Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

SV JOHO IIGP deel 2 (H8 Hoe worden beslissingen gemaakt? (voorspellen van…

- - - - divisible task - werk kan verdeeld worden (vooral handig als specialisaties zijn)
      - unitary - waarin werk niet verdeeld kan worden (zoals optillen piano)
    - - additief - input leden opgeteld om groepsprestatie te creeeren (touwtrekken)
      - compensatory - groepsinput gecombineerd zodat prestatie individuen wordt gemiddeld ipv opgeteld (schattingen gewicht maken als groep)
    - - disjunctive - taken waarbij groepsprestatie wordt bepaald door beste lid
      - conjunctive - taak waarbij groepsprestatie bepaald door slechtste lid (moeten wachten op langzaam persoon)
    - - intellective - vermogen groep beoordeling te maken
      - maximizing - taak gaat om prestatie wordt gemeten door te kijken hoe snel de groep werkt of hoeveel product ze kunnen maken
    - - criterion taak - waarin duidelijk correct antwoord is voor prob
      - judgmental - geen duidelijk correct antwoord
- - - - doen ze door afstand nemen huidige soc ID en communicatie met hoge status sociale groep vergroten
      - alleen als groepsrela's permeable zijn > kans voor individu om groep te verplaatsen naar hogere groep
- - - - drive arousal = opwinding en energie die vrijkomt wannr anderen dichtbij zijn
      - met anderen werken zorgt voor arousal, wat de dominante respons verhoogt
      - dominante respons actie = actie die een individu het meest waarschijnlijk zal uitstralen in een bep situatie
      - op moeilijke of slecht geleerde taken, is de dominante respons de incorr respons & verlaagt het werken met anderen
      - meta-analyse: awz anderen de hoeveelheid prestatie verhoogde op simpele taken, en de hoeveelheid en kwaliteit verlaagde van prestatie op complex taken
      - kakkerlakken: dominante respons is rechtdoor en niet draaien
  - - - om soc facilitering te begrijpen: idee dat wanneer anderen om ons heen zijn, we ons meer bewust worden vd discrepanties tussen wat we willen en kunnen doen en wat we daadwerkelijk bereiken.
      - als deze discrepantie wordt waargenomen, worden we afgeleid door vergelijkingen die we maken en aanwezigheid anderen zorgt voor drive effecten
      - deze drive verhogen prestatie op makkelijk taken, en verlagen op moeilijke
    - - Proces verliezen treden vaak op bij maximizing taken, veroorzaakt door moeilijkheid coordineren prestatie van individuen en motivatieverlies individuen
      - Ringelmann effect = neiging groepsproducti afneemt als groepsgrootte toeneemt. Uit zijn exp met touwetrekken - deden we harder trekken als nieuw persoon, maar minder dan verwacht
      - oorzaak 1: coordinatie verlies, moeilijk input leden coordineren > procesverlies en effect groter bij grotere groep
      - oorzaak 2: motivatieverlies, reductie in motivatie en inspanning die optreedt wannr individuen samenwerken aan een groepstaak, = SOCIAL LOAFING.
      - Exp Latané: ppt schreeuwen in microfoon. groep alleen, met mensen, en mensen die denken in groep te schreeuwen. Alleen gebeurde dit het hardst
  - - - groepsgrootte zorgt voor coordinatie en motivatie verlies, omdat individuen geloven dat hun inspanning geen verschil zal maken (voelen zich overbodig)
      - normen die gesteld zijn door groep wat betreft de nodige inspanning.
