Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
weefsels (epitheel (kenmerken (basale membraan, avasculair, vrij, apicaal…
weefsels
epitheel
-
typen epitheel
cellagen
-
éénlagig:kwetsbaar, makkelijke diffusie
celvorm
plaveiselcel;afgevlakt, kern in dikste gedeelte
kubisch: vierkant, kern in het midden
cylindrisch:rechthoek, kern dichttbij basaalmembraan
-
-
-
klierepitheel
endocrien: geen afvoerbuis, hormonen worden aan bloed of weefselvocht af gegeven
-
bindweefsel
-
-
-
3 grote groepen
steunweefsel
beenweefsel
bijzonderheden
buigzame collagene vezels, sterk, bestand tegen versplintering
-
weinig grondsubstantie, harde calciumverbindingen.
veel bloedvaten, volledig herstel
kraakbeen
typen
-
elastisch:veerkrachtig, buigzaam
-
bijzonderheden
-
-
geen bloedvaten, difussie door matrix, slecht herstel
-
-
-
-
spierweefsel
-
typen
hartspierweefsel
kleiner dan skeletspiercel, 1 celkern
-
-
geen stamcellen, slecht herstelvermogen
-
glad spierweefsel
kunnen delen, goed herstel
in wanden bloedvaten, rond luchtwegen etc
cellen kort, spoelvormig, 1 celkern
niet gestreept, onwillekeurig
skeletspierweefsel
-
-
dwarsfestreept, willekeurig
lang en dun:spiervezels,meerdere celkernen
zenuwweefsel
celtypen
-
zenuwcellen (neuronen)
langste cellen van het lichaam, delen niet, slecht herstel
onderdelen
-
1 axon, lang en dun:zenuwvezel
-
-