Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Artikelen IIGP (Baumeister et al. (2016): Zijn groepen meer of minder de…
Artikelen IIGP
Baumeister et al. (2016): Zijn groepen meer of minder de som van hun leden? De medierende rol van individuele identificatie
-
-
taakprestatie
sociale facilitatie wordt veroorzaakt door kunnen identificeren v/e individu in groep. prestaties verbeteren door competitie en zorgt voor meer individuatie
wanneer we geevalueerd kunnen worden, presteren we beter (evaluatievrees/evaluatie optimisme)
-
Social loafing = minder hard werken en presteren als je in een groep zit. wanneer men als individu in een groep wordt gezien, stopt de social loafing. social loafing neemt ook af als men rollen heeft die geen ander op zich kan nemen.
-
verdeling van werk
verdeling van werk is proces waarbij individuele verschillen kunnen leiden tot systeemwinst. de voordelen van het verdelen van werk blijven bestaan over tijd en het is van belang dat elk individu weet wat ie doet
informatie, beoordeling en beslissing
denken in groepen is simpeler en homogener dan denken bij individuen. Groepen delen kennis die iedereen gemeen heeft.
hoe groter de groep, hoe meer men sprak over gedeelde kennis. Cohesie zorgt voor minder creatieve ideeen, differentiatie voor creatieve
brainstormen > minder crea ideen, differ > voor crea ideeen en verbetert groepsprestatie.
anonimiteit kan leiden tot verbeterde groepsprestatie, omdat men meer ideeen durft te uiten
Janis stelde dat groupthink voorkomt als een groep zich focust op het bespreken van gedeelde assumpties en informatie. beslissingen in groepen zijn beter door differentiatie
verantwoordelijkheid is verwachting dat een persoon zich zal moeten verantwoorden. zorgt voor accuratere groepsbeslissingen. Verantwoordelijkheid kan ook zorgen voor bias, als die bias makkelijk te verantwoorden is. verantwoordelijkheid zorgt ervoor dat individu doet wat de groep wil
groepen individuen kunnen experts overtreffen met prestatie, omdat ze collectieve wijsheid bezitten, wanneer allemaal individuen los van elkaar stemmen zorgt dit voor weinig connfirmatie en group think, maar meer accuraatheid
-
groepen
eerste stap in groepsformatie = het omhelzen van gedeelde sociale identiteit (zorgt voor vertrouwen en coop), de tweede stap is differentiatie van zelf (zorgt voor verantwoordelijkheid en motiveert prosociaal gedrag)
uit oz: gedeelde ID leidt tot slechtere prestatie wannr conformiteit stijgt. anonimiteit zorgde dat men zelf nadacht, waardoor dit de voordelen creeerde van differentiatie. gelijkheid gebaseerd op cohesie werkt op KT het best voor groepsprestatie, differentiatie echter op LT
discussie
diff bouwt voort op gevoel van gedeelde ID. versch tussen leden kunnen cruciaal zijn voor succes van een groep
groepen kunnen wijzer zijn en betere prestaties leveren dan experts. Morele principes werden gefaciliteerd door individuele identificatie en verantwoordelijkheid. Het gaat vooral om de rela van individu met de groep, niet alleen anonimiteit of de structuur van individuele zelf
implicaties zelftheorie
als oz'ers gelijk hebben, is het menselijk zelf niet ontwikkeld door motivationele of hersenprocessen, maar als vitale adaptatie, omdat het voordelen met zich meebrengt in groepen
autonoom denken en beslissen en morele verantwoordelijkheid zijn wss de processen die ooit in de mens geevolueerd zijn
-
Jonas & Fritsche (2013): Bestemd om te sterven, maar niet om oorlog te voeren. Hoe existentieel gevaar kan bijdragen aan (de-)escalatie van gewelddadige intergroepsconflicten
Oz heeft aangetoond dat wannr men herinnerd wordt aan de dood, men minder tolerant wordt en agressiever reageert rii de outgroep, dit heet ook wel existentieel gevaar
-
duale procesmodel
een bewuste consequentie van MS is het ontkennen vd eigen sterfelijkheid. Dit is een proximale verdedigingsstrategie en dient om het probleem te verbannen uit bewustzijn. Wnnr dit werkt, leidt dit tot distale verdedigingstrategien, deze hebben effect op het streven van personen naar verbeterd zelfvertrouwen
in-groep favoritisme, vooroordelen en rigide denken