      - uit exp gebleken dat als groeps ID hoger en leden belangrijk vinden om taak goed uit te voeren, de hoeveelheid social loafing afneemt
    - - social loafing neemt toe als taak niet aantrekkelijk is en niet betekenisvol. social loafing ook reduceerd wannr mensen zich autonoom voelen om op hun eigen tempo te werken aan taak. |
      - social loafing vermindert ookk wanneer taak als persoonlijk of relevant of betrokken wordt gezien en gevoel hebben niet overbodig te zijn
    - - social loafing treedt op als individuen gedeindivueerd worden, zodat eigen unieke bijdrage aan groepstaak niet geidentificeerd worden
      - als uitkomsten observeerbaar, loafen mensen niet
    - - = een type van social loafing dat optreedt wannr individuen op andere groepsleden berusten om het werk voor de groep te doen
      - dit treedt op als groepsleden zien dan hun prestatie overbodig is
      - exp bij disjunctive taak: moesten lucht blazen in een buis, als de ander het goed deed, treedt free riding op met een lage vaardigheid, aangezien ze berusten op prestatie van het andere, betere groepslid. Bij conjunctive task > waarbij prestatie slechtste lid telt, free riden mensen met hoge vaardigheid
      - i.t.t. social loafing, waarbij vooral gebrek is aan identificeerbaarheid, wordt free riding met name bepaald door perceptie dat iemands bijdrage overbodig is
      - sucker effect - wanneer iemand waarneemt dat hij/zij meer bijdraagt aan taak dan anderen, hierdoor minder best doen om gelijkheid te herstellen en te voorkomen dat er misbruik van hem wordt gemaakt
    - - mogelijkheid tot evaluatie = een belangrijke determinant voor social loafing. Daarnaast gevonden dat de evaluatie die afkomstig is van 'the self', ipv anderen, belangrijk zijn
    - - = techniek die wordt gebruikt om creatieve beslissingen te produceren in wg's
      - Osborn ontw deze techniek, brainstorming gebaseerd op de volgende regels:
      - regels
        
        elke lid moet zoveel mogelijk ideeen genereren, hoe stom ook
        
        zoveel mogelijk ideeen genereren door de groep
        
        niemand mag menning geven over kwaliteit idee
        
        leden aangemoedigd ideeen te veranderen en uit te breiden
      - in nominale groepen werkt dit NIET
  - - - uit exp bleek dat soc loafing optrad in groepen, deels omdat mensen vonden dat andere groepsleden niet hard genoeg werkten (voorkomen dat ze 'suckers' zijn) en pasten daarom hun gedrag aan waargenomen norm aan
    - - individuen kunnen bang zijn slecht te worden geevalueerd door andere groepsleden. Bijv. wannr individuen wordt verteld dat andere leden meer expert zijn dan zij, zeggen ze minder.
      - wanneer ze denken zelf expert te zijn, neemt hun bijdrage toe
    - - = grootste probleem
      - deelnemers in face-to-fac groep kunnen maar met een persoon tegelijkertijd praten > hierdoor ideeen vergeten omdat ze luisteren OF dat ze niet naar andere luisteen om ideeen niet te vergeten
      - het monitoren van gedrag van anderen en moeten wachten om eigen ideeen te uiten > reduceert mogelijkheid crea nadenken
    - - = neiging productiviteit van groepen te overwaarderen
      - ook al is niet effectiever, mensen die brainstormen denken wel effectiever te zijn
      - komt doordat mensen focussen op productiviteit van groep als geheel en denken dat brainstorming regels werken
      - is eigk super slecht voor groep, stoppen zo ook eerder met brainstormen
    - - modificaties aan de originele brainstorming procedures produceren effectief creatief denken in groepen
      - nominal group technique = benadering voor verbeteren van groepsbesluitvorming die gebruik maakt van nominale groepen om initiele ideeen te genereren en face-to-face groepen om deze te bediscussieren en daarop voort te bouwen
      - indivi schrijven hun ideeen op voordat discussie begint, hierdoor ideeen opgenomen. individuen maken hun beoordelingen vervolgens alleen en dezeworden dan gepooled. daarna nog een rondje waarbij iedereen iets kan zeggen
      - Stepladder technique = methode om besluitvorming waarin individuen een voor een tot groep toetraden en elk lid geinstrueerd om vooraf over OW te laten nadenken en conclusie voordat ze toetreden aan groepsdiscussie.
      - Delphi technique = methode waarbiij meetings plaatsvinden tussen leden en synetics, reduceert production blocking doordat individuen eerst zelf nadenken en daarna discussie
      - nu ook electronic brainstorming via pc
      - CSS (group support systems) = computerprogramma's en netwerken die zijn ontworpen om groepsbesluiten te verbeteren. blokkeert production blocking aangezien deelnemers ideeen opschrijven en die gaan vanzelf naar andere leden. hierdoor ook anoniem, reduceert hierdoor evaluation apprehension
    - - toch is groepen effectiever dan een persoon, alleen effect is zwakker dan je zou denken
      - Process gains vooral als: groepen geleerde taken uitvoeren en met name wanneer prestatie identificeerbaar is en geevalueerd wordt
      - als groepen veel ervaring met samenwerken en goed getraind voor taak, kunnen we verwachten dat (denk aan soc facilitatie) dat process gains optreden. omdat awz anderen de dominante respons veroorzaakt en deze groepen kunnen hun inspanningen goed coordineren
      - daarnaast ook proces gains in conjunctieve taken en wanneer individuele prestatie een duidelijke en belangrijke invloed bij voldoen aan groepsdoelen
      - verder zorgt sociale ID dat leden offers maken die ze miss niet hadden gemaakt als ze alleen werkten.
      - andere leden helpen die niet lukt groepsnormen te halen = social compensation
      - prestatie mensen in oorlog, sportteams en noodsituaties deel gedreven door groepslidmaatschap en sociale ID.
      - groepen leiden tot tevredenheid, steun en belonging, mensen vinden prettig in groepen samen te werken. en meer vertrouwen in beslissingen die als groep worden gemaakt
- - - - er kan worden verwacht dat grotere groepen meer effi zijn, doordat meer leden en meer rollen
      - grote groepen wel sneller coordinatieproblemen, zoals communicatie en tijd en motivatieproblemen, inclusief social loafing, free riding
      - grote groepen leiden bij conjunctive tasks - omdat slechtere leden alles ophouden
      - ook meer sprake in grote groepen van conflict en stelen > individuen zijn minder identificeerbaar en voelen meer overbodig, vanwege difussie verantwoordelijkheid en lagere identificatie groep
      - 4/5 leden is goed, grootte verschilt wel bij taak
    - - gelijkheid tussen leden verhoogt sociale cohesie > resultaat sneller beslissingen genomen
      - betere taakuitvoering bij leden die hetzelfde zijn en minder conflict (want betere communicatie en meer coordinatie)
      - voordelen diversi > minder neiging conformisme en groepsdenken, hierdoor meer discussie en crea denken
      - versch in gender en etnische afkomst brengen versch skills in groep
      - gaat echter om congruentie van leden en taak
      - nadelen: lagere cohesie en lagere sociale ID
      - wanneer statusverschillen zijn leidt tot problemen
  - - - meest eenvoudige aanpak groepsproces te bevorderen is d.m.v. stimulansen (incentives)
      - individuele beloningen kunnen ervoor zorgen dat individuele leden harder gaan werken en zo de groepsprestatie verhogen.
      - nadeel is dat mensen zich aan elkaar gaan vergelijken met anderen (soc compatison theory)
      - is goed als ze up ward hierdoor harder werken en gemotiveerd
      - maar downward kan leiden dat ze hun gedrag aanpassen om gelijkheid te herstellen
      - groepsstimulansen dus nuttig, maar verhogen social loafing, free riding en percepties van oneerlijkheid
      - beste stimulans is wss het verhogen van interesse voor taak zelf van de leden
      - social loafing neemt af als leden voelen dat ze autonomie hebben om in eigen tempo en eigen manier te werken en wanneer ze voelen dat ze een belangrijk, heel zichtbaar stuk van het werk uitvoeren
    - - maken van planning voor beginnen aan taak kan in sommige gevallen posi uitkomsten hebben op besluitvorming.
      - oz blijkt dat wannr groepen eerst bespreken welke proceduren ze gebruiken, ze later meer tevredenheid rapporteren over uitkomst en groep.
      - soms alleen niet bruikbaar - alleen als informatie niet door iedereen werd gedeeld, als alle info wel wordt gedeeld verslechterde planning de prestatie door tijdverspilling
    - - Ontwikkelde normen door groep is moeilijk te doorbreken, houden aan vast, ook al niet effecient
      - kan verholpen worden door externe waarnemer, geeft feedback relevante normen en groep aanmoedigen te discussieren, of door process consultation, waarbij een externe waarnemer de groep observeert en leden confronteert met hun strategieen
      - een VB is statushierarchie: wat effectieve communicatie en coordinatie verhoogt
    - - doelen even belangrijk of zelfs belangrijker in bepalen prestatie dan andere stimulasen
      - stellen van specifieke, moeilijk, maar bereikbare doelen is effectiever dan stellen van onduidelijke doelen
      - is effectiev omdat inspanning en verwchtingen van succes verhoogt, coop en commun verhoogt, zorgt voor betere planning en meer accurate monitoring en zorgen voor meer toewijding aan groep
      - halen van doelen > vervulling, groepsidentiteit, trots, toewijding en motivatie voor hogere doelen
      - zelf doelen uitkiezen nog beter > hierdoor meer uitdagende doelen kiezen en intrinsieke motivatie
      - collective gevoel van efficacy leidt tot beter uitvoeren en presteren
    - - belangrijk dat groep voldoende tijd heeft om te discussieren voor een beslissing
      - maar toch kan groep slachtoffer worden van de illusie van groepseffectiviteit en stoppen met discussieren voor alle info is beschouwd
      - kan ook zijn dat groepdiscussie niet op belangrijkste info focust > kan komen door groupthink (conformiteitsdruk)
      - ook is er de neiging om te focussen op gedeelde info en info waar maar paar leden toegang tot hebben wordt genegeerd. is belangrijk voor leider dat alle info naar voren wordt gebracht, dit ook de focus wordt
      - groepen delen info meer als ze gedwongen worden te blijven discussieren, hierdoor meer info weggeven.
      - door status versch ookk minder info delen, lijkt hierdoor soms info meer valide want repeated expression, leiders moeten delen van info dus stimuleren
    - - nadat de beslissing is gemaakt, moet deze worden geimplementeerd. Leden acc beslissing eerder als proces dat tot besluit heeft geleid als eerlijk wordt gezien
      - belangrijk genoeg gediscussieerd, aangezien dit ervoor zorgt dat leden blijer zijn met besluit en makkelijker vinden om naar groepsdoelen toe te werken
      - beslissingen gebaseerd op unanimiteit zorgen voor meer tevredenheid
    - - tevredenheid van groepsleden is belangrijk voor effevtieve werkgroepen
      - posi sociale interacties en relaties tussen leden is belangrijk voor effectief groepsfunctioneren
      - leden presteren beter wannr input wordt gewaardeerd en controle voelen over planning groepsproces
      - leden gevoelig voor eerlijkheid waarmee beloningen worden gegeven aan groepsleden
      - relatieve deprivratie zorgt voor ontevredenheid, zo minder bijdragen en sabotage
      - groepen niet te gezellig worden - maken slechtere beslissingen door meer cohesie en identiteit en uiten minder conflicterende ideeen
      - dus groepen met focus te op taaktevredenheid, negeren taak en focussen ipv daarvan op gevoelens voor elkaar
  - - - jurys werken korter dan meeste werkgroepen
      - mock juries = horen info over een echte of fictieve zaak, en doen alsof ze echte jury zijn
      - variabel die besluitvorming beinvloedt is eigenschappen vd juryleden: individuen die eerder in een jury hebben gezeten worden bijv eerder gekozen. Ook de sociale status v/e persoon bepaalt uitkomst van besluit.
      - is wel klein in vergelijking met invloed groepsproces (is het sterkts van invloed die groepsprocessen)
      - ook ras, geslacht en educatie geen grote invloed hebben op jurygroepsbeslissingen
      - en individuele biasen teniet gedaan worden door jurygroepsbeslissing
      - normen van groep kunnen beinvloeden hoeveel tijd aan elk deel van afwegingsproces wordt besteed en kan hierdoor beslissing beinvloeden
      - conformiteit kan optreden door juryleden met een afwijkende mening, maar ook groepspolarisatie
      - meerderheid meestal sterkste invloed, midnerheid moeite maar kan ook invloed hbben
      - sterke invloed meerderheid door informationele conformiteit (meer argumenten die hun positie ondersteunen) en normatieve conformiteit (mensen in meerderheid hebben meer macht om conformiteit te eisen)
      - decision schemes > vaak gebruikt om utkomsten jury te voorspellen. leniency bias = neiging jury om vaker vrijspraak te stemmen dan voor schuld, wanneer alle andere factoren gelijk blijven.
    - - = gestructureerde werkgroep waarin groepsleden erg afhankelijk zijn en waar taken specifiek en goed gedefinieerd zijn
      - output teams bepaald door groepsleden
      - teams met wijde range aan skills en kennis meer effectief, tenzij leden zo divers dat problemen hebben met communicatie met elkaar
      - groepsproces ook kritiek
      - voor effectieve teams is belangrijk dat de rollen definieren
      - selfmanaging teams kunnen effectief zijn, zolang ze langs de initiele ontwikkelingsstadia komen waarin problemen met coordinatie waarschijnlijk zijn
      - stellen van doelen - training voor werkteams
    - - in elek groepen zelfde processen als facetoface, zoals social loafing
      - maar geen toegang social cues die statusversch kunnen aanduiden zoals geslacht, etniciteit en aantrekkelijkheid
      - status door aantal en kwaliteit van berichten
      - meer sprake van flaming (maken van antisociale opmerkingen)
      - elek communicatie > productiviteit brainstorming, maar algehele productiviteit niet. Leden minder opmerkingen en duurt langer beslissingen. leden minder tevreden. (miss door beperking socioemotionele band?)
- - - - harvesting dilemmas = waarin een individueel groepslid de publieke goederen wil gebruiken, maar gedrag leidt op LT termijn verlies voor individu/groep
      - contribution dilemma = dilemma waarin KT kosten v/e gedraging ertoe leiden dat individuen het niet uitvoeren, en dit zorgt voor gebrek aan LT opbrengsten als ze wel waren uitgevoerd
  - - - = sociaal dilemma
      - 2 mensen beschuldigd van misdaad
      - zo gemaakt dat comp keuze meest voordelig is
      - twee eigenschappen bruikbaar model: 1. integratieveuitkomsten = posi uitkomst voor de ene, niet per se nega voorde ander (allebei niet bekennen)
      - elke speler is gemotiveerd om comp keuze te maken
      - als je denkt ander gaat bekennen, moet jij ook (om 10 ipv 30) en als je denkt hij bekent niet moet je ook zelf bekennen (0 jaar ipv 3 krijgen)
    - - een poort voor beide meer verlies, twee poorten al helemaal
  - - - regels kunnen leiden tot coop en voorkomen free riding (zoals belasting)
      - of reguleren hoeveel publieke goederen genomen mogen worden
      - privatisering = opdelen publeik goed, hierdoor iederen verantwoordelijk voor eigen deel
    - - mensen stemmen gedrag af aan wat ander zal doen
      - stereotypring/vooroordelen spelen rol
      - als ze niet weten hoe ander zal doen, dan comp
      - als coop wordt verwacht dan minder wss
    - - wanneer groepsnorm cooperatief,is men eerder coop
      - normen specificeren wie wat krijgt en en als iedereen mee eens voorkomt het comp
    - - coop = minder in grotere groepen, maken ook minder efficient gebruik van bronnen
      - komt door lage identificeerbaarheid, gevoel overbodigheid, deindividuatie en moeite met coordinatie
    - - heeft aantal voordelen die kans op coop verbeteren
      - stelt dat individuen in staat om anderen hun plan te vertellen, helpt groep motieven en gedrag van anderen te leren om normen coop te leren
      - maakt planning mogelijk en helpt leden met coordineren van inspanningen.
