Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Terrestrische ecosystemen (Toendra (lage soortenrijkdom (dieren (insecten,…

- - - - mossen, korstmossen, grassen en dwergbomen
    - - vrijwel geen reptielen en amfibieën
      - vogels en zoogdieren beperkt
      - insecten
        
        vooral muggen en 'blackflies'
- - - - lorken, sparren en andere altijdgroene of bladverliezende coniferen
    - - beperkt # grote zoogdieren
      - gekenmerkt door kleine tot middelgrote (knaag)dieren
      - meeste vogels in herfst naar zuiden
      - amfibieën en reptielen schaars
      - insecten in grote #
- - - - grote diversiteit aan zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën en een grote insectenfauna
      - planten
        
        vervangen door secundaire bossen met antropogene invloeden
- - - - grassen
    - - bizonkuddes, wolven, coyotes, prairiehonden, vossen en roofvogels in N-Am
- - - - gemeenschappen kunnen sterk verschillen
      - algemeen dense begroeiing van immergroene struiken en droogte-resistente naaldbomen
- - - - overblijvende
      - 1-jarige
      - vooral na regens massaal synchroon in bloei
    - - overwegend klein en nachtactief
      - insecten, veel reptielen, amfibieën, knaagdieren en carnivoren
- - - - tropisch grasland met verspreide, lage bomen
    - - 's werelds grootste concentratie hoefdieren + hele reeks predatoren (Afrika)
- - - - boomsoorten die blad verliezen in droge seizoen
      - dense ondergroei van grassen en kruiden
- - - - hoogste soortenrijkdom door variatie in bodemgesteldheid en topografie
      - vegetatielagen
        
        kroonlaag > 50m
        
        middenlaag 30-40m
        
        schaarse kruidlaag die slechts 2-3% van het licht ontvangt
    - - ongeveer 90% leeft in de kroon- of middenlaag
- - - - veel soorten epifyten
      - mossen, korstmossen en varens
      - naaldbossen met altijdgroene coniferen (NA)
      - zuidelijke beuk (rest van plaatsen)
    - - zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën