Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Dispositionele theorieën (Five-factor model (Fiske: Eerste versie 5…
Dispositionele theorieën
Identificeren trekken
Lexiale benadering
= alles wat belangrijk is in dagelijks leven zit vervat in onze taal
Belangrijk: gebruiksfrequentie, synoniemfrequentie, cross-culturele universaliteit
Statische benadering
Vertrekpunt = itempool
Factoranalyse = trekken die correleren samenvoegen tot grotere dimensies
Evolutie trektheorieën
Allport
= Lexicale
4500 stabiele trekken
Nomothetisch en idiografisch onderzoek
Gedrag is deel variabel, deels constant
Belang situatie, zelfconcept
Catell
= Statistisch
Ging verder op Allport Reductie door synoniemen & factoranalyse
16 persoonlijkheidsfactoren
Eerste PH vragenlijst
Eysenck
= Statistische
Nadruk erfelijke factoranalyse --> PEN model
Hiërarchisch model
Five-factor model
Fiske
: Eerste versie 5 factoren
Costa & McCrae
: factoranalyse obv vragenlijstgegevens
Eerste 3: Extraversie, Neuroticisme, Openheid
Erna: Aangena :amheid, Consciëntieusheid
--> Uiteindelijk Big 5
Vijf bipolaire dimensies: 1) extraversie - introversie 2) aangenaamheid - antagonisme 3) gewetensvolheid - impulsiviteit 4) emotionele stabiliteit - neurotiscisme 5) openheid - conventionaliteit
Meetmethode: via adjectieven (5e factor: intellect) - via zinnen (5e factor: openheid)
Five-Factor Theory
Centrale componenten:
Basic tendencies, characteristic (mal)adaptaties, zelfconcept
Perifere componenten: objectieve biografie, omgevingsfactoren, biologische basis
Basisuitgangspunten: basic tendencies, characteristic adaptations
Psychodynamische theorieën
Klassieke psychoanalyse (FREUD)
Driften: ergo/libido en thanatos
Topografie: bewuste, voorbewuste, onbewuste deel
Psychisch determinisme
Structuur:
ID: es, aangeboren, instincten
EGO: ich, vanaf 2 jaar, realiteitsprincipe
SUPEREGO: über-ich, vanaf 5 jaar, geweten
Dynamiek: angst = ego word bedeigd --> objectieve, neurotische, morele angst
Afweermechanismen: Ego beschermen en angst minimaliseren --> verdringing, ontkenning, verplaatsing, rationalisatie, reactievorming, projectie, sublimatie
Psychseksuele ontwikkeling:
Orale fase: 0-18 m, fixatie: vijandigheid, bijten, roken
Anale fase: 18m-3j, fixatie: slordig, compulsief, rigide
Falische fase: 3-5j, oedipus conflict
Latentie fase: 6j - puber
Genitale fase: puber-volwassenheid
Doel psychoanalyse: onbewuste bewust maken, op een realistische en volwassen manier leren omgaan met verdrongen gevoelen/driften
Via vrije associatie, dromen, projectieve technieken
Neo-analytische beweging (WESTEN)
Verdrongen herineringen
Beïnvloedende factoren: populaire media, gedrag therapeut, persoonlijkheidskenmerken
Imagination inflation effect
Het onbewuste
Sublimale perceptie
Priming
Egopsychologie
Erikson
: functie ego: stabiele identiteitsontwikkeling
8 ontwikkelingsfasen: vertrouwen - wantrouwen, autonomie - schaamte/twijfel, initiatief - schuld, vlijt - inferioriteit, identiteit - rolverwarring, intimiteit - isolatie, generativiteit - stagnatie, egointegriteit - wanhoop
Horney
: kritiek paternalistische ideeën Freud --> Feministische visie PH ontwikkeling: penisnijd, genderrol, fear of success
Belang van sociaal-culturele invloeden
Kohut/Kernberg
Het zelf, gezond gevoel eigenwaarden, self-serving bias
Grandioos - kwetsbaar narcisme
Narsistische paradox
Narcistische PHstoornis
Objectrelatie theorie
Harlow
: Fysiek contact met warme responsieve moeder
Bowlby
: kind behoefte steun, veiligheid, geborgenheid
Ouder: responsief, niet-responsief of wisselend responsief
relatie verbroken: vertrouwen, scheidingsangst, depressie
Ainsworth
: 3 hechtingsspatronen: Veilig, vermijdend, ambivalent
Hechting in volwassen relaties:
Hazan: Veilig, vermijdend, ambivalent
Horowitz: 4 categorieën: veilig, gepreoccupeerd (angstig-ambivalent), afwijzend-verwijzend-vermijdend, angstig-vermijdend
Twee dimensionaal model
(angst x vermijding)
Angst voor afwijzing/verlating
Ongemak bij en vermijding van intimiteit/afhankelijkheid
Biologische theorieën
Eysenck
Biologische basis: introvert- extravert
Excitatotisch en inhiberend systeem
ARAS: reticulo- cortaal systeem (E) en reticule-limbisch systeem (N)
Biologische basis: neurotisch-emotioneel stabiel
Arousal limbisch systeem ARAS
Neurotische ervaren meer arousal dan emotionele
Meer negatieve emoties
Introverten hebben hoger rustniveau qua corticale excitatie dan extraverten --> verder onderzoek: geen verschil in rustniveau - wel in corticale exciteerbaarheid (reaciviteit)
Cloninger
Temperamentsdimensies: novelty seeking, harm avoidance, reward dependence, persistemce
--> Biologisch, erfelijk, neurotransmittors
Karakterdimensies: self-distractedness, coöperativeness, self-transcendence
--> Verworven eigenschappen, omgeving
Gray
Beloningsgevoeligheid
BIS: behavioral inhibition system --> beloning, toenadering, positieve emoties en impulsief
BAS: behavioural activation system --> straf, vermijding, negatieve emoties en angst
Humanistische theorieën
Maslow
Behoeftepiramide: Lichamelijke behoefte, behoefte aan veiligheid, behoefte aan sociaal contact, behoefte aan waardering en erkenning, zelfontplooiing
Rogers
Fully functioning person
Positieve waardering: onvoorwaardelijk, positieve zelfwaardering
Cliëntgerichte psychotherapie: 3 basisvoorwaarden: oprechtheid/authenciteit, onvoorwaardelijke positieve waardering, empatisch begrip
Discrepantie tussen ervaring en zelfconcept --> angst
Reactie: ervaring vervormen, zelfconcept aanpassen en ervaring integreren
Sociaal-cognitivistische theorieën
Persoonlijke constructtheorie (KELLY)
Gemotiveerd om te begrijpen/verklaren, te voorspellen/controleren
Postmodernisme = geen absolute waarheid
Realiteit verschilt voor verschillende individuen en culturen
Persoonlijke constructen: constructen om gebeurtenissen te interpreteren en voorstellen
uniek, bipolair
Fundamenteel postulaat: onze gedachten/gevoelens worden gevormd door onze verwachtingen
11 implicaties ('corollaries')
Extensie en definitie
Sociaal-cognitieve leertheorie :
Bandura
: wederzijds determinisme: gedrag, omgevingsfactoren, persoonsgebonden factoren
Rotter
: Locus of control:
Veralgemeende verwachtingen: intern of extern
Mischel
: CAPS/persoon-situatie interactie
Personality & assessment
Cognitief-affectief persoonlijkheidssysteem: als...dan...