpt dathierdoor de regionale ongelijkheid verder toeneemt. Soms zijn er voor de periferie ook positieve kanten aan de relatie, spread-effecten.