      - kan zorgen voor realiseren voordelen van coop
      - potentie van het leren dat doelen van beide partijen verenigbaar zijn
  - - - benadering zegt dat persoonlijkheidsvariabelen voor het verschillend reageren zorgt op sociale dilemmas.Prosociaal wil graag coop, individualisten eigen uitkomst maximaliseren, en competitors willen relatief voordeel
    - - gebaseerd op mate waarin individuen geven om eigen belangen en die van groep/ander partij
      - 4 pers typen; problem solving, yielding, contending, inactivity
      - geven om eigen belangen niet per se de mogelijkheid van coop schaadt
      - problemsolving meest wss te slagen, zoeken oplossingen, integratief denken, compromissen sluiten
    - - spelletjes waarin individu moet kiezen tussen coop en comp en meerdere trials
      - begint met coop respons, daarna aanpassen aan responsen andere partij
      - werkt zo goed 1. is aardig, wil als eerste samenwerken 2. simpel en makkelijk te begrijpen 3. duidelijke boodschap uitgezonden dat comp keuzes niet worden getolereerd en coop keuzes altijd beantwoord
      - probleem: mensen neiging eerst comp, hierdoor kan spiraal van conflict zijn
    - - = proces waarbij 2 partijen een waargenomen divergentie van belangen proberen op te lossen om sociaal conflict te voorkomen/reduceren
      - beide partijen maken offers
      - uitkomst is afhankelijk van hoe goed partijen kunnen communiceren en negatieve eprcepties over de doelen van ander kunnen verdrijven
      - beter gaat het als conflict niet fixed sum, niet vastberaden en eerlijke behoeften en doelen communiceren
    - - derde partij oplossingen conflict
      - mediation = poging compromis bereiken door gebruik 3e partij onderhandelingen
      - technieken mediat: vijandigheid reduceren, begrip creeeren ander > integratieve oplossing
      - wekrt best als beide partijen geloven dat compromis mogelijk is en interventie kan helpen
      - arbitration = type 3 partij die onderhandeling en noodzaak meetings vermijdt tussen partijen die in conflict zijn, meest bekende is binding arbitration, waarbij beide partijen oké zijn met keuze 3e partij
      - met name nuttif arbitration als KT keus is en maar één keuze
- - - - versterkt door ultimate attribution error = tendens posi gedragingen ingroep en nega gedrag uitgroep te zien als karatkeristieken groep
    - - verklaringen: 1. verwachten mensen dat groepen eerder comp 2. individuele leden v/d groep ermee eens comp spelen want hierdoor posi ID 3. vaker comp om andere leden te beschermen 4. difussie van verantwoordelijkheid voorkomen
      - comp kan leiden tot comparison, hierdoor motivatie voor prestatie
  - - - normen moeten gelijke status promoten tussen groepen die in contact zijn
      - situatie moet mogelijkehid creeeren voor orginele ideen te worden weerlegd
      - afhankelijkheid en coop, samenwerken moeten
      - normen zijn die acc van intergroup contact en posi intergroups ideeen steunen
      - er moet genoeg tijd
    - - door recategoriseren groepen in een gemeenschappelijke ingroup ID
      - blijkt: mensen kunnen zich versch gedragen in versch socia contexten met groep
      - heeft te maken met waarnemen gepastheid uiten van posi of nega ideeen
      - vooroordelen levdn dus in omegevingen waar ze worden gesteund
    - - idee is dat we outgroep leden zien als gelijken van onszelf, conflict en nega ideeen worden reduceerd
      - zoals ipv wit en zwart, zijn allemaal eindhovenaren
      - creeeren common group identity
    - - = verwachtingen dat mensen die vrienden hebben die bevriend zijn met leden v/e outgroup, posi attitude zullen hebben v/d outgroup, zelfs als ze zelf geen direct contact te hebben gehad met outgroup leden
      - normen moeten positief contact aanmoedigen tussen groepen, moeten situaties zijn waarin posi intergroup contact is
      - coop biedt gevoel van cohesie en ID, als samenwerking lukt dan biedt het posi sociale id