MS zorgt ervoor dat men negatief reageert op anderen die niet op hun lijken. MS verhoogt de kans op racistische ideologieen en zorgt voor meer vertrouwen in stereotypen
MS zorgt ook voor dat men minder flexibel nadenkt, hierdoor meer intergroep bias, stereotypering en discrim. MS vooral invloed op mensen die wel open stonden voor andere culturen, deze werden minder tolerant
-
-
-
-
interventies
een vd strat om intergroepsgeweld te stoppen, is door het bewuste gebruik van reminderd aan de dood te elimineren. een andere manier is om percepties te versterkenover controle en persoonlijk vrijheid. Een democratie zorgt voor een gevoel van controle bij mensen en dit leidt tot kleinere effecten van MS
ook het aanmoedigen van mensen om alternatieve angstbuffers te gebruiken, zoals het focussen op de eigen kinderen, kan helpen. Dit kan wannr een maatsch voldoet aan de basis psych behoeften van individuen
Het promoten van vredige normen over de oplossing van een conflict is ook erg belangrijk. Leiders spelen hierbij een grote rol. Nadat de normen zijn gecreeerd zijn, moeten deze ook steeds weer herhaald worden
Heerdink et al. (2013) - sociale invloed van emoties op groepen: interpersoonlijke effecten van boosheid en blijheid op conformiteit vs. deviantie
introductie
gebeurtenissen die in groepen plaatsvinden triggeren emoties door de invloed op individuele of groepsgebaseerde doelen. deze emoties worden geuit en daardoor wordt men beinvloed door emoties in groepen
emoties in groepen kunnen het individuele gedrag van mensen beinvloeden door affectieve processen (emo besmetting) of interferentieprocessen (gebruiken van emoties om motieven ander te zien). primitieve emotionele besmetting gaat via nabootsing anderen en afferente feedback
deviantie = gedrag of een expressie die afwijkt van het gedrag of de meningen van andere groepsleden. deviantie in groepen heeft posi gevolgen zoals divergent denken en creativiteit kan ervoor zorgen dat men beter presteert in groepen, maar kan groepsdoelen ook bedreigen
uit oz blijkt dat posi emoties > gevoel van acceptatie, terwijl nega emoties aangeven dat de groep niet veilig is en je niet geacc wordt. devierende personen zullen hun gedrag niet veranderen bij posi emoties, maar wel bij nega emoties, omdat de situatie dan niet veilig is. conformiteit gaat om het naar de groepsnorm toe bewegen
studie 1
gekeken naar rela tussen emoties die de meerderheid v/e groep voelt en waargenomen acc of afwijzing door devierend groepslid
resul: wanneer men niet eens is met meerderheid, men zich minder geacc voelt bij boze reacties, terwijl men zich meer geacc voelt bij blije reacties. Daarbij bleek dat niet alle nega reacties zorgen voor afwijzing. Mensen die een verhaal lazen met een teleurgestelde reactie voelden zich niet meer afgewezen dan mensen die een neutrale reactie lezen
studie 2
of mensen na afwijzing een groep verlaten of er juist meer moeite in gaan steken, ligt aan de alternatieven. Gekeken naar of emoties geuit door meerderheid te keuze tussen conformeren of weggaan beinvloeden
resul: bij boos reageren, koos men minder vaak te conformeren, wanneer er ALT beschikbaar was. Wannr geen ALT awz, maakte de reactie vd meerderheid niet uit voor de keuze tussen conformeren en groep verlaten
er bleek sprake te zijn van een modererende mediatie, waarbij beschik ALT de relatie tussen emotionele manipulatie en de keuze tussen conformeren/weggaan (afh) beinvloedde. Bij een blije reactie van meerderheid kozen veel mensen te conformeren
studie 3
situaties onderzocht waarbij emoties vd meerderheid druk zetten op een individu, zodat hij conformeert bij afwijzings- of acceptatiegevoelens. De situaties kunnen coop of comp zijn
resul: druk om te conformeren hoogst was in coop situaties waarbij meerderheid boos reageerde. Druk om te conformeren was lager in coop situaties waarbij meerderheid blij reageerde. De hoge druk om te conformeren wannr meer. boos reageerde in een coop situatie, kwam door gevoel van afwijzing
in comp settingen waren emoties nog steeds gerelateerd aan acceptatie en afwijzing, maar was geen relatie met conformatie druk
studie 4
gekeken naar of boosheid geuit in coop settingen kan leiden tot gedragsmatige conformiteit door gevoelens van afwijzing.
Toonden aan dat ppt in conditie waarin meerderheid een boze reactie geeft, minder invloed hadden op groepstaken en dit kwam door gevoelens van afwijzing
studie 5
Gekeken naar of de prototypicaliteit v/e afwijkend persoon ook een mediator is. perifere leden v/e groep liggen dicht bij de grensen van een bep cat, terwijl prototypische leden eigenschappen hebben die meteen met de categorie geassocieerd worden
resul: de graad waarmee men zich afgewezen of geacc voelde niet afhankelijk was van de graad van prototypicaliteit.
echter bleek wel dat perifere leden meer conformeerden nadat de groep een boze reactie toonden. Gevoel van afwijzing was hierbij GEEN moderatie.
-
-
Essien et al.: De shooter bias, het repliceren van klassieke effect en introduceren nieuw paradigma
Shooter bias: neiging om foutief ongewapende zwarte mannen vaker neer te schieten dan witte ongewapende mannen & sneller op gewapende zwarte mannen te schieten dan gewapende witte mannen.
-
experiment 1
-
mensen snellere RT wannr de targets een wapen vasthadden, dan wanneer een object
-
-
-
geen versch aantal correcte/foute dat ppt gaven in objectconditie > ppt even goed onderscheid bij witte en ara
geen sign correlatie tussen thermometer scores (gevoelens tegenover bep sociale groepen) en indicaties shooter bias. Preferentiescores wel gecorreleerd met indicaties shootes bias RT en fouten
conclusie exp: shooter bias bestaat ook buiten de VS. Geen verschil in objectconditie, mensen waren even snel in het correct identificeren van objecten die geen wapen waren. Shooter bias alleen te zien in RT, niet in errors > komt door lange nadenktijd, hierdoor grotere variantie RT en errors kleiner
experiment 2
exp 1 uitgebreid voor meer ecologische validiteit en om te zien of shooter bias voorkomt in subtiel gedrag
3 verschillen vorig exp: de semantische betekenis van taak was anders (vermijden/approach), er waren nieuwe achtergronden (meer bekende met ppt), en targets droegen messen ipv pistolen
er bleek een sign hoofd-effect te zijn voor objecttype, men reageerde sneller op messen dan op andere objecten. Ook hoofdeffect voor etniciteit, men reageerde sneller op turkse dan op witte targets
Interactie-effect tussen objecttype en etniciteit: de RT's waren sign sneller bij turkse targets met mes, dan witte targets met mes. RT's sign langzamer voor turkse targets zonder mes dan witte targets zonder mes
de sensitiviteit om onderscheid te maken tussen messen en objecten was sign beter voor turkse targets en de respons- en errorbias. Voor errors was er een sign hoofd-effect voor zowel objecttype als etniciteit, maar geen interactieeffect
conclusie exp 2: sprake van vermijdende neiging wannr turkse targets gewapend zijn i.t.t. gewapende witte targets. Komt doordat ppt de turkse langzamer banaderen - verschilt van exp 1
-
implicaties oz: het veranderen van het voorkomen van gevaarassocieerde targets kan de activatie van stereotypen verhogen, terwijl het veranderen vd semantische betekenis v/e respons (vermijden) kan zorgen voor een verhoging van het toepassen v/e specifiek stereotype
Meeussen et al. (2013): Het worden van een groep, samenloop van waarden en opkomende werkgroepsidentiteiten
-
-
resultaten
-
H1: na een periode van groepsformatie zullen groepsleden elkaars prestatiewaarden beinvloeden, zodat waarden convergeren. eigen waarden voorspelden andermans waarden maar ook andersom (PAS NA GROEPSFORMATIE)
H2a: pas nadat de prestatiewaarden geconvergeerd zijn, zal het passend maken van waarden de werkgroepidentificatie verhogen. resultaten toonden aan dat het passend maken van waarden in week 10 voorspellend was voor de groepsidentificatie in week 13. Ook bleek dat, onaf van je eigen waarden, ppt zich meer identificeerden met anderen als zij de waarden middelmatig belangrijk vonden
-
H2b: opkomende werkgroepsidentificatie zal positief gerelateerd zijn aan de werkgroepprestatie, zelfs na te controleren voor eerdere levels van identificatie en prestatie. De wg-prestatie in week 13 was gerelateerd aan wg-identificatie in week 13. werkgroepsidentificatie na waardenconvergentie voorspelde werkgroep prestatie. Ook deze H ondersteund
discussie
het oz kan niet duidelijk maken hoe groepsleden passende waarden verkijgen. Oz zorgt voor meer vragen, namelijk of het uitmaakt of er sprake is van een homo of hetero gene groep.
ook zullen niet alle individuen evenveel invloed uitoefenen op anderen en moet er gekeken worden naar perioden langer dan 13 weken
het oz laat zien dat bv. teambuilding belangrijk is, gaat niet om verscg in groepen maar om het worden van een groep zorgt voor convergentie van waarden