Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Gedrag 4: Hoofdstuk 1, Deel 1 (4-22) (Interactie geeft betekenis aan je…
Gedrag 4: Hoofdstuk 1, Deel 1 (4-22)
Interactie geeft betekenis aan je gedrag
Elke persoon
interpreteert
een situatie vanuit een eigen
denkkader
.
=Referentiekader
Miscommunicatie kan ontstaan als zender en ontvanger een
andere referentiekader
hebben
Interactie beïnvloed de ontwikkeling van je mogelijkheden
Als de invloed van de omgeving minder goed is tijdens de gevoelige periode gebeurt het leren minder goed.
Interactie beïnvloed je zelfbeeld en gevoel van je iegenwaarde
Zelfbeeld en Zelfwaardering
Hebben het vermogen om over onszelf te denken
Zonder zelfbeeld weet je niet wie je bent
5 Facetten zelfbeeld
Emotionele zelfbeeld
Cognitieve zelfbeeld
Sociale zelfbeeld
Fysieke zelfbeeld
Motorieke zelfbeeld
We geven telkens waardering aan onszelf
Je interpersoonlijke zelf
Zelfbeeld wordt beïnvloed door anderen
Interactie zet aan tot metacommunicatie
Metacommunicatie kan betrekking hebben op
De inhoud v/d boodschap
Relatie v/d interactiepartners